In het volgende deel van het artikel 'Enig mogelijke kritiek op de atomistische begrippen', van Rudolf Steiner, wordt het principe van kennis gebaseerd op ervaring nog eens duidelijk geformuleerd. In dit artikel van de nog zeer jonge Steiner is de wonderbaarlijk muzikale compositie al aanwezig. Hij preludeert op het eerste thema - dat deze omkering van de positie in het kennen is, stellend dat de zintuiglijke waarneembare objecten een vorm zijn van de in het innerlijk aanwezige begrippen, dat de laatste dus de basis vormen en de eerste een andere vorm daarvan zijn, die wel noodzakelijk zijn - en komt dan tot een herhaling van de preluderende tonen, uitmondend in een eerste grootse uitvoering van het thema, dat de verlossing brengt van het volledige begrip ervan.
Rudolf Steiner in de volgende alinea van het artikel:
'Daaruit kunt u tegelijk zien hoe onvruchtbaar het zou zijn om iets over de buitenwereld uit te maken zonder de hulp van de waarneming. Hoe kan men het begrip in de vorm van de aanschouwing bemachtigen, zonder de aanschouwing zelf te volbrengen?
Pas wanneer men zich realiseert dat het begrip en idee is, wat de waarneming biedt, maar in een wezenlijk andere vorm dan die van het zuivere denken dat van alle empirische inhoud bevrijd is en dat deze vorm de doorslaggevende factor is, begrijpt men dat men de weg van de ervaring moet nemen. Maar als men ervan uitgaat dat de inhoud het maatgevende is, dan kan tegen de bewering dat dezelfde inhoud verkregen kan worden op een manier die onafhankelijk is van alle ervaring, niets worden ingebracht. Ervaring moet dus de stelregel van de natuurfilosofie zijn,
maar tegelijkertijd de erkenning van het begrip in de vorm van de uiterlijke ervaring. En hier is het, waar de moderne natuurwetenschap, door niet een duidelijk begrip van ervaring te zoeken, op een dwaalweg kwam. Op dit punt werd ze herhaaldelijk aangevallen en kan ze ook gemakkelijk aangevallen worden.
In plaats van het a priori karakter van het begrip te erkennen en de zintuiglijke wereld te beschouwen als slechts een andere vorm van hetzelfde, ziet ze het begrip als een louter afgeleide van de buitenwereld, die haar absolute Prius is. De vorm slechts van een ding wordt zo bestempeld als de zaak zelf. Uit deze onduidelijkheid van de begrippen komt het atomisme voort, voor zover het materialistisch is. Wij willen dit hierbij op grond van het voorgaande aan een zorgvuldige en, zoals ik geloof, enig mogelijke kritiek onderwerpen.' (cursiveringen door MM).
Bespreking van het artikel 'Enig mogelijke kritiek op de atomistische begrippen.' van Rudolf Steiner uit 1882. Deel twee door Mieke Mosmuller