Met Pasen voelen we ons als opgestaan uit onze vage lichamelijke gedachten. In de lente schijnt de zon heel helder en al warm en al onze zintuigen lijken te worden verhelderd en verwarmd door de lentezon. De zon lijkt vanuit de verten van de kosmos tot al onze zinnen te spreken en we voelen geweldige vreugde daardoor. Die vreugde juicht in de diepten van onze ziel en we kunnen leren voelen hoe deze oprijst tot aan de stralen van de zon en zich ermee verenigt. Ik kan mijzelf voelen, ingebed in de warme zonnestralen en ik antwoord met grote vreugde, die uit mij komt, uit mijn gewaarworden.
Deze vreugde lijkt gedachten los te maken, uit de omhulling van mijn zelf te bevrijden. Zij schijnen als het ware terug in de kosmos, vanuit mijn ziel, mijn etherische lichaam, mijn fysieke lichaam, als was het een koor dat
Halleluja! zingt. Vanuit mijn gewone bewustzijn hoor ik het koor niet geheel, maar in de diepte kan ik bemerken hoe de tonen in harmonie klinken en hoe zij het menselijke wezen verbinden met het zijn van de geest. Het is het fysieke lichaam dat begiftigd wordt met nieuwe levenskrachten.
In andere woorden...:
De geestelijke hogere wezens die de zon zijn - dus niet het natuurkundige object zon - verenigd in de Opgestane Christus, beroeren mijn zinnen, mijn zien, mijn horen, voelen, proeven, ruiken... Ze doordringen mijn gehele zijn, mijn fysieke lichaam, tot in het merg van mijn gebeente. Daardoor komt een diep innerlijke vreugde als een antwoord uit de diepten van mijn ziel en het verenigt zich met het licht in het schouwen. Het is de kracht van de opstanding van het lichaam die dit diep innerlijke gevoel van vreugde tevoorschijn roept. Door de vereniging van vreugde en de geestelijke zon is er tevens een vaag beleefde vereniging van het mensenwezen en het zijn van de geest. Dit wordt verwerkelijkt door de gedachten die door de innerlijke vreugde worden opgeroepen - gedachten die weliswaar niet op de gewone wijze worden gedacht, maar die van de omhulling van het zelf tot in de kosmische verten van de wereld trekken.
Wenn aus den WeltenweitenDie Sonne spricht zum MenschensinnUnd Freude aus den SeelentiefenDem Licht sich eint im Schauen,Dann ziehen aus der Selbstheit HülleGedanken in die RaumesfernenUnd binden dumpfDes Menschen Wesen an des Geistes Sein.Wanneer uit de wereldwijdtenDe zon spreekt tot de mensenzinEn vreugde uit de zielendieptenMet het licht zich verenigt in het schouwen,Dan trekken uit de omhullingen van het zelfGedachten in de ruimtevertenEn verbinden dofHet mensenwezen met het zijn van de geest.Rudolf Steiner, Weekspreuken nr. 1.
Met Pasen vieren we de opstanding van het lichaam uit de dood. Zoals in de natuur de dood wijkt voor het leven, zoals de planten weer beginnen te groeien en te bloeien, zo maken de doodskrachten in het menselijke lichaam plaats voor het leven.
In de herfst treedt het omgekeerde op: de natuur sterft en op de grond van deze stervende, wijkende natuurkracht kan de menselijke geest ontwaken en zichzelf bewust worden.
Noli me tangere, Fra Angelico
De mens en Pasen door Mieke Mosmuller