Home
>
Blog
>
Goede wil

Goede wil

door

Mieke Mosmuller

31-12-2014 5 commentaren Print!

Over de gedachten over vrede en goede wil ontving ik een aantal reacties van mensen die betwijfelen dat er nog mensen van goede wil bestaan, een intentie die in de richting van het goede gaat. In de Bijbel staat geschreven dat Christus de discipelen terechtwijst wanneer zij hem ‘goed’ noemen. Alleen de Vader is goed! Het is ook duidelijk dat een mens niet in deze volmaakte zin goed kan zijn. Maar de wilsimpuls kan goed zijn. En indien dit niet zo is, kan het toch nog zo worden. Dus zou ik tegen iedereen die twijfelt aan de goede wil van de mens willen zeggen: Er is maar een persoon op de hele wereld die door jouw pogingen goed kan worden – en dat ben jij zelf. Wat heeft het voor zin om de regering te bekritiseren, de ministers, de minister-president of wie dan ook? Het heeft nog nooit ook maar iets geholpen en zal dat ook nooit.


In deze Heilige Nachten zouden we eens de blik naar binnen moeten richten en op zoek gaan naar de goede wil daar – en erkennen als die er onvoldoende is. Als ik over goede wil schrijf denk ik helemaal niet aan politici. Misschien beginnen sommigen van hen hun zaak met goede wil, maar ze zullen die beslist moeten vergeten, want ze moeten met compromissen werken. Goede wil kent geen compromis – en politici compromitteren voortdurend. Laten we dus eens proberen zelfbewust te zijn, en vergeten wat er allemaal aan kwaad in de wereld is – en de wereld verandert al...

Het jaar gaat naar het einde. Denkend over vrede kom je tot gedachten over de verschillende naties, de volkeren. Een zelfbewuste mens voelt de nationaliteit niet als iets wezenlijks, als iets om trots op te zijn. Vanzelfsprekend ben je dankbaar voor de specifieke kwaliteiten die je dankt aan de plaats waar je geboren werd en aan het volk waar je een kind van bent. Het is duidelijk dat de volkeren zeer in aanleg verschillen. Maar we kunnen er zeker van zijn dat een bepaalde voortreffelijkheid altijd gepaard gaat met een mindere aanleg op een ander gebied – die juist weer de voortreffelijkheid is van een andere natie. Als een mens willen we toch worden tot een ‘homo universalis’, een ‘hele mens’ die allround is? Het was in de Renaissance een van de grote idealen. De mens wil ontwikkelen wat hij nog niet weet of kan. Zo zou de Nederlandse soberheid heel goed samengaan met de Duitse grondigheid, de Engelse kosmopoliet en met ‘La douce France’, om een paar voorbeelden te geven. Waarom zou het ene volk zich beter voelen dan het andere? Het zou veel mooier zijn als we konden bewonderen wat we nog niet kunnen – en dat zouden willen leren.

Bovendien overstijgt een individuele mens zijn natie, hij zou werkelijk die mens moeten willen worden die hij individueel is. Daar maakt zelfs het geslacht niets uit. Als menselijk wezen ga ik immers ook uit boven mijn vrouw-zijn. Ik leef in mijn vrouwelijke lichaam, heb er de voor- en nadelen van – maar in het innerlijke leven verlies ik volledig het besef van mijn vrouw-zijn. Ik ben overtuigd van de noodzaak van dit bewuste innerlijke leven willen we ooit tot goede wil en vrede komen. Geslacht en natie scheiden – ware individualiteit verenigt.

Als we erin zouden slagen om onszelf en de anderen te zien als individuen die allemaal waard zijn dat ze bestaan, dan zou er ook geen religieus fanatisme meer zijn. Het zou mijn zorg niet zijn welke religie mijn medemens beoefent. Laat iedereen geloven wat hij gelooft – wat gaat mij dat aan? Het enige wat ik dan nog zou doen is in gedachten communiceren over de inhoud en de wijsheid van een bepaalde religie – zonder alle sterke gevoelens die daarmee gepaard gaan. Wat is het niet interessant om te horen over de wijsheid die in de verschillende religies leeft – en we zouden die vrij kunnen aanvaarden voor zover we de waarheid ervan zelf zouden inzien. Alleen deze beschermengel van de waarheid zou ons onderwijzen over wat waar is en wat niet. En we zouden het vertrouwen hebben dat deze beschermengelen van de waarheid bij alle mensen zijn...

Niet: Ieder voor zich en God voor ons allen
Maar: God als leider van het individu en het individu in overgave aan de medemens.

