Vandaag wil ik een poging doen om met niet al te veel woorden uiteen te zetten waar deze kunstvorm op berust en hoe je als mens in de buurt kunt komen van dat gebied waar de eurythmie uit voort gekomen is. Bij de bekende kunstvormen is dat voor de mensen wel duidelijk. Wanneer je spreekt over de schilderkunst, dan weet iedereen dat die met beeldvorming te maken heeft en dat je dat wat uiterlijk of innerlijk beeld is, concreet of abstract, in een uiterlijke voor iedereen waarneembare vorm brengt. Zo kun je alle kunstvormen als uiting van een bepaald gebied van waarneming zien. Wanneer je dat voor de eurythmie wilt doen dan moet je een gebied openen dat net als de beeldvorming bij iedere mens op een heel natuurlijke wijze werkzaam is, maar waar je in dit geval doorgaans niet naar kijkt en ook geen weet van hebt.
Zo heeft ieder mens beschikking over een zuiver zintuigvrij denken. Dit zintuigvrije denken dat ter beschikking is ontsnapt echter vrijwel geheel aan het bewustzijn en dat betekent dat, hoewel wij als mensen daar op een volmaakte wijze gebruik van maken, we toch geen besef ervan hebben.
De anthroposofie brengt dit besef naderbij. Dan leer je in jezelf kennen dat je om te kunnen denken en begrijpen een aanleg hebt tot het gebruik van begripscategorieën en logische wetmatige verbindingen, waardoor je je kunt oriënteren in de buitenwereld en waardoor je wetenschap kunt bedrijven. De mens is in staat om dit perfect te hanteren. Het is de waarheid op zich en het maakt niet uit of je met behulp daarvan ook werkelijk waarheid vindt of onwaarheid beweert.
De bekendheid bestaat eigenlijk alleen bij mensen die op de vrije school hebben gezeten, waar dit een meestal niet geliefd kunstvak was en hier en daar nog is - en bij de antroposofen die deze kunstvorm min of meer terecht als een specifiek antroposofische zien.
Dat is op zich een interessant thema tot overdenking, hoe het mogelijk is dat je met de waarheid onwaarheid zou kunnen denken. Wanneer je het probleem naar een ander gebied verplaatst is het minder moeilijk. Wanneer je zegt dat je gezonde ledematen hebt waarmee je misdaden kunt begaan, dan is dat duidelijk. Toch is dit in het innerlijk verlopend proces iets vergelijkbaars…
Het handboek voor het bewust worden van dit zuivere denken is Rudolf Steiners Filosofie der Vrijheid en er is een passage waarin het heel duidelijk naar voren komt dat de mens het denken volmaakt beheerst, ook wanneer hij bepaalde dingen met dat denken nog steeds niet weet.
‘De oorzaak die het ons onmogelijk maakt om het denken in zijn huidige verloop te observeren is dezelfde als die welke het directer en intiemer laat kennen dan welke ander in de wereld dan ook. Juist omdat we het zelf produceren, kennen we het kenmerk van het verloop, de manier waarop het gebeuren in kwestie zich voltrekt. Wat slechts indirect in de overige waarnemingsgebieden te vinden is: de feitelijke overeenkomstige verbinding en de relatie van de afzonderlijke objecten, weten we in ons denken op een zeer directe manier. Waarom voor mijn waarneming de donder volgt op de bliksem weet ik niet zonder meer; waarom mijn denken het begrip donder met dat van de bliksem verbindt weet ik direct uit de inhoud van de twee begrippen. Het maakt natuurlijk helemaal niet uit of ik de juiste begrippen van bliksem en donder heb. De samenhang ervan, die ik heb is duidelijk voor mij, en wel via deze zelf.’
Wij hopen een vernieuwing op de oorspronkelijke grond van de eurythmie te kunnen vinden, door dit bewustzijn van de oorsprong ervan.
Wanneer je je in dit gebied van het zuivere zintuigvrije denken bewust begeeft, dan begin je in het denken een versterking te beleven, waardoor het steeds minder van de inhoud afhankelijk wordt en een beweeglijk voortgaan in de tijd wordt dat op zichzelf staat en beleefd kan worden. Dit wordt een nieuw kennisinstrument. Met dat instrument, dat de grond van het denken is, denk je niet, maar voeg je je bij het te kennen object. Dan komt er een ‘kennisbereik’ tevoorschijn dat kunst is.
Wanneer je dit vormende denken verenigt, éénmaakt met het vormen van klanken - medeklinkers en klinkers - door het strottenhoofd en de spraakorganen, zoals lippen en de tong en de tanden, voeg je daarbij dus deze grond van het denken, dat een bewegend krachtmechanisme geworden is, dan vervolg je de spraak, zoals die niet in betekenis van de woorden verloopt, maar zoals die de luchtstroom door het strottenhoofd en de spraakorganen tot in de buitenlucht vormgevend vervolgt.
