Gedachten komen en gaan, ze vullen het bewustzijn de gehele dag door. Wanneer we kennis willen verwerven komt er een beetje concentratie aan te pas, wat meer aandacht en wilskracht. Maar echt denken is nog iets anders. Kennis vergaren doen we door het intellectuele denken. In onze westerse cultuur lijken we te zijn geboren en te zijn opgevoed om intellectuele denkers te worden. Rudolf Steiner wees erop dat we, door dit intellectuele denken overdag, 's nachts in het niets leven. Dat betekent dat we vervolgens overdag niets in ons denkende bewustzijn hebben wat tekenen uit de geestelijke werelden zijn.
In vroegere tijden (Jacob Boehme, Paracelsus) nam de mens iets van zijn etherlichaam mee de nacht in en werd daarin geïnspireerd met spiritueel weten. Overdag mengt zich dat spirituele weten met de gewone dag-gedachten. Dankzij het feit dat de moderne mens in het niets slaapt, worden we wakker zonder spirituele resten in ons denkende bewustzijn, we hebben daar alleen maar onze eigen denkinhoud. In die denkinhoud hebben we slechts beelden, geen werkelijkheid. Mijn beeld in de spiegel kan mij niet dwingen, tot niets, een foto kan dat evenmin. Dit zouden we vrijheid kunnen noemen, vrij van de hogere werelden zijn we, helemaal onafhankelijk.
Rudolf Steiner in de lezing in GA 221, p. 34:
'Nu komt het wezenlijke. Ziet u, in de natuur van de moderne mens ligt het, dat hij door alles wat hij heeft meegemaakt in dit opzicht, wilszwak geworden is. Dat wil de moderne mens niet waar hebben, maar het is zo: de moderne mens is innerlijk wilszwak geworden. Wanneer men maar wilde, dan zou men dat ook historisch kunnen begrijpen. Men hoeft maar te kijken naar de machtige geestelijk bewegingen die zich vroeger hebben uitgebreid en met welke wilsimpulsen laten we zeggen de stichters van godsdiensten in de wereld hebben gewerkt. Deze innerlijke wilsimpulsiviteit is voor de moderne mensheid verloren gegaan. En daarom laat de moderne mens zich door de buitenwereld opvoeden tot de gedachten die hij heeft. Hij bekijkt de natuur, vormt aan de hand van de natuurprocessen en wezens zijn slechts intellectualistische gedachten, alsof zijn innerlijk ercht slechts een spiegel was die alles spiegelt. Ja, de mens is zo zwak geworden, dat hij een heilloze angst krijgt wanneer er iemand is die uit zichzelf gedachten produceert., wanneer hij de gedachten niet alleen maar afleest aan wat de uiterlijke natuur laat zien. Zodat het zuivere denken zich eerst in geheel passieve wijze in de moderne mens heeft ontwikkeld. Ik zeg dit niet als kritiek; want zou de mensheid direct zijn overgegaan tot een actief produceren van zuivere gedachten, dan zou ze van de oude erfenis allerlei onzuivere fantasterijen in dit denken hebben binnen gebracht. Het was heus een goed opvoedingsmiddel voor de moderne mensheid dat de mensen zich door grandioze filisters als bijvoorbeeld lord Bacon van Verulam hebben laten verleiden om hun begrippen en ideeën slechts uit de buitenwereld te ontwikkelen, zich alles te laten dicteren door de buitenwereld. En zo zijn de mensen er langzaam aan aan gewend geraakt niet in hun begrippen en ideeën, niet in hun denken zelf te leven, maar zich het denken te laten aanreiken door de buitenwereld.'
Onze leertijd is nu echter wel voorbij, de tijd is gekomen om activiteit in het denken te brengen en zelf in ons denken te gaan leven, in onze begrippen en ideeën. Een vereniging van het zelf en zijn begrippen en ideeën, in het denken, zou in onze tijd pas echt 'modern' kunnen worden genoemd.
Gedachten en denken door Mieke Mosmuller