Home
>
Blog
>
Prometheus

Prometheus

Von

Mieke Mosmuller

23-07-2014 8 Kommentare Print!
Auf der Suche nach der Wahrheit in der Mitte zwischen den Gegensätzen verfolge ich meine Frage: Worauf beruht dieses stolze Gefühle, einzigartig zu sein, Individuum in einer Menschheit, von der man an sich sagen könne, dass sie ein sich entwickelndes Ganzes ist, von dem man ein Teil ist.

Ich wende mich dazu nochmals der griechischen Mythologie zu, und zwar der Prometheus-Sage. In ihr wird auf eine andere Weise das Selbstständigwerden des Menschen beschrieben. Hier hat dieses Selbstständigwerden einen Menschheitscharakter. Prometheus ist ein Sohn der Titanen. Er setzt sich für die Selbstständigkeit der Menschheit ein. Der griechische Tragödienschreiber Aischylos schreibt in seinem Drama “Der gefesselte Prometheus” (dieser spricht hier selbst):
“Denn sonst mit offnen Augen sehend sahn sie nicht,
Es hörte nichts ihr Hören, ähnlich eines Traums
Gestalten mischten und verwirrten fort und fort
sie alles blindlings, kannten nicht das sonnige
dachüberdeckte Haus und nicht des Zimmrers Kunst;
Sie wohnten tief vergraben gleich den winzigen
Ameisen in der Höhlen sonnenlosem Raum;
Von keinem Merkmal wußten sie für Winters Nahn
noch für den blumenduftgen Frühling, für den Herbst,
den erntereichen; sonder Einsicht griffen sie
alljedes Ding an, bis ich ihnen deutete
der Sterne Aufgang und verhülltren Niedergang;
Die Zahlen, aller Wissenschaften trefflichste,
Der Schrift Gebrauch erfand ich und die Erinnerung,
Die sagenkundige Amme aller Musenkunst.
Dann spannt ins Zugjoch ich zum erstenmal den Ur,
des Pfluges Sklaven; und damit dem Menschenleib
die allzugroße Bürde abgenommen sei,
schirrt ich das zügelstolze Roß dem Wagen vor.”

Er gab dem Pferd die Zügel, erfand das Segelschiff, war der Lehrer in den Anfängen der Heilkunst; er lehrte die Menschen die Prinzipien der Wahrsagerei anhand der Zeichen in der Natur, das Traumlesen und noch viel mehr. Wie er selbst sagt: Was Menschen wissen, von Prometheus haben sie es!

Prometheus stahl das Feuer aus dem Himmel und gab es den Menschen. Er nahm den hohlen Stengel einer Narthex-Staude (Riesenfenchel) und näherte sich damit dem vorbeikommenden Sonnenwagen. Zeus sah es nicht, weil er an einem anderen Ort mit Blitz und Donner beschäftigt war. Prometheus trug den brennenden Stengel schnell zur Erde und machte damit ein großes Feuer. Das Feuer, das nie müde wurde, kam so auf die Erde, und Prometheus lehrte die Menschen alle Möglichkeiten seines Gebrauchs.


Zeus sah von oben den Lichtschein des Feuers auf der Erde, und er entbrannte in furchtbarem göttlichem Zorn. Diese Tat des Prometheus, durch die der Mensch die Selbstständigkeit fand, hatte große Folgen für Prometheus selbst und für die Menschheit. Prometheus wurde auf Zeus’ Geheiß auf ewig an einen Felsen des Kaukasus gekettet, wo er es in der sengenden Sonne ertragen musste, dass ein Adler sich von seiner Leber nährte. Wenn die Sonne unterging und es dunkel wurde, heilte die Wunde wieder, um ihm am nächsten Tag von neuem durch den Adler zugefügt zu werden... Weil Prometheus ein Gott war, war er unsterblich und sein Leiden ohne Ende. Schließlich – nach zehntausenden von Jahren – wurde er aufgrund der Fürsprache von Apollo und Artemis nach Zeus’ Einwilligung von Herkules befreit.

