Ongeveer twee jaar geleden schreef ik over Adam Kadmon en met Pinksteren, in 2015, gaf ik een seminar in het Berner Oberland met als titel: Het zuivere denken en het opstandingslichaam. In dit seminar werd het wezen van Adam Kadmon duidelijk, en wel hoe het in de anthroposofie wordt begrepen. De inhoud van dit seminar is nu in boekvorm uitgegeven en dit verschijnt deze week (in het Duits). Het begrip van het wezen van Adam Kadmon wordt hierin verdiept en heeft tevens een christelijke betekenis gekregen.
De blogtekst van twee jaar geleden staat hieronder nogmaals, als een inleiding op het nieuwe boek.
In de blogteksten die vanaf mei 2014 verschijnen tracht ik als eerste mijn visie op de vraag 'Wat is de mens?' te geven. Van belang is dan het beeld van de oospronkelijke mens, die aan het begin staat van de schepping. Die mens was er in al zijn volmaakthieid reeds en is het beeld voor wat wij zelf als mensen ooit kunnen worden. Zulke beelden leven in alle religies.
In de Kaballah, die zijn oorsprong vond in de esoterische joodse religie, vinden we de uitbeelding van de relatie tussen het eeuwige, het onsterfelijke heelal dat God is, en het eindige sterfelijke waarin wij leven, dat gezien wordt als Gods Schepping. Deze goddelijke schepping wordt Adam Kadmon genoemd. Maar we moeten hier niet denken aan de Adam die met Eva verjaagd werd uit het paradijs (Genesis 3), maar aan de oorspronkelijke Adam in het Paradijs. De mens die leeft op de aarde, na de uitdrijving uit het paradijs, heeft drie goddelijke eigenschappen verloren. Adam Kadmon stond door die drie eigenschappen naast God, het zijn: wijsheid, heerlijkheid en onsterfelijkheid.
Adam Kadmon steeg uit het Goddelijke Hoofd op. Hij is van God niet te onderscheiden, maar is tevens naast God aanwezig, als schepping van de wereld. Hier vinden we een gelijkenis met het begin van het Evangelie volgens Johannes, waar gezegd wordt dat het Woord, door wie alles geworden is, bij God was, en dat het God was. Adam Kadmon kunnen we leren zien als de schepping van het universum, die de oorspronkelijke mens is, de 'macroanthropos' als macrokosmos.
De eigenschappen van Adam Kadmon zijn de tien Sephirot. Ze zijn de grondleggende deugden van het levende universum, de universele genieën, en zo tevens de mogelijke deugden van de mens.
Kether is de Kroon, de heerschappij over alle eigenschappen
Hokhmah is de Wijsheid
Binah is de Intelligentie
Deze drie vormen het hoofd van Adam Kadmon
Tiferet is de Schoonheid, de zuiverheid
Hesed is de Genade, de Barmhartigheid
Geburah (Din) is de Rechtvaardigheid
Deze drie vormen de borst en de armen van Adam Kadmon
Jesod is het Fundament.
Netzah is de Volharding
Hod is de Glorie, de Roem
Deze drie vormen de buik en de benen van Adam Kadmon
Met zijn voeten staat hij op Malkhut, dat is het Rijk, het Koninkrijk.
Hier zien we een prachtig beeld van hoe wij, menselijke wezens, elk van ons ons zouden kunnen waarmaken - tenslotte. Geleidelijk aan zouden we ons ontwikkelen tot wijze, intelligente, schone, barmhartige, rechtvaardige, sterke, volhardende en glorieuze mensen - en we zouden al deze morele genialiteit weten te beheersen door de Kroon die we zouden dragen. We zouden leren samen te leven in een koninkrijk van koningen.
Adam Kadmon door Hildegard von Bingen (1098 - 1179)
Adam Kadmon - 2 door Mieke Mosmuller