Als we nog eens terugdenken aan Krishna, aan Zarathustra, aan Adam Kadmon, dan vinden we daar beelden die duiden op de mens in de oorspronkelijke ideale uiterlijke en innerlijke gestalte, die als groots kosmisch voorbeeld werden gesteld, en die moeten leiden naar een toekomstige mens die daaraan weer zal voldoen. Het IK is niet bestemd om te blijven in de beperktheid van de fysieke, etherische en astrale omhulling. Het ontplooit zich groots kosmisch, zodra het uit deze omhullingen tot zijn ware aard kan komen. In verschillende religies zien we dit op verschillende wijze verbeeld.
De 'religie' van onze tijd, de moderne natuurwetenschap, weet niets beters te geven dan het beeld van het DNA. Wanneer je dat tracht te beleven, voel je de wereldsmart om een tijdperk dat zo beperkt is, en zo'n hoge dunk heeft van zichzelf. Als je toch werkelijk zou moeten geloven, dat alle menselijke mogelijkheden besloten liggen in een raster als het DNA, dan zou je toch werkelijk in vertwijfeling willen vergaan...
De menselijke gestalte, het fysieke lichaam is de uitbeelding van het eigenlijke IK. De grootsheid van zoiets als het centrale zenuwstelsel, waar de kunstmatige intelligentie zich over aftobt om dat te evenaren, wijst op de grootsheid van het menselijke IK. Maar dat moeten we ons niet meer voorstellen als een universeel principe dat in allen is opgedeeld. We moeten het leren zien als een volstrekt individuele entiteit die de grenzen van geboorte en dood niet in acht neemt, maar deze overstijgt.
In de anatomieboeken vinden we de grote hersenen afgebeeld als 'grijze massa' met een wit merg. We zien wonderlijke windingen, die helemaal niet voldoen aan welke mathematische vorm dan ook. Het lijkt op een labyrinth. Er is veel kennis over de localisatie van bepaalde lichamelijke functies. Maar wanneer je je verdiept in al die kennis van het brein, dan beleef je toch een geweldige armoede. Ik bedoel niet dat de wetenschap niet geweldig ver is gekomen in haar ontdekkingen. Ik bedoel een menselijke mogelijkheid die bij deze resultaten volledig over het hoofd wordt gezien.
Het is moeilijk om die mogelijkheid met een naam te benoemen, omdat er onmiddellijk associaties optreden met religieuze en esoterische opvattingen - die hier wel worden bedoeld, maar dan op een veel concretere manier moeten worden gedacht dan gebruikelijk is.
Het is voor de mens mogelijk om te leren denken zonder gebruik te maken van de hersenen. Dat dit het geval is, is voor degene die op deze wijze denkt zonder meer te ervaren. Daarvoor hoef je aan jezelf geen bewijzen te leveren, alhoewel je graag bewijzen zou vinden waarmee je anderen zou kunnen overtuigen.... Het is de grootste ontdekking die je als mens vooralsnog zelf kunt doen. Want het levert je het bewijs van de onsterfelijkheid van je denkende wezen. Vanaf dat moment kan de hele wereld je toeroepen dat de mens na de dood 'niet meer bestaat'; zelf weet je dat dit berust op onvoldoende zelfkennis. Wie 'in de grot van Plato' opgesloten zit, weet niet meer dat er een wereld daarbuiten is. Wie uit de grot weet te ontsnappen ervaart de wereld zoals zij in werkelijkheid is, maar de medegevangenen willen doorgaans bij de terugkeer van de bevrijde geen woord over de realiteit horen, laat staan door hem te willen worden bevrijd...
Plato's allegorie van de grot doorJan Saenredam, volgens Cornelis van Haarlem, 1604,Albertina, Wenen
(Herhaling van 19-11-2014)
Denken zonder hersenen door Mieke Mosmuller