Het boek dat ik koos om die avond te lezen was Theosofie, in een Nederlandse vertaling.
Ik was verbaasd, verbijsterd. Ik las de hele nacht, totdat er geen zinnen meer over waren om te lezen. Vanaf die nacht lazen we steeds door, gedreven door honger en dorst naar spiritualiteit - waarvan we tevoren geen idee hadden, dat die er was. Na een jaar of zo ontdekten we de filosofische werken van Steiner en de latere boeken over het denken, zoals Vom Menschenrätsel. Ondertussen las ik de boeken in het Duits. In mijn eigen ziel was een verandering opgetreden, ik begon de beweging van het denken bewust te worden, het beleven van het denken werd steeds meer en meer mogelijk. Niet alleen de inhoud werd tot beleving, maar ook het proces van het denken. Ik vond in de boeken van Rudolf Steiner een grootse bron van uitleg en opwekking, en het gebeurde vaker dat slechts één zin me zo aangreep dat ik die jarenlang in me meedroeg en 'verzorgde', vanwege de kracht voor de innerlijke ontwikkeling die daarin verborgen lag. Later, toen ik mijn eerste boek schreef, gebruikte ik zulke zinnen als citaat. In het boek Vom Menschenrätsel was het vooral het deel over Ignaz Paul Vitalis Troxler, een Zwitserse arts en filosoof, die me positief schokte. Hippocrates schijnt te hebben gezegd: Wie arts is en filosoof, is een God gelijk. Dit voelde ik in de woorden over Troxler. De beschrijving van zijn kennistheorie door Rudolf Steiner was een openbaring voor mij, ik leefde jarenlang met één zin daaruit, en leef daar nog steeds mee. Ik zal dit stuk tekst citeren en markeer de zin cursief.
'Een van die geesten, van wie nauwelijks nog gesproken wordt is Ignaz Paul Vitalis Troxler. Uit de serie van zijn talrijke geschriften wordt hier slechts genoemd zijn in 1835 gepubliceerde Colleges over filosofie. Door deze spreekt zich een persoonlijkheid uit die zeker een bewustzijn heeft van de manier waarop de mens, die alleen gebruikmaakt van zijn zintuigen en van het verstand dat met de waarnemingen van de zintuigen rekent, slechts een deel van de wereld kan kennen. Ook Troxler voelt, zoals Immanuel Hermann Fichte, zich met het denken in een bovennatuurlijke wereld staand. Maar hij voelt ook hoe de mens, wanneer hij zich losmaakt van de kracht die hem bindt aan de zintuigen, zich niet alleen voor een wereld stellen kan die is bedacht in de Hegeliaanse zin, maar hoe hij door deze vervoering in zijn innerlijk het opbloeien van zuiver geestelijke middelen tot kennis beleeft, waardoor hij een geestelijke wereld geestelijk schouwt, zoals de zintuigen de zintuiglijke wereld schouwen. Troxler spreekt over een 'bovengeestelijk' zintuig. En men kan op de volgende manier een idee vormen van wat hij bedoelt. De mens neemt de dingen van de wereld waar door middel van zijn zintuigen. Dit geeft hem zintuiglijke beelden van de dingen. Hij denkt over deze beelden na. Daardoor ontsluiten zich voor hem gedachten, die niet langer het zintuiglijke beeldende in zich dragen. De mens voegt dus door de kracht van zijn geest aan de zintuiglijke beelden de bovenzinnelijke gedachten toe. Beleeft hij zich nu in het wezen dat in hem denkt, zo dat hij boven het louter denken zich verheft tot een geestelijk beleven, dan vervult hem, van dit beleven uitgaand, een innerlijke, zuiver geestelijke kracht van het verbeelden (beelden vormen). Hij schouwt dan een wereld in beelden, die bovenzinnelijk beleefde werkelijkheid tot openbaring kan dienen. Deze beelden zijn niet door de zintuigen ontvangen; maar ze zijn vol van leven zoals de zintuigbeelden; ze zijn geen resultaten van een dromerij, maar de door de ziel beeldend vastgehouden belevingen in de bovenzinnelijke wereld.'
Waartoe wordt opgewekt is: Denk niet alleen over de zintuiglijke waarnemingen, maar beleef het denken in het wezen dat denkt - ik ben dat immers zelf op een hoger niveau. Dan wordt dit beleven tot een bovenzinnelijke beleving en een imaginatieve kracht door het feit dat dit beleven de ziel vervult, en komt in de plaats van het intellectuele denken.
In onze moderne internet-tijd is het mogelijk geworden om de oorspronkelijke teksten van Troxler online te vinden. Ik zal in de komende weken meer teksten van Steiner over Troxler en van Troxler zelf citeren.
Ignaz Paul Vitalis Troxler, geboren op 17 augustus 1780 in Beromünster, Zwitserland; gestorven op 6 maart 1866 Aarau, Zwitserland.