Wanneer je, je zo verenigend met het wezen van de spraak, dit geheel beleeft dan wordt de spraak op zich een fenomeen dat zich buitengewoon kunstzinnig vormt en wanneer dit beleefd wordt dan dringt het geleidelijk aan tot de onderzoeker door dat het de mens zelf is die het woord is en dat je, wanneer je dit onderzoek van de spraak verricht, met het vormende denken iets vindt wat met de gehele mens te maken heeft.
Je zou willen dat de gehele mens dit uiterlijk zou kunnen uitbeelden, zodat ook degene die niet het vermogen heeft om dit innerlijk te beleven het uiterlijk zou kunnen aanschouwen. Je kunt je voorstellen dat dit aan rijkdom alleen maar zal toenemen, naarmate je het begint uit te voeren. Het blijft niet beperkt tot het aanschouwelijk maken van klinkers en medeklinkers maar ook woorden, ritme, klank, stemming, loop van een tekst kunnen daarin worden ingevoegd. Je beleeft dat het niet alleen gebaren zijn, maar dat het ook in beweging aanschouwd, in verschillende kleuren, met verschillende kracht van de gebaren tot uitdrukking wordt gebracht.
Toen ik voor het eerst het begin las in het geschrift van Novalis ‘De leerlingen te Sais’ – een boekje dat ik later in het Nederlands vertaald heb - zag ik onmiddellijk: Hier worden de te lopen vormen van de eurythmie beschreven, maar ieder mens loopt zijn wegen eurythmisch!
‘Uiteenlopende wegen gaan de mensen. Wie deze volgt en vergelijkt zal wonderlijke figuren zien ontstaan; figuren die tot dat grote cijferschrift schijnen te behoren, dat men overal, op vleugels, eierschalen, in wolken, in de sneeuw, in kristallen en in steenvormingen, op bevriezende wateren, in het binnenste en aan de buitenkant van het gebergte, van de planten, de dieren, de mensen, in de lichten van de hemel, op aangeraakte en geschilderde schijven van hars en glas, in het vijlsel om de magneet en in de merkwaardige conjuncturen van het toeval kan zien. Daarin vermoedt men de sleutel van deze wonderschrift, de spraakleer ervan; alleen wil zich het vermoeden niet in vaste vormen voegen en het schijnt geen hogere sleutel te willen worden.
Een alcahest (Paracelsus: middel waarin alle stoffen vloeibaar worden) schijnt over de zintuigen van de mens te zijn uitgegoten. Alleen voor het ogenblik schijnen de wensen, de gedachten zich te verdichten. Zo ontstaan de vermoedens, maar na korte tijd zwemt alles weer, zoals tevoren, voor hun blik.‘ (Novalis, Leerlingen te Sais).
Je kunt je toch wel voorstellen dat je met het bewegende krachtige denkelement geen inhoud denkt, dat je ook de muziek kunt vervolgen en meevormen en dat zo een toon- en muziek-eurythmie ontstaan is?
Verder komt het verlangen op om naar wat het denken zelf doet, waar dit denkelement uit is afgeleid, om daarnaar terug te geleiden en in de uiterlijke aanschouwing te brengen. Wat doet het denken nu eigenlijk zelf? Die eurythmie bestaat nog niet …
Vanuit dit in de innerlijke ontwikkeling zich voordoen van het vormende denken, wat een helderziend kenniselement wordt, kijk ik van tijd tot tijd naar wat Ruth en Raphaela in hun project Logos Eurythmie ontwikkelen en uitvoeren. Wij hopen een vernieuwing op de oorspronkelijke grond van de eurythmie te kunnen vinden, door dit bewustzijn van de oorsprong ervan.
Dit bewustzijn heb ik in mijn eerdere boeken ook wel het bewustzijn van de vorm genoemd Je hoeft als uitvoerend musicus niet de pythagoreïsche sferenharmonie doorgrond te hebben om een musicerende kunstenaar te zijn. Zo hoeft een eurythmist deze innerlijke ontwikkeling van het denkvermogen niet zelf te hebben doorgemaakt.
Maar hoe beter en intensiever het begrip hiervoor, de toenadering tot de eigen beleving hierin, des te werkelijker zal de eurythmist deze kunstvorm kunnen tonen, omdat in de eurythmie de kunstenaar uitbeeldt wat direct uit de geestelijke aanschouwing genomen is.
Ruth en Raphaela die halleluja uitvoeren…
Eurythmie door Mieke Mosmuller