In het afgelopen jaar heb ik elke week een spreuk uit de 'weekspreuken' van Rudolf Steiner gepubliceerd. Na een heel jaar ben ik dan nu weer terug om mijn wekelijkse teksten te vervolgen. Ik zal een begin maken met een bloemlezing uit mijn actuele seminars.
Zondag 31 maart waren we in Ãœberlingen. Het thema is al sedert jaren: Hoe wordt het denken tot oog voor de geest. Langs allerlei toegangen trachten we die weg te belichten en voor zover mogelijk ook te gaan.
Deze keer was de toegang de meditatie, zoals die door Rudolf Steiner is gegeven, waarbij het er op aan komt, dat het uitgangspunt gezocht wordt in het zuivere, zintuigvrije denken, en dat van dat punt uit geoefend wordt om ook het voelen en het willen zo totaal als mogelijk in de meditatie over te geven.
Het is heel goed mogelijk om een gedachte eerst te denken, daar enige tijd in stand te houden, dan het gevoel erin te laten stralen en tenslotte alle wilsinitiatief erin over te geven. Daardoor maakt het innerlijke leven zich tenslotte los van de ondergrond van het lichaam en moet een nieuwe standvastigheid van bestaan vinden. Die standvastigheid kan niet alleen in de meditatie worden ontwikkeld, daarvoor is een intensieve zelfopvoeding noodzakelijk.
Het is telkens weer wonderbaarlijk welke innerlijke ervaringen de deelnemers hebben - ieder voor zich .
In het tweede deel hebben we ons verdiept in de wereldsituatie en de vraag hoe je als mediterende mens daarvoor iets kunt betekenen. Het is wel duidelijk dat je als mens alleen niet veel te betekenen hebt. Maar wanneer je de hulp weet in te roepen van de hogere Hiërarchieën, dan verandert dat uiteraard. Hieraan heb ik in de afgelopen jaren veel aandacht gewijd, en ik verwijs hierbij naar de betreffende literatuur, Mieke Mosmuller: De Hemel op Aarde; Uit Hemelhoogten; Over de Hierärchieën der Engelen. De derde Hierarchie.