Laten we de omkering van de gedachtegang nog eens verder doorvoeren. Zoals we het technische verstand zien als de grondslag voor onze mogelijkheid om in oorzaak en gevolg te denken, zo kunnen we de kunstzinnige vaardigheid, de scheppende kunstzinnige vaardigheid beschouwen als een menselijke mogelijkheid om uitgaande van het ideaalbeeld te trachten dit zo goed mogelijk te benaderen. Een kunstwerk ontstaat niet op basis van trial and error. De kunstzinnige vaardigheid natuurlijk wel, de technische kwaliteiten worden wel op die wijze ontwikkeld. Een kunstwerk ontstaat echter als een benadering van een ideale voorstelling. Met ideaal wordt dan niet noodzakelijkerwijs volmaaktheid bedoeld, maar het beeld in het innerlijk van de kunstenaar dat hij zou willen verwerkelijken.
Als we dan een poging doen om de natuur en de kosmos, met de daarin levende wezens, te zien als een kunstwerk, dan zouden we eens kunnen proberen om ons voor te stellen dat aan het begin van de evolutie de mens in een niet te vermoeden volkomenheid al aanwezig was. Niet verwerkelijkt nog, maar als reëel beeld. Je zou je dan moeten voorstellen dat in dat beeld van de volkomen mens de hele evolutie besloten ligt. Dat de evolutie als het ware de poging is van een bovenmenselijke kunstenaar om dat menselijke ideaalbeeld, dat er in het begin al was, te benaderen.
Dan zou aan het eind van de evolutie een begin staan en zou het begin in feite het eindpunt zijn. De evolutie zou dan een verwerkelijking zijn van iets wat alfa en omega tegelijk is. Dan zou je een nieuw concept moeten vatten, want dan zou de voortgaande lijn van de evolutie naar de toekomst voeren, maar dan zou het eindpunt, de vervolmaking van de mens, als het ware als een werking vanuit de toekomst naar het heden moeten zijn, die de evolutie naar zich toetrekt.
Dan zou het alfabet van de mens door evolutie ontstaan, maar de oorzaak zou niet in alfa liggen maar in alfa en omega. Omega zou dan een kracht zijn die de voortgaande evolutiestroom voortdurend binnen de grenzen houdt en haar zo begeleidt, dat de uiteindelijke benadering van het ideaal ook mogelijk blijft.
Wanneer je de stroom van de evolutie ziet als de stroom van de tijd van het verleden naar het heden dan zou je die op ons toekomende kracht kunnen zien als een stroom van de tijd die vanuit de toekomst naar het heden komt en die dan logischerwijze de naam zou moeten dragen van involutie. Alfa wordt omega maar omega vormt alfa.
De tijd zou dan niet als volgt gevormd zijn:
verleden heden toekomst
maar als volgt: De lijn is in de oneindigheid een cirkel, ruimtelijk een bol...
Een beeld van 100.000 lichtjarenOp deze foto wordt de tijd ruimtelijk zichtbaar en is uiteraard niet zichtbaar, dat er een ineengrijpen van een evoluerende en een involuerende tijdstroom bestaat, waarbij het punt van ingrijpen het heden is. Maar wanneer je dat zou willen tekenen, zou je het bovenstaande beeld krijgen.
Evolutie en involutie door Mieke Mosmuller