Goede wil
Fra Angelico: Engel in aanbidding.Goede wil door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van Markus PĂŒtter @
    Liebe Mieke, das sind Gedanken , die ich gerne beherzigen möchte, vor allem dieses "Wenn es uns gelingen wĂŒrde, uns selbst und die Anderen als Individuen anzusehen, ", aber dann erlebe ich auf dem Weg des Denkens schon gleich wieder einen inneren Hochmut (weil ich ja weiß wie es richtig ist!...) oder ein in Schmerz vergehen, weil keiner mich darin versteht. Dieses durch den Weg des Denkens entstehende zarte Selbstbewusstsein, ist schon gleich wieder so gefĂ€hrdet, dass ich eigentlich daran verzweifeln möchte. Und dann sagt Johannes im Königsweg, dass die erste Vorraussetzung ist Ehrfurcht zu haben. Wo haben wir noch Ehrfurcht? Vor einem anderen Menschen? Vor den Religionen? Vor dem Geist? Extrem schwierig! Und dann guten Willens sein? Ich erlebe, dass wir aus dieser, unserer! Ohnmacht lieber immer nur noch auf die Politiker usw schauen, die es ja so offensichtlich nicht wohl mit den Menschen meinen. Da werden wir schon wieder auf uns zurĂŒckgeworfen. Aber es ist und bleibt schwierig!
    • Van @
      ... Weil ich ja weiss, wie es richtig ist! ... Weil ich ja weiss ...
      Beginnt nicht genau da, in unserer vielleicht allzu schnellen Positionierung, in einer (sehr leisen, zunĂ€chst kaum zu identifizierenden) Überheblichkeit schon das, was wir dann oft nach langen schmerzvollen Umwegen als Irrtum erkennen mĂŒssen?
      Wie wĂ€re es stattdessen damit: Nichts ist ungewisser als die Gewissheit. Wenn ich damit jetzt nicht den alles zersetzen könnenden Zweifel ins Feld fĂŒhren, sondern nur anregen möchte in die Haltung der Gewissheit ein kleines Zögern gleichsam zu implantieren, ganz im Stillen es mir zu Gewohnheit werden lasse ein kleines TĂŒrchen offen zu halten, dass es auch anders sein könnte. Was verĂ€ndert sich dadurch in mir, ganz leise? ...
      Ich entwickle ein Haltung der Ehrfurcht hin auf ganz andere Möglichkeiten, wie es auch noch sein könnte.
      Und im weiteren Verlauf dieses Weges, wo gelange ich hin, wenn ich lange genug in diese Richtung voran geschritten bin? Wenn sich eine Ehrfurcht an die andere zu reihen begonnen hat, wenn ich vielleicht auch zu einem Menschen aufschauen durfte, der aus meiner Sicht so viel mehr zu wissen scheint, als ich? Was dann, wenn sich das Freiheitsempfinden, der Drang es zum Ausdruck zu bringen immer stÀrker in mir zu regen beginnt, was dann?
      Nach dem Hin- und Aufschauen in vielerlei Ehrfurchten werde ich dem ersten Anschein nach vor ein dunkles Tor gefĂŒhrt. Nach dem Hin- und Aufschauen, was ja auch einem von mir Wegschauen entspricht, einem nach Aussen Schauen, werde ich ganz auf mich zurĂŒck geworfen und erfahre, dass ich im Grunde weiss, dass ich nichts weiss (Sokrates).
      Diese Art von Erfahrung, nach vielen lichtvollen Ehrfurcht Ausblicken und Ehrfurcht Aufblicken ist nicht leicht zu verdauen. Sich in einem gewissen Sinne wieder lösen von einer derartigen Erfahrungsweise fĂ€llt schwer. Aber sie ist notwendig, wenn ich FreiheitsfĂ€higkeit aktivieren will, wenn ich nicht nur von der Notwendigkeit der Freiheit rede, sondern sie eigenstĂ€ndig auf die FĂŒsse stelle.

      Hier habe ich gestern „den Stift“ niedergelegt und kann aus aktuellem Anlass meine Gedanken nicht in der Weise fortsetzen, wie ich sie gestern noch vor Augen hatte.

      Wie aktiviere ich nach den Tagen von: „Je suis Charlie“ FreiheitsfĂ€higkeit? Bin ich in der Solidarisierung fĂŒr „Charlie“ schon „Charlie per se“ mit all seinem Mut, seiner Risikobereitschaft stĂŒndlich mein Leben aufs Spiel zu setzen fĂŒr die Freiheit des Wortes?

      Wenn ich weiss, wie es richtig ist! ... stehe ich ich da unter UmstĂ€nden, wenn ich mich hier nur tiefer gehender beobachten will, nicht sehr, sehr nahe jenem Sandwirbel, aus dem ein Tornado entsteht, eine terroristische Bewegungsdynamik in mir, in der ich einige wenige Sandkörner zu einer weiter umgreifenden Bewegungsdynamik in der Welt unversehens beitrage? Solches, wenn ich es denn als einen kleinen Stolperstein in mir ĂŒberhaupt wahrnehmen will, derartig untergrĂŒndiges Ereignen schiebe ich natĂŒrlich schnell zur Seite, verlagere es in die Welt hinaus, um mich sodann, mit den fremdgesteuerten Folgen einer terroristischen Schreckenstat aus der Distanz zur keimhaft möglichen eigenen MittĂ€terschaft zu solidarisieren.
      Mich bestĂŒrzt dieser Ausblick zutiefst und ich erlebe in mir, dass ich genau in diesem Augenblick jener oben bereits angesprochenen Erfahrung:

      „dass ich weiss, dass ich nichts weiss“

      noch um einiges, was die damit verbundene existentielle IntensitĂ€t betrifft, nĂ€her gerĂŒckt bin. Ich stehe dem Feuer speienden Drachen aussen, wie innen gegenĂŒber.
      Resignation, Entsetzen, Zorn, um sich Schlagen, Depression und vieles mehr, was an dieser Erfahrungsschwelle in mir auftreten mag, dies alles in ein waches anschauendes Gleichgewicht in mir gebracht, wohin fĂŒhrt mich das? Gibt es ĂŒberhaupt Sinn in dieser Richtung zu denken?

