Op zoek naar de waarheid in het midden tussen tegenstellingen vervolg ik mijn vraag: Waarop berust dat trotse gevoel uniek te zijn, individu in een mensheid, waarvan je op zich zou kunnen zeggen dat die een zich ontwikkelend geheel is, waarvan je een onderdeel bent?
Daarvoor ga ik nogmaals te rade bij de Griekse mythologie en wel bij de Prometheus-sage. Daarin wordt op een andere manier het zelfstandig worden van de mens beschreven. Hier heeft dit zelfstandig worden een mensheidskarakter. Prometheus is een zoon van de Titanen. Hij neemt het op voor de zelfstandigheid van de mensheid. De Griekse tragedieschrijver Aischylos schrijft in zijn drama, 'De geboeide Prometheus' (Prometheus is hier zelf aan het woord):
'Zij die in het begin ogen hadden en nog niet zagen, die oren hadden en niets hoorden, maar als vormsel van dromen gedurende een lange levenstijd blind alles door elkaar verwarden, en die niets wisten van bakstenen huizen, nog van het timmerwerk, maar die als begraven huisden als de kruipende mieren zonder zon, in uitgeholde rotsen; weten deden ze niets, geen zeker teken voor de winterstorm kenden zij, noch voor de bloeirijke lente, noch voor de vruchtbrengende zomer. Zonder inzicht volbrachten zij alles, totdat ik hen de opgang en ondergang van de moeilijk te onderscheiden sterren en planeten wees. Ja werkelijk, ook het getal vond ik voor hen uit, dit voortreffelijke zinvolle ding, en de kenmerken van de schrift, een gedenkteken, het moederlijke museumwerk. Als eerste legde ik het wilde dier onder het juk opdat het de ploeg trekt en lasten draagt, waardoor het vele van de zwaarste lasten van de mens afneemt.'Hij gaf het paard de teugel, vond het zeilschip uit, was de leraar in de eerste beginselen van de geneeskunde, ook de principes van de waarzeggerij aan de hand van tekenen in de natuur leerde hij de mensen ook het droomlezen en nog veel meer gaf hij hen. Zoals hij zelf zegt: Wat mensen weten, van Prometheus hebben zij het!'
Prometheus stal het vuur uit de hemel en gaf het aan de mensen. Hij nam de holle stengel van een reuzenvenkel en naderde daarmee de voorbijkomende zonnewagen. Zeus zag het niet, omdat hij op een andere plaats bezig was met donder en bliksem. Prometheus droeg de brandende stengel, lang hol en niet dovend, snel naar de aarde en maakte er een groot vuur mee. Het vuur dat nooit moe wordt kwam zo op de aarde en Prometheus leerde de mens alle gebruiksmogelijkheden ervan.
Zeus zag van boven de lichtschijn van het vuur op de aarde en hij ontstak in vreselijke goddelijke toorn. Deze daad van Prometheus, waardoor de mens de zelfstandigheid vond, had grote gevolgen voor Prometheus zelf en voor de mensheid. Prometheus werd op gelaste van Zeus geketend aan een rots van de Kaukasus - voor eeuwig - waar hij in de brandende zon overdag moest verdragen dat een adelaar zich voedde door het eten van zijn lever. Als de zon onderging en het werd donker genas de wond weer, om de volgende dag opnieuw te worden geopend door de adelaar... Omdat Prometheus een God was, was hij onsterfelijk en zijn lijden zonder einde. Tenslotte - na tienduizenden jaren - werd hij op voorspraak van Apollo en Artemis met goedvinden van Zeus door Hercules bevrijd...
De mensheid werd gestraft doordat Pandora daarheen werd gestuurd met een doos, die gevuld was met kwellingen waaronder de mensheid gebukt moest gaan. Goethe heeft in zijn fragment gebleven toneelstuk 'Pandora' prachtig beschreven hoe Prometheus - degene die 'voordenkt', dat wil zeggen vooruit denkt hoe het zal gaan - een broer had, Epimetheus, degene die 'nadenkt'. Epimetheus loopt altijd achter de feiten aan, omdat hij pas iets kan bedenken als het gebeurd is, een feit geworden. Prometheus waarschuwde zijn broer voor de toorn van Zeus, maar Epimetheus ziet geen kwaad in Pandora. Zij is de door de Goden gevormde albegaafde, die komt om Epimetheus te verleiden. Hij laat dit toe en ... open gaat de doos van Pandora. Eruit kwamen de zorg om het bestaan en de hoop dat het ooit goed zal komen...
Jan Cossiers - Prometeo trayendo el fuego, 1637Prometheus door Mieke Mosmuller