Met beide heftige dieren hebben we in deze Corona-crisis te maken. De draak verschaft de gegevens waar de stier op reageert als op een rode lap. Helemaal wild is die geworden. En je voelt wel heel goed dat je meegesleurd zou kunnen worden. Want de feiten lijken feiten, de cijfers zijn cijfers en de maatregelen zijn dus terecht, noodzakelijk, en wie zich anders uitspreekt is een misdadiger tegen de mensheid. Het is dus wel bijzonder dat er hier en daar nog iemand is die moedig iets durft te zeggen dat tegen de stier in gaat. Maar de horens zijn hard en scherp en de vaart is vol…
Nu leven we ondanks alles toch naar Pasen toe en volgende week is de goede week, de heilige week, de lijdensweek. We kunnen niet naar de Matthäus Passion of de Johannes Passion want die uitvoeringen zijn vervallen. Daarin zouden we in machtige koren hebben kunnen horen hoe de stier van de publieke opinie brult en aanstormt. En daar is het wel duidelijk hoe die suggereert en bedriegt – en bedrogen wordt. In de Evangeliën kunnen we meebeleven hoe de spanning wordt opgebouwd, hoe de openbare mening wordt gecultiveerd en ook met dreigementen wordt afgedwongen. Het zijn oerbeelden. Het volk dient de overheden te geloven en te gehoorzamen.
Maar hoe zit het nu werkelijk? Tot op zekere hoogte zijn alle meningen interessant. Maar wanneer ze tot gebeurtenis worden, mogen we als denkende mensen toch minstens wel vragen: Wat is de waarheid? Zonder daarmee iets verder te willen suggereren. Ik stel niet de Pilatus vraag: Wat is waarheid? Maar we zijn in een situatie beland die de hele wereld aan gaat en waarin we toch werkelijk wel mogen vragen: Wat is er in waarheid aan de hand? Die waarheid bestaat namelijk in elk geval. De kunst is om haar te vinden.
Hier het oerbeeld van de publieke opinie.
Johannes 7, 40.
Op het horen van deze woorden zeiden sommigen van het volk: “Dit is inderdaad de profeet.”  Anderen zeiden: “Het is de Messias.” Weer anderen wierpen op: “Komt de Messias soms uit Galilea?  Heeft de Schrift niet gezegd, dat de Messias komen zal uit het geslacht van David en uit Bethlehem, het dorp waar David woonde?”  Zo ontstond er dus om Hem verdeeldheid onder het volk.  Sommigen hunner wilden Hem gevangennemen, maar niemand sloeg de hand aan Hem. Â
Toen dan ook de dienaars bij de hogepriesters en FarizeeĂ«n terugkwamen, vroegen dezen hun: “Waarom hebt gij Hem niet meegebracht?”  De dienaars antwoordden: “Nooit heeft iemand zo gesproken als die man.”  Waarop de FarizeeĂ«n zeiden: “Hebt gij u soms ook laten bedriegen?  Heeft dan een van de overheden of van de FarizeeĂ«n in Hem geloofd?  Dat volk, ja, dat de Wet niet kent; vervloekt zijn ze!” Â
Maar een uit hun kring, Nicodemus, die vroeger bij Jezus gekomen was, merkte op: “Veroordeelt onze Wet iemand zonder hem eerst te horen en te vernemen wat hij doet?”  Zij gaven hem ten antwoord: “Zijt gij soms ook uit Galilea? Zoek maar na en gij zult zien dat de profeet niet uit Galilea opstaat.”  Toen ging ieder naar huis. Â
Dit is van alle tijden en alle groeperingen en alle overheden.
De publieke opinie - 2 door Mieke Mosmuller