De dertien Heilige Nachten midden in de wintertijd. In de oude Mysteriën, voordat Christus op aarde kwam, werden er al feesten gevierd ten tijde van de hoogtepunten van de seizoenen in het jaarverloop: midwinter, lente, midzomer en herfst.
In de midwinter tijd is de ziel de verlichting van het fysieke lichaam en omdat zij nu heel dicht bij de duisternis van de aarde is, voelt zij de noodzaak om te reflecteren over het wezen van het Boze en ook om de vaardigheid te ontwikkelen om zich voor het Boze te hoeden.
Deze krachtige demonische machten komen juist in de midwinterduisternis omhoog en hun doel is om het mensenwezen in hun greep te krijgen.
Maar sinds de komst van het kind Jezus, die Christus werd, heeft de midwinter tijd een omgestulpte betekenis en werking gekregen.
Gedurende de Advent tijd zijn de tekenen van deze komst al te beleven. Maar op Kerstavond, wanneer de sterren helder schijnen aan de nachthemel, kunnen we voelen, gewaarworden, dat de hemel voor ons open gaat, dat de hemel tot ons komt, zich vermengt met het duister en dit verlicht. De ziel, met al haar licht, baart de geest. Zowel in de innerlijke, als ook in de uiterlijke wereld komt de hemel op aarde. Het is de beste tijd die er is om een meditatie te vervullen die gebouwd wordt op dit machtige aanwezig zijn van de hemel op aarde.
In de anthroposofie weten we dat in de dertien Heilige Nachten, van de avond van 24 december tot de dag van 6 januari een fundament kan worden gelegd voor het komende jaar. Wat we gedurende deze nachten in het innerlijk doen wordt tot een kracht die het komende jaar verlicht.
Kerstmis, 22 - 28 decemberIk voel als uit de betovering bevrijdHet geesteskind in de schoot van de ziel.In de helderheid van het hart heeftHet Heilige Wereldwoord De hemelse vrucht van de hoop voortgebracht,Die jubelend groeit in de wereldvertenUit de godsgrond van mijn wezen.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.
Gloria in Excelsis Deo door Mieke Mosmuller