Home
>
Blog
>
Die umfassende Menschheit als sich entwickelnder Organismus

Die umfassende Menschheit als sich entwickelnder Organismus

Von

Mieke Mosmuller

25-06-2014 11 Kommentare Print!
Die Evolutionslehre, wie wir sie kennen, denkt die Erde mit ihren Lebewesen und den bis ins nahezu Unendliche sich erstreckenden Kosmos als ein Geschehen, das in der Zeit verläuft, wobei sich die Organismen vom Einfachen zum Komplizierten entwickeln.

Ein nächster Entwicklungsschritt ist dann immer vollkommener als der vorherige, und so ist der Evolutionslehre der Kampf zwischen den Lebewesen, insbesondere auch der Kampf zwischen den mit denkendem Bewusstsein begabten Lebewesen, inhärent.

Der Homo sapiens lebt gemäß der Evolutionslehre in der Überzeugung, dass es ein Prinzip der Vervollkommnung gibt, wobei notwendigerweise das eine Wesen in Bezug auf das andere auf einer höheren Stufe der Entwicklung steht. Es ist gerade dieses Prinzip der natürlichen Vervollkommnung, das zum Streit zwischen den Menschen führen muss, wie unsinnig dieser Streit vom Konzept der physischen Vervollkommnung aus auch sein mag. Denn was hat es für einen Sinn, über meine natürlichen Gaben unzufrieden zu sein, wenn ich selbst darin niemals meine Hand im Spiel hatte oder habe? Dann ist das Prinzip der Konkurrenz in Gänze gar nicht passend, denn von meinen natürlichen Gaben aus bin ich doch nicht imstande, einen nächsten Schritt der Vervollkommnung zu erreichen, solange die Natur diesen nicht erreicht hat. Doch es geht jetzt nicht darum, zu bedenken, ob etwas sinnig oder unsinnig ist. Ich versuche, auf bestimmte Tatsachen hinzuweisen. In diesem Fall ist es das Konzept der Vervollkommnung, das zu dem Konzept führt: das eine Wesen ist höher entwickelt als das andere Wesen.

Nun wollen wir versuchen, den Gedankengang umzukehren, das heißt, dass wir als Gedankenexperiment einmal davon ausgehen, dass zu Beginn die Vollkommenheit schon existierte. Dass Vollkommenheit nicht eine Folge einer endlosen Reihe von „Versuch und Irrtum“ der Natur, einer natürlichen Selektion ist, wobei wirkliche Vollkommenheit niemals erreicht werden wird – sondern dass die Vollkommenheit am Anfang schon in irgendeiner Form existierte, die wir uns dann natürlich nur schwer vorstellen können, weil unser Denken nun einmal nicht so „funktioniert“. Ich habe in diesen Blogs das Wagnis des selbstständigen Denkens unternommen und versuche, dies nun fortzusetzen.

Wir stellen uns ein lebendiges Konzept des vollkommenen Menschen vor, das am Anfang schon da war. Ich will dabei nicht an ein anthropozentrisches Weltbild denken, nicht so, dass alles im gesamten Dasein auf den Menschen gerichtet ist. Auch will ich nicht an den vollkommenen Menschen als Endpunkt einer Entwicklung denken, die Vollkommenheit muss sich immer wieder einer neuen Entwicklung öffnen können. Doch wenn man über die Frage: was ist eigentlich der Mensch? denken will, dann muss man ihn natürlich auch ins Zentrum stellen.

Ein vollkommenes Idealbild des Menschen als Ausgangspunkt einer Entwicklung zur Verwirklichung dieses Konzeptes – es ist schwer in Worte zu fassen. Doch wenn man so denken will, dann entfaltet sich das Gedankenbild, dass im Weltall, wie wir es kennen, alle verschiedenen Stadien der Entwicklung tatsächlich Menschlichkeit sind. Dann aber hat der Mensch alles, was er in sich trägt, auch als Veräußerlichung um sich herum. Ich denke dabei nicht an den individuellen Menschen, sondern an die Menschheit insgesamt, wie sie sich durch Jahrhunderte, durch Äonen hindurch entwickelt. In einer solchen Entwicklung des Menschen passt die Konkurrenz zwischen dem Höheren und dem Niederen ganz und gar nicht, denn alles, was man als Mensch um sich herum hat, gehört zu der eigenen Entwicklung.


Eine Erscheinung wie der Rassismus passt nur in die gewöhnliche Evolutionstheorie – in eine Entwicklungsidee, die von einer idealen Vollkommenheit ausgeht, die am Anfang schon da war, passt kein Rassismus. Denn so, wie jeder Mensch letztlich natürlich doch auch seine eigene Würde hat – davon später –, würde jeder individuelle Mensch zugleich auf organische Weise zur gesamten Menschheitsentwicklung in ihrer Totalität gehören, einschließlich alles Guten, Wahren und Schönen, aber auch des Bösen, Lügenhaften und Hässlichen, wozu der Mensch imstande ist. So, wie man bei einem individuellen Menschen auf unserer heutigen Entwicklungsstufe nicht von Vollkommenheit sprechen kann, auch äußerlich nicht, so kann man auch bei der ganzen Menschheit auf unserer Entwicklungsstufe natürlich nicht von Vollkommenheit sprechen. Aber man müsste uns als gemeinsam auf dem Weg befindliche Menschheit betrachten, in der jeder notwendigerweise den eigenen Platz einnimmt.