Die Menschheit wurde gestraft, indem ihr Pandora mit einer Büchse gesandt wurde, die mit Übeln gefüllt war, unter denen die Menschheit fortan zu leiden hatte. Goethe hat in seinem Fragment gebliebenen Bühnenstück “Pandora” großartig beschrieben, wie Prometheus – derjenige, der “vor-denkt”, das heißt vorausdenkt, was geschehen wird – einen Bruder Epimetheus hat: derjenige, der “nach-denkt”. Epimetheus läuft den Tatsachen stets hinterher, weil er erst dann etwas bedenken kann, wenn es geschehen ist, eine Tatsache geworden ist. Prometheus warnte seinen Bruder vor dem Zorn des Zeus, doch Epimetheus sieht nichts Böses an Pandora. Sie ist die durch die Götter gebildete Allbegabte, die kommt, um Epimetheus zu verführen. Er lässt dies zu und ... die Büchse der Pandora öffnet sich. Heraus kamen die Sorge um das Dasein und die Hoffnung, dass einst alles gut werden wird...

Prometheus
Jan Cossiers - Prometeo trayendo el fuego, 1637Prometheus Von Mieke Mosmuller

Geben Sie einen Kommentar





Kommentare
  • Von Frans Cuijpers @
    Lezen van blog stimuleert tot nadenken, en tot studie. Ik beveel ter lezing aan: Teilhard de Chardin door dr. Bernard Delfgauw. Ik citeer uit dat boek: De grondstellingen van Teilhard de Chardin zijn de volgende: 1. De kosmos is onder al haar aspecten, de mensheid inbegrepen, enkel te begrijpen als voortdurende ontwikkeling, waarbij iedere fase haar eigen tijd heeft. 2. De stof is in beginsel bewuste stof, zij vereist echter een hoge organisatie om de drempel te kunnen overschrijden, waarover zij zich eerst als bewustzijn kan vertonen. 3. Er id in de stof een dubbele energie werkzaam: een tangentiele energie, die de stof in haar gewone fysisch- chemische reactiesbeheerst, en een radiale energie, waardoor de stof zich tot steeds hogere eenheden constitueert. 4. Er is parallelisme tussen complexiteit en interioriteit ( bewustheid). Pag.24
  • Von Machteld Veenker @
    Deze blog doet zeker denken - elke week is het een spannende en blijde gebeurtenis – ik lees en de volgende dag weer, net zo lang tot hij meegaat doen in mijn mee-denken. Edoch krijg ik ze zelf niet bij elkaar, deze proza-beelden, maar in de objektiviteit wel. Dat wil zeggen, delen ervan, altijd delen van een groter geheel. En toch is dat ene deeltje steeds een bijzonder kostbaar geheel voor dat moment. Er zijn boeken te raadplegen, of zelfs wikipedia – nooit gedacht dat ik dat nog eens zou doen - zo kom ik een heel eind. Maar er is dus inderdaad een grens aan meedenken.

