Om je heen kijkend en luisterend merk je, dat niet veel mensen deze vraag hebben. De levensvragen betreffen de behoeften van alledag, vooral de vraag: Heb ik genoeg geld om te kunnen doen wat ik fijn vind, of wat nodig is? Heb ik de juiste opleiding, de goede baan, de beste partner, de liefste kinderen? Waar gaan we met vakantie, wat doen we het weekend, welke kleren zal ik kopen, zou maat 38 nog wel passen? Wat kijken we vanavond, of gaan we uit eten? Nu ja, met zulke vragen kun je een hele kolom vullen.
Het zijn vragen rondom het ogenblik, ze kijken een beetje vooruit en terug, maar komen nooit tot een eerste of een laatste vraag. Misschien wil je eerste en laatste vragen ook maar het liefst uit de weg gaan. Het moment is waar het om draait, wat er was en wat er komt moet niet teveel aandacht krijgen. Maar er zijn ook mensen die van zulke eerste en laatste vragen hun leven maken, hun dagelijkse bezigheid, je zou ook kunnen zeggen: het is hun beroep om zulke vragen te stellen. Het zijn de filosofen, de theologen, de wetenschapsfilosofen, soms zijn het ook de natuurwetenschappers. Een medicus kan ook tot zulke vragen komen, door het dagelijkse bezig zijn met leven, gezondheid, ziekte en dood.
De eerste vraag die dan kan opkomen is niet eens: Bestaat er een God, of een hoger ordenend principe? Het is de vraag: Wat is nu eigenlijk een mens. Niet de vraag naar de anatomie, de fysiologie en de pathologie, maar de vraag naar het wezenlijke van het mens-zijn. Dat wezenlijke lijkt wel direct samen te hangen met geboorte en dood. Een mineraal wordt niet geboren en sterft ook niet. Een plant sterft wel, maar je zou nooit zeggen dat hij geboren wordt, wanneer het zaad begint te ontkiemen. Een dier wordt wel geboren, en het sterft ook. Maar het onderscheid tussen geboorte en dood van een mens en van een dier zou al een helder licht werpen op het eigenlijk wezenlijke van de mens.
Als je een dierenliefhebber bent, zul je misschien geen verschil willen zien tussen de geboorte van een jong en van een kind - en ook niet tussen de dood van een dier en een mens. Het sterven van een dier is een indrukwekkend gebeuren, en wanneer het een huisdier is, kan het je beslist even heftig treffen als de dood van een kind. Toch is er een groot verschil, dat je alleen maar zelf kunt beleven, maar dat in zekere zin ook beschreven kan worden.
Wat is de mens?
Het is merkwaardig dat in de evolutietheorie de mens wordt gezien als een hoger dier, en niet als een vierde vorm van wezens in de natuur. Het is wel duidelijk, dat er een scheiding is tussen mineraal en plant. Dat er overgangen zijn betekent nog niet, dat een plant wordt gezien als een hoger mineraal.
Houtsnede van Pierre Jean François Turpin naar voorstellingen Johann Wolfgang von GoethesZo is er ook een scheiding tussen plant en dier, ondanks de overgangen, op het grensgebied van plant en dier. Het dier wordt niet gezien als een hogere plant. Tussen mineraal en plant ligt een sprong: dat is het leven. Tussen plant en dier ligt ook een sprong: dat is het gewaarwordende bewustzijn, dat in samenhang gezien moet worden met de mogelijkheid van strevende beweging.
Tracht je dan de overgang van het dier naar de mens te vinden, dan vind je typen, die uiterlijk gezien overgangstypen tussen dier en mens zijn - zoals de protozoën overgangstypen tussen plant en dier zijn. Maar daarmee is de mens nog niet een hoger dier. Een belangrijke vraag binnen het bestek van de vraag: 'Wat is de mens?' is deze: waarom zien we de mens niet als een vierde, op zichzelf staand rijk in de natuur, maar blijven we hem zien als een verder ontwikkelde aap, aapmens, Neanderthaler enzovoort. Wat onderscheidt de mens van het dier? Ook de mens heeft een gewaarwordend bewustzijn, waardoor hij de strevende beweging kent. Maar er is nog iets wat hem echt van het dier onderscheidt.
En hoe zou de ontwikkeling, de evolutie nu eigenlijk verder moeten gaan? Er zou in de loop van lange tijden een hogere mens moeten evolueren. Die zou dan via overgangstoestanden zichtbaar moeten worden, maar dan toch een vijfde rijk moeten vormen, met een geheel eigen vermogen, een eigenschap die in de mens nog niet aanwezig is. Dit zou dan niet Nietzsches Übermensch zijn, want dat was een schepsel dat nog steeds mens was...
Als je begint te reflecteren op de vraag: Wat is de mens, dan voel je de noodzaak om niet alleen terug te kijken, naar wat ontstaan en geworden is, maar je ook eens af te vragen, hoe de evolutie verder kan gaan. Want waarom zou die stoppen bij de mens... bij homo sapiens, of zelfs homo sapiens sapiens?
De eerste reflectie: Wat is de mens? door Mieke Mosmuller