Home
>
Blog
>
De ziel

De ziel

door

Mieke Mosmuller

25-05-2016 6 commentaren Print!

Woorden hebben veel verschillende betekenissen en associaties. Ik zal proberen de betekenis van het woord 'ziel' te geven zoals ik deze gebruik. In het leven op aarde hebben we een helder bewustzijn van het bestaan van ons lichaam – zo lang als we niet slapen. Zelfs als ik nooit filosofische reflecties heb, dan heb ik toch besef van mijn bestaan als een levend lichaam. Ik heb niets anders dan dit weten. Ik moet de dood vrezen – want het betekent het einde van mij. Het blijft een onopgelost raadsel waar mijn bewustzijn vandaan komt, en wanneer ik deze vragen aan de wetenschap stel, krijg ik geen duidelijke antwoorden. Ik had eens een openbare discussie met een professor aan de universiteit, die beweerde dat het menselijk bewustzijn niet verschilt van het 'bewustzijn' van een computer, van een robot. Het enige wat een mens dan zou zijn, is een 'smart' lichaam met slimme hersenen. Technici proberen deze slimheid te 'lezen' en  kopiĂ«ren die zo perfect als mogelijk – en het is slechts een kwestie van tijd, totdat dit perfecte stadium zal zijn bereikt - zo menen zij. In deze opvatting over de mens is er geen plaats voor een ziel, deze heeft geen enkele zin.


Mijn visie op de ziel is uitgebreider, niet beperkt tot het bestaan van het lichaam. Ik noem de ziel een 'zij'. Niet omdat zij een vrouw is die gezien kan worden met fysieke ogen. Maar omdat zij alle eigenschappen van een vrouwelijk wezen heeft, zonder een lichaam. Daar, ver boven haar, is nog een ander wezen, we zouden het een 'hij' kunnen noemen, hij is de geest die heerst. Hij zou nooit in een menselijke gestalte kunnen incarneren, als zij er niet was om te bemiddelen tussen de spirituele werelden en de fysieke wereld. Haar hoofd, het hoogtepunt van haar zijn, reikt tot in de wereld van de sterren, waar ze alle wijsheid van de wereld kan denken... haar voeten staan stevig op de aarde, waar ze kan handelen in voor- en tegenspoed. Daartussen, ter hoogte van de zon, voelt ze, heeft ze haar sympathieën en antipathieën.... Haar geschenk is het bewustzijn, van alles wat er bestaat, wat gevoeld kan worden, wat gedacht kan worden.

Maar in haar zijn tevens de vermogens van het kwaad. Zij moet de balans houden, maar zij kan ook besluiten om dat niet te willen. Zij kan toegeven aan de verleiding, de aardse verplichtingen te vergeten, en streven naar een 'betere wereld' waar geen moeilijkheden te overwinnen zijn, waar alles goed is – maar waar geen verdere ontwikkeling mogelijk is, waar zij precies zo moet blijven als zij nu is.... aan de andere kant kan zij de hemel vergeten, vergeten dat zij een ziele-wezen is, en proberen zo aards mogelijk te worden.

Alle wijsheid die een mens nodig heeft kan worden gevonden in haar, maar tevens alle luiheid en domheid. Er moet een andere instantie zijn in de mens die kan kiezen voor het een of het ander. Een macht die een zekere vrijheid heeft om dit ook werkelijk te doen, om haar te begrijpen, deze  prachtige ziel, en te beslissen welke kant zij op zal gaan, de weg te ver omhoog, de weg te ver omlaag – of de weg van het midden, in evenwicht.

De Ziel
Vrouw Holle, het vlijtige meisje en het goud (Anton Pieck)De ziel door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van @
    Es ist schon ein großes RĂ€tsel, wie die Seele das in Gedanken umformt, das ihr ĂŒber die Sinne aus der Welt zugespiegelt wird. Aber das grĂ¶ĂŸte RĂ€tsel bleibt der Wille, denn wir wissen kaum, wie wir ihn aktivieren, dieses oder jenes zu tun, das andere zu lassen. Der Wille ist das eigentliche Kraftzentrum der Seele, aus dem sie handelt, das Kraftzentrum, das keine Maschine hat, und dieser Wille ist deshalb auch der Ursprung des Guten und des Bösen, der Moral. Wenn der Wille unseren Sinneswahrnehmungen begegnet, lempfindet unsere Seele die GefĂŒhle der Liebe und des Hasses
    • Van Gerheart Bandorf @
      Sehr geehrter Herr Brettschneider,

      darf ich Sie einladen, an den Aspekten zum Wollen, die unten in meinem Kommentar angesprochen sind bzgl. des DoppelgÀngers, teilzunehmen?
      Vielleicht ließe sich ja daran anschließend auch noch erörtern, ob der Wille tatsĂ€chlich das "eigentliche Kraftzentrum" der Seele (Empfindungs-, Verstandes- Bewußtseinsseele?) ist, und ob es nicht etwa noch einer quasi "Instanz" bedĂŒrfte, welche die Seele und deren Inhalte ĂŒberhaupt auch wahrnĂ€hme. Könnte diese "Instanz" etwa das Ich sein, welches nicht selbst Seele ist?
      Vielleicht ließe sich auch noch erörtern, ob in der Aussage: "Wenn der Wille unseren Sinneswahrnehmungen begegnet, empfindet unsere Seele die GefĂŒhle der Liebe und des Hasses", nicht etwa (eingefleischte) Affektionen und Urteile aus gewohnten Erfahrungen sich aussprechen.

