We zaten op een terras in de zon met een glas koel water. Een echtpaar betrad het terras. Eerst kwam de vrouw, ik denkt dat ze 85 was. Ze moest drie trapjes omhoog om het terras te bereiken en deed dit perfect. Achter haar kwam haar man, op het eerste gezicht zo'n 95 jaar oud. Hij moest zich veel meer moeite doen om deze drie trappen te overwinnen en deed het met een looprek dat opvouwbaar was. Nadat hij het terras had betreden en het tafeltje bereikte, vouwde hij het rekje op en vond zijn plaats op een oncomfortabele houten stoel. Terwijl hij zich deze moeite deed maakte hij grappen met de mensen waar hij langskwam. Nadat hij was gaan zitten sprak hij levendig met zijn vrouw, ze bestelden drankjes, hadden een lang gesprek met het meisje dat de bestelling opnam en enige tijd later kwam er een andere oudere vrouw het terras op en voegde zich bij hen. Blijkbaar wilden de dames naast elkaar zitten en naar de zee kijken - en dus stond de man op, verplaatste zich van stoel naar stoel naar de andere kant van de tafel en nam weer geanimeerd deel aan de conversatie. Weer een tijdje later kwam er een jongere vrouw vrolijk aan tafel. Ze was in het gezelschap van drie opgroeiende meisjes, alle drie heel mooi . De oude man keek met tevredenheid naar hen... Ze kwamen een voor een naar hem toe en omhelsden hem hartelijk.
Het geheel vond plaats onder onze ogen, je kon het onmogelijk niet zien - en we hebben er van genoten. Hier werd weer een bewijs gegeven van de waarheid: het ik veroudert niet! Het was duidelijk dat de man heel, heel oud was en dat hij last had van het ouder worden van zijn lichaam. Het was zichtbaar dat hij zijn lichaam met zich mee moest slepen, alsof het een zwaar gewicht was en dat hij steun moest zoeken om daartoe in staat te zijn. Je kon zien dat hij leed onder het gemis aan fysieke energie en kracht, aan vitaliteit, en dat hij verlangde naar rust. Aan de andere kant kon je zijn geestige en wakkere geest zien, die dit alles organiseerde: het nemen van de trappen met het looprek, het opvouwen ervan, het vinden van zijn stoel, het voorzichtig erop gaan zitten - en dan de gehele vrijheid van geest om te converseren en grappen te maken.
We moeten twee soorten ogen hebben om dit te kunnen zien: de fysieke ogen zien het oude vergankelijke lichaam en dat is alles wat ze zien, maar de geest ziet de geest en de geest wordt niet ouder,voor zover hij vrij bewust in zichzelf is. Voor zover het alleen maar het lichaam is dat doorleeft, terwijl het ouder wordt en dan de geest met zich neemt in het ouder worden, zal de geest mee verouderen. Maar hier, in deze zeer oude man, was de intelligentie zo jong en wakker als altijd.
Iedereen kan de intelligentie zien met de intelligentie, de geest met de geest, de ziel met de ziel. In het Engels is er het woord 'mind', dat al deze bovenlichamelijke processen samenvat. We hoeven niet helderziend daarvoor te zijn, het is alleen maar een verschuiven van de opmerkzaamheid, en wel van de fysieke zintuigen naar het beleven van de ziel. Dat is helemaal geen ongebruikelijke activiteit, we ontplooien die telkens wanneer we werkelijk luisteren naar wat iemand zegt. Het is wel ongebruikelijk met dit luisteren te zien - dit luisteren, dat niet alleen maar horen is, maar een begrijpende kwaliteit. Als je gewend raakt om te zien met je begrijpende vermogen, dan zie je de intelligentie van de mensen – en als je die ziet, dan zal het steeds meer en meer onmogelijk worden om hen niet lief te hebben.
Bij het kijken naar een jong kind is het normaal dat je zijn intelligentie ziet - al weet je dat misschien niet - want het toont dit in al het fysieke spelen Het is de intelligentie die speelt en met het fysieke oog kan dit worden gezien. In volwassen mensen is de intelligentie voor de ogen verborgen, maar is zichtbaar voor de geest... En de geest veroudert niet.
De geest ziet de geest door Mieke Mosmuller