Die umfassende Menschheit als sich entwickelnder Organismus

Ein Bild von Orpheus, der auf seiner Leier spielt, als Imagination des Menschen inmitten seiner Gestalt gewordenen Eigenschaften und Organe. Das Leierspiel des Orpheus bezwingt und führt alle Eigenschaften und Organe...
Die umfassende Menschheit als sich entwickelnder Organismus Von Mieke Mosmuller

Geben Sie einen Kommentar





Kommentare
  • Von Sina Jante @
    Ja, liebe Mieke, sie beschreiben, so wie ich das sehe und lese, die Idee des Schamanismus - im Reinen Denken nach-gedacht.
    Vielen Dank und reine Grüße!
    • Von Mieke Mosmuller @
      Den Schamanismus kenne ich als eine Natur-Spiritualität, die Idee des Schamanismus ist mir ungenügend bekannt...
  • Von Machteld Veenker @
    Vanaf de blog van De Rede.. van 4 juni bedenk ik me steeds hoe ik de ideale mens zou willen zien. Ik heb één keer een foto van een mens gezien waarvan ik, na dat gezien te hebben, langzamerhand besefte dat dat fotobeeld mij in een grote blijheid deed ontvlammen en dat ik daardoor mij door de vraag in blog 4 voornam om anderen die ik ken, voor te gaan stellen als wat ik in die ideale mens zie. De blijheid was vergelijkbaar met het kijken naar het schilderij De Sixtijnse Madonna van de Renaissance schilder Raphael – als je eenmaal deze Madonna hebt gezien met dat Jezuskind op haar armen, zijn die twee niet meer weg te denken als een beeld van de ideale moeder van de ideale koning. Dan moet er naar mijn idee ook ‘heilig’ in plaats van ‘ideale’ kunnen staan.
    Nu heb ik de imperfecte mens tot een ideaalbeeld gedacht, maar nu mag ik mij het ideale in de mens voorstellen als dat die er al vanaf het begin was. Mijn vraag is dan: als ik zo een beeld heb gezien van een ideale mens en verder heb gedacht naar mensen om me heen, wat soms echt lastig is , heb ik dan een voor-beeld dat alle tijden beslaat, of is het een toekomstbeeld, dat nu nog irreëel is? En: kan het dan ook een oerbeeld zijn, dat er al vanaf het begin was?
    Als die perfectie er tijdelijk kan zijn, zoals op een foto, of mijn gedachte aan iemand die ik ken, kan zij er dan ook alle tijden zijn? Zelfs als het mensbeeld veranderd in iets wat ik me nu nog niet eens voor kan stellen? Of niet meer voor kan stellen omdat mijn normale herinnering daar niet meer bij kan? Is mijn voorbeeld (foto) die mij verblijdt, dan een beeld, een idee met eeuwigheidswaarde? Is zoiets een gecompliceerdheid tot een –niet één- idee gebracht? En kan dat idee dan ook alle imperfecties bevatten, zoals jij Mieke nu schrijft, of moet ik dan eerst het beeld bijstellen?
    Dan zou ik me dus de mens op die ene foto ook moeten kunnen voorstellen als alles wat lelijk en boos en leugenachtig is. Dan moet het heilige dat ook bevatten. Zou dat dan Orhpeus kunnen zijn, of David, spelend op zijn lier naar zij gehele heilige en fysiek geworden omgeving? Dat zijn heilige voorbeelden. Of zou het iemand kunnen zijn, een mens, die een prachtig gedicht prachtig kan dansen?
    • Von Marie Anne Paepe @
      In het geheel van je vragend zoeken, zoekend vragen lees ik een onderliggende maar wel prangende vraag hoe het beeld van de ideale mens (de kosmische mens) dat zich aan de zichtbaarheid onttrekt toch zichtbaar kan worden in de aardse mens. Daarin herken ik mezelf, en daarom kan ik je aanraden 'Das menschliche Mysterium' dat Mieke schreef met haar mee te denken. Al het eerste meevolgen bracht mij in een denksfeer, waarin ik voorstellingen, gevoelens, ervaringen, interpretaties ... losliet, kon uitzuiveren, met andere woorden mezelf kon bijstellen - en dit bijstellen houdt uiteraard nooit op. Dit hoort bij het onderweg zijn.
      • Von Machteld Veenker @
        Dank voor je antwoord. Ik ben er blij mee. Met je meedenken en je advies. 'Das Menschliche Mysterium' vind ik een bijzonder kostbaar boek. Ik zal doen we je me aanraadt en het echt 'mee gaan denken', nu niet meer uitstellen :).
    • Von Mieke Mosmuller @
      Een dergelijke voorstelling van de universele mens, de ideale mens, de kosmische mens, de volkomen representant van de mensheid als geheel, zou vooralsnog een verwonderd vermoeden moeten blijven en zeker niet moeten stollen tot iemand die je op een foto hebt gezien of op een - ook al is het een nog zo ideaal beeld - schilderij. Het kunnen verwijlen in gedachten die incompleet zijn, maar daardoor groeikracht hebben, is een kunst op zich.
