Home
>
Blog
>
Genesis 3: De val van de mens

Genesis 3: De val van de mens

door

Mieke Mosmuller

17-02-2016 11 commentaren Print!
De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?
Toen zeide de vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven. De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.
Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgebladeren aaneen en maakten zich schorten.
Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof.
En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij?
En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.
En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten?
Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten.
Daarop zeide de Here God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten.
Daarop zeide de Here God tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft.
En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.
Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen. En tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
En de mens noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder van alle levenden is geworden.
En de Here God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede.
En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.
Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.

Dit beeld is de grondslag voor de idee van het Boze in de westerse cultuur. Het lijkt allemaal heel duidelijk te zijn, al is het een beeld, maar wanneer we de tekst bestuderen dan bevindt zich daarin een groot mysterie. De slang is het werkelijk verleidende wezen in dit beeld en het wordt niet duidelijk wie dit wezen nu eigenlijk is. Dat het een slang is, moet een diepe imaginatieve betekenis hebben. Deze slang heeft een vorm van wijsheid die tegengesteld is aan de wil van God, en de slang wil dat de mens aan zijn wijsheid deel heeft en dat zijn ogen open gaan, opdat er een van God onafhankelijke kennis van goed en kwaad mogelijk wordt. In de hof van Eden had de mens geen bewustzijn van goed en kwaad. Nu komt de verleiding om die wijsheid te ontdekken die daarmee samenhangt, waardoor de fysieke ogen open gaan. Dit betekent nu, dat de ogen ook open gaan voor het principe van goed en kwaad in Gods schepping. Onduidelijk blijft waar het Boze zijn oorsprong vindt - het is er eenvoudig.


We kunnen ons eens bewust worden wat in onze 21e eeuw uit deze wijsheid geworden is, we kunnen op zijn minst aanvoelen hoe ver de mensheid is afgedwaald van de Hof van Eden.

Genesis 3: De val van de mens
L'arbre de ciència, 1505.Genesis 3: De val van de mens door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van Sina @
    Ja. Und was sagt uns das? Gott kennt keine "Moral" - er verflucht seine eigene Schöpfung? Oder sehen wir es lieber anders: Steckt in der Schlange vielleicht gar die Göttin? Ich finde, es ist an der Zeit, aus dem Vergehen des Alten bewusst zum Höchsten Wohl für alle das Neue zu gestalten. Die Schrift des Alten Testaments stammt auch bloß von Menschen. Auch diese waren offensichtlich erkenntnistheoretisch eingeschränkt oder dazu bereit, diejenigen für dumm zu halten, die sich danach richteten. Bewusstheit heißt primär Achtsamkeit.
    • Van Gerheart Bandorf @
      "Gott kennt keine "Moral" - er verflucht seine eigene Schöpfung?"

      Es ist schon immer wieder amüsant zu lesen, wie das, was Gott genannt wird, als eine personalisierte, externale Attribuierung im Außerhalbigen gedacht wird. ;-)
      • Van Sina @
        Eben, lieber Herr Bandorf, genau das stellte ich damit in Frage. Das Wesen heute verlangt klare Sprache, wo ohnehin alles offen liegt. Lasen Sie in diesem spontan überschäumenden Amüsement bis zuende?
  • Van Herta Conrad @
    Ich denke, es ist keine Verfluchung von Gott, sondern es ist der freie Wille des Menschen, den Gott ihm gegeben hat. Der Mensch entscheidet ob er in Frieden und Liebe leben will, oder in Disharmonie und Angst. Wir ernten was wir sähen. Das ist kein Fluch, das ist eine Möglichkeit zu erkennen.
    Danke für die Möglichkeit das zu Erfahren.
  • Van Jan Boudolf @
    De essentie van het verhaal is dat de slang (Lucifer-wijsheid) de van zichzelf nog onbewuste mens heeft opgezet tegen het goddelijk plan van de ontwikkeling. Vraag is of ze een andere keuze hadden? De luciferische wezens die op de oude Maan in hun ontwikkeling waren achtergebleven, konden hun ontwikkeling slechts verder zetten door gebruik te maken van het menselijk brein. Het vrouwelijk beeldbewustzijn schouwde imaginatief die wezens binnen de vorm van de zich ontwikkelende hersenstrengen, die er slangachtig uitzagen.
    Het verhaal heeft in elk geval, niet alleen in de westerse culturen, maar ook in vele andere, diepe sporen nagelaten, die hebben geleid tot de weinig benijdenswaardige positie van de vrouw.
    • Van Mieke Mosmuller @
      In de loop van de tijd blijft dat oordeel over de vrouw nog in allerlei vormen bestaan. Volgende week zullen we dat zien bij Plato. Het is toch interessant om te beleven hoe de opvattingen van het boze, ongetwijfeld stammend uit één waarheid, zich differentiëren. Maar ik - zelf een vrouw - vind dat je die dingen in het tijdsbestek moet laten en zo kun je dan in onze tijd het vrouw-zijn benutten als voordeel en negeren waar het je beperkt. Maar dat geld immers ook voor het man-zijn.
      • Van Michiel Suurmond @
        Er zit in het Gilgamesj-epos een passage die sommige leerlingen - vooral als ik er naar vraag - altijd doet denken aan 'het verhaal van Adam en Eva'. (Uitgerekend vandaag aan een klas verteld.) Aan Enkidu, die, sterk behaard, tot dan toe bij de dieren leeft, in vanzelfsprekende harmonie met hen, wordt het bekoorlijke meisje Sjamhat getoond. Dan gebeurt het volgende (vertaling Herman Vanstiphout, SUN 2001):

        'Zes dagen, zeven nachten was Enkidu in bronst en bedreef de liefde met Sjamhat
        Pas toen hij verzadigd was van haar charmes,
        Keek hij om naar zijn kudde.
        Maar toen de gazellen Enkidu zagen, renden ze weg;
        De hele kudde van de steppe wendde zich af.
        Enkidu had al zijn krachten verspild, zijn lichaam was slap,
        Zijn benen waren verlamd, terwijl de kudde wegvluchtte.
        Enkidu was zwak en kon niet meer rennen als voorheen,
        Maar nu had hij inzicht en breed verstand!'

