In de Middeleeuwen bloeide de School van Chartres, waar grote religieuze geleerden leefde met de Platonische en Pythagorese idee dat de bemiddeling tussen God en de wereld ligt in de wiskunde, met name in de principes van de geometrie, maar die worden tevens bepaald door het begrip ‘grootte’, wat een arithmetisch begrip is, dat reikt tot in de geometrie. Deze geleerden zagen God als de Grote Geometer, die het Al naar deze principes heeft geschapen - zoals we dit ook in de Platonische dialoog Timaeus kunnen vinden. Dit leefde tot in de Middeleeuwen voort en deze leraren van Chartres hebben min of meer bewezen, dat de wiskundige principes geen grondbeginselen van luchtkastelen zijn, maar dat men er een kathedraal mee kon bouwen. Ingeburgerd is de uitspraak dat de kathedraal van Chartres ‘bevroren muziek’ is, omdat deze geheel geconcipieerd is naar de muzikale intervallen, met als grondplan een pentagon, waaruit de gulden snede werd genomen als afmeting waarmee de gehele kathedraal vervolgens werd uitgewerkt - en tenslotte ook werkelijk gebouwd, waarmee wel bewezen werd dat deze principes standvastig zijn tot in het gebruik van steen! Men zocht naar de overgang van de proporties van het menselijk lichaam naar de proporties in de kathedraal, waardoor tevens een overeenstemming en inzicht bereikt hoopte te worden in de proporties van de schepping in zijn geheel.
Er bestaan schetsen van een zekere Villard de Honnecourt uit die tijd, waarin hij de volgende proporties aangeeft voor de cisterciënzer kathedraal van Chartres:
- De lengte van het schip van de kathedraal staat in een verhouding van 2:3 tot het transept, wat muzikaal gezien een kwint is.
- De verhouding van 1:2, het octaaf, ligt tussen de zijbeuken en het schip. We vinden deze ratio ook tussen de lengte en breedte van het transept enerzijds en de hoogte binnen in de kathedraal.
- Het schip staat tot het koor als 4:3, wat een muzikale kwart is.
- De zijbeuken in hun totaliteit staan tot het schip in de ver- houding van 5:4, wat een terts is.
- De kruising, liturgisch en esthetisch het centrum van de kerk rust op de verhouding 1:1, wat unisono is, de meest volmaakte samenklank.
Dit zou werkelijk een meditatie waard zijn, denkend aan de ‘rechtvaardigheid’ als werking van de stelling van Pythagoras. In deze proporties in de ruimte wordt nog een veel machtiger gerechtigheid voelbaar, omdat blijkt dat men met muzikale intervallen bouwen kan!
(Citaat uit: Mieke Mosmuller, Het geheim van het getal. Occident, 2019)
Chartres - 4 door Mieke Mosmuller