    En dan..ontwarren geleidelijk denkknopen, verschijnen kostbaarste schatten,
    De blogverzen op zich zijn dat – zij strijken de wilde haren glanzend glad. Maar dan ontdek ik weer eens –tegen de dagelijkse wil en dank- hoe abstrakt smal alweer mijn kader van denken is. En daar komen zij aandrijven vanuit de schaduw in de zomerzon, als op het schilderij van Boticelli De geboorte van Venus - sereen en puur als zij op golven en stormen – zó Natura – nabij komt -zó zou ik willen zijn. Niet als specifieke schilderij- beeld zie ik dat, maar de werking van zoiets als serene uniciteit dat rechtop blijft en toch geheel meegaand. En dat is erg armoedig uitgedrukt. De Moeder Demeter die ik niet begreep, zou ik haar nu ook Sophia kunnen noemen? verschijnt als waar wij één mee waren – niet als mensenbeelden zie ik ze, maar de eenheid als warmte – is dat het vuur van Prometheus zijn offer? die zich mag gaan weven zoals Persephone dat deed. Zij werd afgeleid door Eros – wie niet?- dat wil ik al heel lang niet meer, en toch is zij nog een lastig parket - ik wil graag weer verder ‘weven en borduren’ zoals de jonkvrouwen dat rustig deden. Al is het te midden van het wereldwijde web.
    En natuurlijk verschijnt dan deze week Pandora met haar doos die voor ons nog lang niet leeg is, nog steeds is het pakjesavond voor de lange bange nacht waar mensen uit de wolken kunnen vallen. Niet als een fotobeeld zie ik dat, maar als mijn kleinste versprekingen waartoe ik me laat verleiden ze niet in te slikken en te zwijgen. Even is het te warm..
    De schatten zijn beelden als heilige helpers die me steeds aanzetten tot hen willen begrijpen. Tere relatie-draden met hen worden aangeraakt – ik heb ze dus niet en dat is lijden. Een subtiel begin van stil stillen van eeuwige honger. En dat vanuit een blog. Het is er dus ook niet zomaar een. Veel dank. En tot verdere dichtbije verzen*.

  • Von Frans Cuijpers @
    Het volgende citaat heeft als functie: meedenken. Uit het hogeraangehaalde boek ( pagina 82): Criterium voor
    de overschrijding van de drempel van dier naar mens is daarbij het dubbele kenmerk van vuurgebruik ( men denke aan
    de Prometheus- mythe) en gereedschapsvervaardiging ( in de vorm van een- of tweezijdig geslepen stenen). Dit dibbel
    kenmerk geldt algemeen bij de anthropologie als criterium, omdat het - in het bijzonder de vervaardiging van gereedschap
    - ZELFBEWUSTZIJN verraadt. En zelfbewustzijn is het criterium van de mens.
    • Von Machteld Veenker @
      Laat mij dan een poging doen mee te denken met jouw beide reakties van deze week, daar de laatste mij als reaktie aanziet van de mijne, maar dat weet ik niet zeker. Er is alleen maar van te leren toch?
      En dan moet ik eerlijk toegeven dat ik in jouw denkkader eerste instantie lang niet 1,2,3 kan vatten. Dus op zoek naar de sleutelwoorden en de naam van professor Delfgaauw. Die naam levert dan al direkt een soort van ‘tangentiële energie’ op, als ik me zo uit mag drukken – Ik zie de foto van professor Delfgaauw en herken hem direkt als de vader van een goede vriendin van mijn oudste broer. Ook hij woonde vroeger in Haren en was bij mijn ouders in hoog aanzien. Waarom is me altijd verborgen gebleven, ik was te jong. Tot vandaag - dat is toch leuk? Maar ik ken zijn werken niet.
      Dan een vraag: zou tangentieel hetzelfde kunnen zijn als evenwijdig aan?

      De punten 1 tm 4 zijn mij nu duidelijk. De sleutelwoorden waren tangentieel en interioriteit. Die zijn me nu duidelijk en kan ik de zinnen van Teilhard meedenkend volgen. Daarna kan zich eventueel ook een –eigen- mening vormen. Maar om Teilhard te begrijpen, mee te denken, hoeft dat dus helemaal niet.

