Ja, ik had nooit gedacht dat ik nog eens voor een camera zou spreken.
Spreken is voor mij heel vertrouwd, ik geef veel seminars en lezingen, maar zo spreken voor een camera is iets heel nieuws.
En daarom heb ik, om er in zekere mate in te komen, een tekst meegenomen om voor te lezen.
Ik heb deze tekst in 2017 geschreven, voor een bepaalde gelegenheid, en ik heb toen geprobeerd om in slechts één of twee pagina's samen te vatten waar we ons volgens mij als mensheid op moeten bezinnen.
Ik zal deze tekst dus eerst voorlezen.
En ja, natuurlijk was er toen nog geen sprake van een corona-crisis, maar misschien voelen we in de woorden dat er zoiets als dit onderweg is.
De waardigheid van de mens.
Wie de situatie in de wereld probeert te overzien - al zijn de gegevens om tot zo’n overzien te komen absoluut ontoereikend - zal in elk geval een indruk krijgen dat er met de mensheid iets ernstigs aan de hand is.
Er wordt veel gesproken over klimaatverandering en milieu.
Maar de veranderingen die in de mensheid gaande zijn, blijven grotendeels onbesproken.
Eens erkende de denkende mens een ‘prima philosophia’. Een eerste filosofie.
Dat betekende dat er een rotsvast vertrouwen bestond in de menselijke mogelijkheid om waarheid vast te stellen — niet in alle dingen en feiten weliswaar, maar wel als een principiële aanleg.
De evolutietheorie ging daar in feite ook nog van uit, hetgeen blijkt uit de naam voor de mens: homo sapiens, wetende (of zelfs wijze) mens.
Een fase daarboven is dan de homo sapiens sapiens, dat is de mens die wetend van het weten is: de zelfbewuste mens.
Het ligt in de verwachting dat de ontwikkeling daar niet ophoudt.
Men zou een verdere verfijning van de Homo Sapiens Sapiens willen overwegen.
De technologie wil het proces overnemen en een nieuwe mens produceren, de met kunstmatige intelligentie bevruchte mens.
Dit is een doel dat we vinden in de beweging van de singulariteit en het transhumanisme.
Maar men zou zich natuurlijk kunnen voorstellen dat ook biologische en wat betreft ziel en geest de mens van nu geen volledig afgerond wezen is en dat een verdere ontwikkeling, een verdere verfijning van de menselijke vermogens mogelijk zou moeten zijn, niet een mens die "verbeterd" is door technologie, (en dan verbeterd tussen aanhalingstekens).
Ik bedoel dan niet zo'n mens, maar werkelijk naar ziel en geest, het leven, het fysieke lichaam ontwikkeld, dus een mens voorbij aan de Homo Sapiens Sapiens.
Nu is het juist dat wat de huidige ontwikkeling lijkt tegen te spreken.
Geen verfijning treedt in, maar een ware terugval lijkt ons te bedreigen.
Het ziet ernaar uit dat het mensenras degenereert en decadent wordt.
Misschien ziet niet iedereen dat zo.
Mogelijk vinden mensen de staat waarin we verkeren prima.
Maar er zijn toch ook veel stemmen hoorbaar die bezorgde woorden spreken.
In de 19° en 20° eeuw werd met de prima philosophia afgerekend. Men heeft vastgesteld:
De waarheid bestaat in feite niet, ze is een grootheid die hooguit gezien kan worden als iets dat enigszins benaderd kan worden door wetenschap en communicatie, maar de waarheid doorschouwen kunnen wij niet.
Evidence based is de wetenschap, en haar waarheid geldt tot aan de falsificatie - d.w.z. tot het tegendeel kan worden bewezen.
Voor het overige geldt: hoe meer mensen iets erkennen, des te groter de kans dat het ook zo is. Dat geldt tegenwoordig voor waarheid.
Daartegenover staan de machtsgroepen die niet nastreven dat de mens zich verder ontwikkelt, maar die op de een of andere manier trachten de mens(heid) in de hand te krijgen.
Wat wil ik nu eigenlijk zeggen?
De filosofie die ervan uit ging dat ‘waarheid’ binnen het bereik van het menselijke denken ligt, is door de moderne filosofie ontkracht.
De moderne aanschouwing van de mens en van zijn kenvermogen ziet ‘waarheid’ als een fenomeen, dat door vele factoren wordt bepaald, waardoor zij zich niet laat vatten, zeker niet door een menselijke denker in eenzaamheid.
In groepen kan de waarheid tot op zekere hoogte op basis van consensus worden benaderd, maar de mens als zodanig in zijn stoel, in eenzaamheid, kan dat nooit.
