Niet slechts de gedachtenmacht verliest nu zijn eigenheid, de mens spreekt tot het wereld-al, terwijl hij zichzelfvergeet, en zich bevrijdt uit de boeien van de eigenheid. Vergeten is het zelf, maar niet de oorsprong ervan in de geestelijke werelden. Dat is juist wat het groeiende ik nu spreekt tot het wereld-al, dat het daarin het echte wezen van het ik doorgrondt. Je kunt je als mens leren voelen, wortelend in de geestelijke werelden, in het wereld-al, en je aardse eigenheid leren vergeten.
De illusie van de eigenheid wordt geofferd om tot het doorgronden van het echte wezen van het ik te kunnen komen, dat weet dat het de oorsprong niet in de aarde heeft, maar in de geestelijke werelden. Een spreuk uit Rudolf Steiners ziele-kalender wordt veel meer, wanneer je tracht om in een meditatie je daarmee te vereenzelvigen, dat wil zeggen, dat je probeert je ook werkelijk zo te beleven, als in de spreuk wordt aangeduid. Het is niet een vermaning die in de spreuk ligt, het is een feit. Maar we zijn ons deze feiten in het gewone leven helemaal niet bewust. Dit bewustzijn wordt ontwikkeld door een op de juiste wijze zich verdiepen in de beschreven toestand.
Es spricht zum Weltenall, Sich selbst vergessend Und seines Urstands eingedenk, Des Menschen wachsend Ich: In dir, befreiend mich Aus meiner Eigenheiten Fessel, Ergründe ich mein echtes Wesen.Tot het wereld- al spreekt,zichzelf vergetenden gedachtig zijn eigen oorspronghet groeiende ik van de mens:In u, bevrijdend mijzelfuit de band van mijn eigenheden,doorgrond ik mijn echte wezen.Contemplatie door Mieke Mosmuller