      Mit herzlichem Gruß!
  • Van Ted McGlone @
    The balancing process of self-movement is a double negation of "better world" and "earthly", an absolute self creating process, first articulated by Hegel ( cf quote from your "Seeing the Light
p80), discussed in an interesting way in your Chapter 2 on Philosophia which I will now reread. Thank you for your thoughtful reflections on thought thinking itself.
  • Van Jan Boudolf @
    Dit is een duidelijke synthese van de opdracht voor de mens in ons 5° cultuurtijdperk : het zoeken naar evenwicht tussen spiritualiteit zonder aarding (stilstand van ontwikkeling) en aarding zonder spiritualiteit die op termijn leidt tot verzinking in de afgrond. Sterk beeld.
  • Van Gerheart Bandorf @
    Sehr geehrte Frau Mosmuller,

    ich erlaube mir in ErgĂ€nzung zu Ihren AusfĂŒhrungen, noch darauf hinzuweisen, daß die Seele niemals den menschlichen Leib ganz ausfĂŒllt, und das gerade dasjenige, was im Unbewußten die hohe Intelligenz der Organe des Leibes ausmacht, was in besonderer Weise im Wollen sich auslebt, welches als ein Wesen neben der Seele den Leib bewohnt. Es ist dies ein ahrimanisches Wesen, nĂ€mlich der DoppelgĂ€nger.
    Ich erachte es fĂŒr sehr notwendig, diese ErgĂ€nzung zu machen, weil dadurch ein besonderes Licht auch fĂ€llt auf dasjenige, was das ist, was Sie als „Doch in ihr (der Seele) sind auch die FĂ€higkeiten des Bösen anwesend“, beschrieben haben.

    Es sind hier Ă€ußerst wichtige Differenzierung bei den Wahrnehmungen der Inhalte der Seele vorzunehmen. Es ist mit großer Aufmerksamkeit Unterscheidung zu treffen, was die eigentlichen, genuin individuellen Wesenspotentiale der Seele sind, welche sich auswirken sozusagen in der Veranlassungs-, resp. Handlungs- oder Wirkrichtung von -> Ich/Selbst -> Seele -> BildekrĂ€fteleib -> und sich somatisch in physisch-leibliche Wirksamkeit bringen, und zwischen dem, was sich davon unterscheidet als die unbewußten Affizierungen in eben umgekehrter Wirkrichtung, nĂ€mlich vom Soma aus, von den Organen aus Ausgang nehmen. (Man könnte charakterisierend bei ersterem grob von psychosomatischer und bei zweiterem von somatopsychischer Wirkrichtung sprechen.)

    Nicht nur fĂŒr etwaige Aspekte bzgl. IntegritĂ€t, Persönlichkeit und Charakter bzw. deren Störungen bei einem Menschen, ist das von außerordentlicher Bedeutung, sondern insbesondere im Hinblick auf Gefahren möglicher Selbst-TĂ€uschungen und IrrtĂŒmer zu Wahrnehmungsinhalten bei geisteswissenschaftlicher Forschung.

    Es liegt nĂ€mlich die enorme Gefahr darin, wenn diese Differenzierung zwischen dem, was genuin dem eigenen Wesen eines Menschen integer angehört und in der Seele als Ichempfinden auftritt, und dem, was durch den DoppelgĂ€nger als einem zweites Wesen im Leib, neben der Intelligenz und Weisheit der Organe, auch noch an Affizierungen, bewirkt wird, was sozusagen in der Wirkrichtung ‚somato-psychisch‘, als Inhalte in die Seele sich hineinmischt, nicht getroffen wird, es irrtĂŒmlich der Seele selbst zugeschrieben wird.

    Zu Erörterungen ĂŒber die Seele ist es unerlĂ€ĂŸlich, die Inhalte der Seele deutlich nach diesen beiden Provenienzen hin: dem sich inkarniert habenden geistigen Menschen mit seinem Karma einerseits und dem inkorporierten DoppelgĂ€nger, dem ahrimanischen Wesen in seinem Leib, andererseits zu beleuchten. Dadurch wird nĂ€mlich ein bedeutend erweitertes Licht auf die „FĂ€higkeit des Bösen“ der Seele und ganz besonders auf ihr Stehen und Hineinragen geworfen.

    Mit herzlichem Gruß!
  • Van Margot Prins @
    Prachtig.