Waarheden zijn benaderbare, ongrijpbare, voorbijgaande denkbeelden, medebepaald door het paradigma van de tijd.
Wat eerst een filosofische vaststelling was, waarvan de mens in het leven van alledag geen besef hoeft te hebben, wordt meer en meer iets wat ‘waar gemaakt wordt. In die zin ziet men steeds meer de opvatting ontstaan dat alles maakbaar is.
Ik meen niet hiermee een complottheorie te onthullen. I
Ik beschouw de feiten.
Had men eerst de opvatting dat waarheid niet bestaat, inmiddels wordt deze opvatting wereldwijd ‘waargemaakt’.
Maar je kunt niets waar maken zonder een ontwikkeling naar echte wijsheid.
Geen enkele wetenschap, filosofie, psychologie of religie kan hier helpen.
En hier komt de vraag, is de mens slechts een kennend wezen?
Natuurlijk niet.
Wanneer we onszelf als mens vergelijken met de andere rijken in de natuur, wordt meteen duidelijk dat we een bijzondere plaats innemen in de natuur.
De plant denkt niet aan goed en kwaad, ze geeft zich over aan de omstandigheden en doet wat ze in zich draagt.
Het dier wordt geleid door verlangens en kan zich door middel van lust op een bepaalde manier gedragen die wij als mens 'het kwaad' zouden noemen.
Maar bij het dier zouden we dit niet zo zeggen.
Als een dier uit instinct een ander dier met lust verslindt, dan zouden we niet zeggen dat het dier kwaadaardig is, want het zit gewoon in de aard van de ziel van het dier.
Maar de mens heeft een mogelijkheid om kennis te hebben van goed en kwaad.
En dat is misschien wel het hoogste cognitieve vermogen dat de mens nu heeft.
De mens heeft een geweten, dat vinden we nergens in de natuur, alleen in de mens.
En het behoort tot het geweten dat we de mogelijkheid hebben om naar onszelf te kijken, om onszelf in die zin te beoordelen.
Dat is natuurlijk niet zo gemakkelijk, het is veel gemakkelijker om goed en kwaad in andere mensen te beoordelen dan in zichzelf, maar we kunnen het wel en we doen het voortdurend.
Het geweten spreekt eigenlijk een duidelijke taal gedurende het hele leven.
Natuurlijk kunnen we er niet naar luisteren, dat blijft altijd mogelijk, maar spreken doet het in ieder geval. En dat maakt de mens een heel bijzonder wezen in de natuur.
En we hebben dan in de loop van de tijd gezien dat de wetenschap, de kennis van de natuur, steeds verder gaat, maar deze wetenschap vindt dit vermogen tot geweten in de mens niet terug, dat blijft een mysterie.
Men kan de functies van alle organen in de mens wetenschappelijk onderzoeken, het geweten kan men niet vinden.
En ik wil in deze eerste uitzending benadrukken dat wij als mensen allemaal gewetensvol zijn en dat we dit niet mogen verliezen door een overdaad aan gegevens en feiten.
Hierdoor wordt ons denken en ook ons gevoel in bepaalde richtingen gebracht en kan het gemakkelijk gebeuren dat deze stille maar heldere gewetensstem niet meer wordt gehoord.
En dan komen we bij onze huidige tijd, waarin we als mensheid in een crisis verkeren.
Voor mij is deze crisis geen gezondheidscrisis, dat kan wel de oorzaak zijn, maar voor mij is deze crisis uiteindelijk een gewetenscrisis geworden.
Gezondheid is het hoogste goed, of zo lijkt het.
Maar ik zou zo graag willen dat wij als mensen nadenken over wie we werkelijk zijn.
Dit zijn niet alleen gezond functionerende lichamen.
We zijn wezens die een geweten hebben, we weten onderscheid te maken tussen goed en kwaad en dat is onze waardigheid. We hebben een waardigheid als mensheid.
En die waardigheid vinden we in ieder mens.
Het maakt niet uit waar we geboren zijn, hoe we eruitzien, of we ja of nee hebben gestudeerd, of we virologen zijn, of epidemiologen, of huisartsen, of kinderverzorgers, of wat dan ook, we zijn mensen.
En mensen moeten zich op de waardigheid bezinnen.
Als dit in deze gezondheidscrisis was gebeurd, zou de gang van zaken er heel anders hebben uitgezien.
Dat is wat ik in de eerste plaats wil benadrukken. En ik ga er de volgende keer graag mee door.
De Waardigheid van de Mens door Mieke Mosmuller