      • Von Machteld Veenker @
        Ja, het is steeds een evenwicht zoeken, een evenwicht vinden en het weer los moeten laten. Het verliezen en het weer zoeken in dat punt, ik als mens, en onze omgeving. Het punt zoeken en vinden van gedeeltes van die omgeving. Incompleet inderdaad. Het klinkt zo eenvoudig, het doen is voor mij de grootste klus die ik me ooit had kunnen voorstellen. We vinden sporters zo geweldig, maar dit vind ik onvoorstelbaar moeilijker. Niet onmogelijk, zeker niet wanneer er boeken zijn die even zo onvoorstelbaar helpen.
  • Von Marie Anne Paepe @
    Bezinnend zie ik vooreerst de omvattende mensheid als een 'work in progress', een 'werk in uitvoering' sinds eonen, waaraan op de huidige trap zonder uitzondering elke mens naar eigen kunnen en vermogen meewerkt en door onvermogen (onvolmaaktheid) gaten slaat in het levende mensheidsweefsel - binnenste buiten gekeerd kakofonisch klinkend in het heelal.
    Racisme is niet aan de orde in het door Mieke geschetste denkbeeld van een in ontwikkeling zijnde mensheidsorganisme - dàt is klaar. Wel vermoed ik een gevaar tot vervaging van het begrip, tot banalisering van het racisme, waar men het denkbeeld doortrekt in het dagelijkse denken en dan gewoon zou aannemen dat iedereen onderweg is, dus ook 'racisten' in het geheel van het mensheidsorganisme dat in ontwikkeling is, en daarnaar zou handelen.
    Hannah Arendt noemde de banaliteit van het kwade gedachteloosheid, een niet denken.
    Maandagavond vroeg ik Christine Gruwez tijdens onze autorit van Utrecht naar Antwerpen : 'Wat is het kwaad ?'. Zij antwoordde gedecideerd : 'Al wat de samenhang verstoort'.
    Het kwade in de samenhang gebracht verliest zijn storende werking. Dit vertaal ik als onze huidige opdracht tot mensheidsontwikkeling, dat een ontwikkeling aan het kwade is, wat geen gedachteloos gebeuren kan zijn in de mens als mensheidsorgaan.
    Het orfeïsch lierspel kan beginnen ! ...
    • Von Mieke Mosmuller @
      Het zal wel duidelijk zijn dat het hier niet ging om een bespreking van het racisme, maar om de idee van de mensheid als een samenhangend geheel, en in deze idee heeft racisme geen plaats.
      • Von Marie Anne Paepe @
        Ja Mieke, 'dat is klaar' heb ik geschreven. Ik sprak verder alleen mijn bezorgdheid uit en ook het kwade die jij inbracht probeerde ik in dit commentaar een plek te geven.
        En ik wil nog iets zeggen.
        Vorige week bezocht ik de momenteel lopende schilderijententoonstelling van Michaël Borremans in de Bozar (Brussel). In zijn portretten die niet echt portretten zijn poogt hij de universele mens uit te beelden. Ieder schilderij verstilde mij steeds dieper, sommige werken nog na in mijn hoofd, waarom dié juist weet ik niet, het zijn in de tussentijd vervaagde beelden, een vervloeiing van de éné in de andere - de doodse, bevroren portretten voorbij - mij voerend naar wat wezenlijk is in elke mens en ik houd mijn hart vast als ik zie hoe de mensheid slechts met haken en ogen aaneen hangt.
        Met behulp van 'Das menschliche Mysterium' kon ik me bevrijden van het sterke verlangen naar een volmaakt beeld, dit vorig jaar en nog steeds. Ik ondervind een sprong van onder andere de inwerking van het boek naar het meditatieve gedachteleven opgewekt door Borremans' schilderijen, een sprong niet naar een méér noch naar een minder maar wel naar een andere soort 'dimensie', een andere laag.
        Misschien is de sprong juist de groeikracht en maakt de groeikracht de sprong mogelijk in het zich ontwikkelend organisme van de omvattende mensheid ?
  • Von @
    Diese Gedanken der anfänglichen idealen Vollkommenheit haben mich schon immer sehr bewegt, wirklich innerlich bewegt. Und auch jetzt beim Lesen kam wieder der Impuls, dass wir uns dessen viel häufiger bewusst sein müssten. Das würde uns doch auch dem "richtigen Standpunkt" näher bringen, meine ich. Und es wäre eine heilvolle Quelle tiefen Urvertrauens. Ich sage mit dem Chansonier Reinhard Mey: "Ich wollte wie Orpheus singen...." Dankbare Grüße!
    Margareta