        Later, als Enkidu ziek wordt, volgt dan zijn vervloeking van Sjamhat ('Omdat jij mij, die onschuldig was, uit de wildernis hebt verbannen'), tot de goden hem op zijn ondankbaarheid wijzen en hem doen inzien wat hij allemaal aan het meisje te danken heeft gehad.

        Er was ook iets met dieren en de categorieën van Aristoteles -- dat deed ook aan deze passage denken. (Ben het vergeten.)
  • Van Gerheart Bandorf @
    Huch, wo ist der neue Beitrag über "Gravitationswellen" hin?
  • Van Thomas @
    Die Zeilen aus dem Alten Testament, die zitiert wurden, sind natürlich bekann. Die Frage ist nur: Wie sind sie zu verstehen? Ist das Essen vom Baum der Erkenntnis nun Fluch oder Segen? Oder gar beides? Im Manichäismus gibt es sogar Äußerungen, dass Jesus die Schlange im Paradies gewesen sei, die Kraft also, der die Menschen die Erkenntnis und damit die Freiheit verdanken. Der Manichäismus-Forscher Roland van Vlieth: „Was wir in der Schule gelernt haben, dass die Schlange im Paradies Eva verführt hat und dass wir diesen Vorgang negativ bewertet haben, sieht Mani etwas anders. Er sagt: Diese Schlange ist eigentlich Jesus oder genauer: 'Jesus, der Sonnenglanz', bzw. Christus in übermenschlicher Gestalt vor seiner Menschwerdung. Und dieser habe dann Adam in wahrer Erkenntnis unterrichtet. Es handelt sich also um eine umgekehrte Bedeutung des Sündenfalls als wir ihn von der katholischen Kirche her kennen.“ ( Zitat: siehe http://www.forum-freier-christen.de/informations-texte/erkenntnis---religion---kultus-/esoterische-quellen/index.html ) Auch Goethe lässt seinen Mephisto in manichäischer Tradition sagen: "Ich bin ein Teil von jener Kraft, die stets das Böse will und stets das Gute schafft." Die chinesische, sehr von Beobachtungen der Natur inspirierte Yin- und Yang-Philosophie ist im Zusammenhang von Gut und Böse ebenfalls interessant, wobei der Mensch die Balance, die Mitte, zwischen den Extremen einnehmen soll.
  • Van Thomas @
    In dem Buch zur "Tempellegende und die Goldene Legende" (Bibliographie-Nr. 93) versteht Rudolf Steiner unter dem Sündenfall die "spätere Inkarnierung" der Devas, der "Söhne der Weisheit", mit den Töchtern der Menschen als *'den Fall' des Menschen, den Sündenfall (Vortrag 23. Mai 1904). In dem Berliner Vortrag vom 10. Juni 1904 ergänzt er mit Blick auf die "Abels, die geblieben sind": "Eine Sünde ist es, wenn 'die Göttersöhne Gefallen finden an den Töchtern der Menschen aus dem Geschlechte der Kain"'. Aus dieser "Poussade" sei dann das mit physischen Augen nicht sichtbare Geschlecht der "Rakshasas" entstanden, "teuflische Wesen", ein Geschlecht, das besonders verführend für die Atlantier wurde und "zum Untergang des Menschengeschlechtes führte". Durch die Inkarnation des Christus konnten diese "Feinde des Menschentums, nachklingend in der Sage vom Antichrist, der gefesselt wurde", gebannt werden. Der aber werde wieder erscheinen, "wenn ihm nicht das christliche Prinzip in seiner Ursprünglichkeit wieder entgegentritt". Soweit Steiner. Fragt sich nur, woher der Drang dieser (ichlosen?) Wesen zur "Poussade" kam - vor dem Hintergrund, dass nach dem Johannes-Evangelium "alles" aus dem göttlichen Weltenwort entstanden ist? Das Böse als Mittel zur Erzeugung eines höheren Guten (s.a. Goethes Faust/ "Prolog im Himmel")?
  • Van Peter Singer @
    Diese Bibelstelle ist eine Zentralstelle. Kern der Aussage ist,
    das jeder menschliche Versuch Gut und Böse zu erkennen
    scheitern muss. Jeder ist ein Coctail aus beidem (Gut/Böse)
    und nur Gott der Barmann kennt das Geheimnis der Mischung.

    Die Schlange verkörpert den "Geist" der "Eleuchtung", der
    glaubt durch kurzfristige Tricks und Logeleien den Geist
    der Schöpfung beherrschen zu können und sich zum Herren
    aufschwingen zu können. Die Schlange ist der menschliche
    Verstand, losgelöst von der Seele (der Schöpfung), welche
    Gott ist. Dieser Verstand richtet das Unheil an.

    Adam ist der wahrhaftig schuldige am Desaster. Denn
    er hat Eva nicht gebremst. Als Mann hätte er es besser
    wissen müssen. Aber so ist es bis heute, alle Männer
    kleine Adams, die eingewickelt werden.

    Am Ende: Pradies futsch.

    Peter Singer