De uiterlijke wereld is nog donker, al worden de dagen langzamerhand langer. De natuur is rustig, het is meer het minerale karakter dat nu kan worden waargenomen. Maar in het innerlijke leven van de mens kan nu de eigen kracht sterk worden gevoeld en dit geeft de drijfveer om zichzelf te openbaren en naar buiten te brengen. De warmte van het hart is een soort zintuig waarmee de komende openbaring van de zintuigwereld kan worden voorvoeld.
In dit winterdonker Is de openbaring van de eigen kracht De sterke drijfveer van de ziel, Deze te leiden in de duisternis En vermoedend te voorvoelen Door hartewarmte de zintuigopoenbaring.
Es ist in diesem Winterdunkel Die Offenbarung eigner Kraft Der Seele starker Trieb, In Finsternisse sie zu lenken Und ahnend vorzufühlen Durch Herzenswärme Sinnesoffenbarung.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.