      Teilhard benoemd naar mijn idee de categorieën van Aristoteles. Ik bedoel niet dat hij ze kopieert, maar hij gebruikt ze wel. Ik herken kwantiteit (‘dubbele’ kenmerken –van vuurgebruik-, ‘dubbele’ energie), kwaliteit (‘bewuste’ stof, ‘tangentiële en radiale’ energie,’ interioriteit’, ‘zelfbewuste’ mens), ruimte (tangentieel, radiaal, interioriteit), tijd (overschrijden van de dier naar mens), hebben (iedere fase haar eigen tijd ‘heeft’), doen (de stof zich tot steeds grotere eenheden ‘constitueert’), verschijning (de zelfbewuste mens). Allen zijn substantie (dat wat niet iets anders nodig heeft om er te zijn) maar die benoemt Teilhard naar mijn idee in deze citaten niet, evenals lijden en wezen. Het staat er nu zo een beetje te recht door zee, maar ik heb de citaten doorwerkt en zoveel mogelijk begrepen – het is werkelijk geweldig wanneer iemand de schepping probeert te begrijpen en dat ook nog in een logisch geheel kan omschrijven. Spannend om te lezen – in de zin van kan ik het volgen en de blijdschap als dat zo is. Frans, dank voor je studiestof.
      En waar waren we gebleven? Oh ja, bij Prometheus waaraan wij als mensheid door zijn voorzienigheid zoveel te danken hebben en wij met Pandora nog niet klaar zijn. Ik hoop van harte dat we tijd van leven hebben om Mieke Mosmuller nog lang met dubbel vuur mee te mogen denken.

      • Von Machteld Veenker @
        Pardon, 'wezen' is naast 'verschijning' toch aanwezig in de citaten van prof. Delfgaauw zijn boek over Teilhard de Chardin: dat is punt twee - 'De stof is in beginsel bewuste stof, zij vereist echter een hoge organisatie om de drempel te kunnen overschrijden, waarover zij zich eerst als bewustzijn kan vertonen.' Een hoge organisatie is het wezen die volgens de schrijver eerst als bewustzijn verschijnt.
        Ik ben er nu eenmaal aan begonnen, aan dit zijweggetje van citaten en dan blijven ze nog wel even bij me. Nogmaals, het ziet er wat hokjes-achtig uit, het is te kort, te weinig wat ik uit kan drukken vanuit de citaten en de blogteksten die bijna voortdurend meekijken, of waar ik kennelijk voortdurend naar kijk, soms denk ik er bewust aktief aan, soms zijn ze meer als een werking van ze aanwezig - een werking van de tekening van Heackel, van 'in den beginnen was er complexiteit', de Griekse groten, die maakt dat er ineens iets duidelijk is. En toch gaan we ook op verjaardagsvisite, maken een fietstocht en genieten van het mooie weer hier in het noorden, denken aan velen die rouwen, tekenen en spelen Bach en zoveel meer. Meerdere aparte lagen van leven, maar kennelijk kan het ook goed tegelijk. Soms vind ik het onvoorstelbaar. Een mens
        • Von Machteld Veenker @
          kan veel verstouwen, alleen niet alleen. Dank.
  • Von Frans Cuijpers @
    Aan de auteur van het blog de vraag waarom zij het begrip MENSHEID gebruikt bij haar filosofical reflections, en niet het begrip MENS, of wel de gemeenschap en niet het individu. Naar mijn mening bestaat DE mensheid niet; alleen in abstracto. Het echte leven ( en sterven) speelt zich af IN het individu. We spreken ook niet over DE godheid, maar over een concreet wezen. Christenen behoren de naam te kennen van dat wezen !
    • Von Mieke Mosmuller @
      Ik tracht met de reflecties te komen tot een begrip van de Mens, die aan de ene kant een individu is, maar aan de andere kant ook deel van de mensheid als geheel is. In het beeld van Persephone zie ik een Griekse imaginatie van de impuls tot individueel zelfbewustzijn; in Prometheus meer een zelfstandig worden van de mensheid als geheel. Als we tijd van leven hebben benaderen we zo - langzaam en voorzichtig - het concrete Wezen, het individu. Ik tracht vanuit de nadering van het Wezen te komen tot de naam. Je kunt immers ook wel de naam zeggen en toch het wezen niet kennen.