      Um das wissen zu können, muss ich bereit sein ĂŒber den Zustand des inneren Gleichgewichtes hinaus in die Stille einzugehen, muss ich bereit sein fĂŒr die Erfahrung, im Bodenlosen Fuss fassen zu können. Durch was?
      Durch den „guten Willen,“ der mich, von innen heraus wie neu belebend, mir nach und nach immer deutlicher zuwĂ€chst! Das ZĂŒnglein fĂŒr VerĂ€nderung in der Welt bin ich und niemand anderes sonst! Bewegung ganz aus dm eigenen Kern heraus und durch nichts anderes als das.
      Was zeichnet den guten Willen aus? Eine Erfahrung, die aus der Welt, in der wir uns bis anhin fest verankert fĂŒhlen nicht möglich zu sein scheint, dass es anders als wir sein könnten, welche die Urteile ĂŒber die Welt und andere Menschen bilden. Eben aus einer dualen Weltsicht heraus.
      Mit der tatsĂ€chlich existentiellen Erfahrung, „dass ich weiss, dass ich nichts weiss,“ verlagert sich die Möglichkeit dieser dualen Weltsicht gleitend oder mitunter auch ruckartig in eine nonduale Betrachtungsweise der Welt, das heisst, die Dinge und Menschen erklĂ€ren sich durch sich selbst und das Ergebnis dieser sich aus sich selbst erklĂ€renden Dynamik unterscheidet sich nicht selten sehr von meinen vorausgehenden Urteilen.
  • Van Simone @
    Liebe Mieke Mosmuller,
    du schreibst: "Warum sollte sich das eine Volk besser fĂŒhlen als das andere? Es wĂ€re viel schöner, wenn wir bewundern könnten, was wir noch nicht können – und dies lernen wollten." - Unbedingt! So ist es.
    Wenn ich aber irgendwann und eigentlich tĂ€glich wieder neu ĂŒber mein Frau-Sein und mein Deutsch-Geboren-Sein hinweggegangen bin ... dann kehre ich um, komme wieder und wende mich auch dem zu, was ich auf meinem Weg der Selbst-Werdung in einem ersten Schritt sozusagen zurĂŒcklassen musste oder jedenfalls zurĂŒckgelassen habe.
    Dann geht es in keiner Weise um ein "besser oder schlechter" als Volk oder Nation, sondern dann geht es um die Wiedererlangung selbstbewussten National-Geistes, der bewussten Volks-Seele. Diese können dann und nur dann und nur so gesund auferstehen im Menschen.
    Eigentlich ist das dann auch nicht einmal eine einfache Wiedererlangung, sondern nach dem Durchgang durch das Nichts, durch das Nadelöhr, durch das Welten-Ich, die Neu-Erlangung der Beziehung des einzelnen Menschen-Ich, ganz als Individuum, zur lebendigen Seele seines Volkes und zum lebendigen Geist seiner Nation.
    Und wenn dieser Durchgang gelungen ist und die LÀuterung, durch all die selbst erzeugten und erlebten Schmerzen und Fehler, wirken konnte, dann kann und will Ausgleich geschaffen werden, dann will Neues WERDEN, ganz so, wie eine IndividualitÀt sich neu auf den Weg in eine Inkarnation, in einen anderen Menschenleib macht.
    Dann werden wir zu "Wiedergekehrten" ... und das hat dann nicht im Geringsten mit Stolz zu tun (auch wenn man sich dieser wie aller anderen Untugenden in einem selbst immer wieder neu bewusst werden, sie anschauen und sie verwandeln zu lernen immer weiter ĂŒben muss), sondern das beschreibt dann lediglich eine Tatsache, welche unbedingt zu tun hat nicht nur mit der Auferstehung und der Himmelfahrt, sondern auch mit der Wiederkehr des Christus im Ätherischen.
    Vielleicht ersteht ER ja bei uns wie bei den Hirten zuerst in den FĂŒĂŸen und in den Herzen auf und in unseren Köpfen folgt SEINE Auferstehung dann? Und dann werden wir auch begegnen können den Weisen unter uns, bei welchen ER zuerst im Denken aufersteht. Denn gefĂŒhrt worden sind wir durch dasselbe LICHT nur auf unterschiedlichen Wegen.
    Dann singen wir möglicherweise:
    "Der Friede setzt uns in Bewegung.
    Wir bleiben nicht auf unserm Platz.
    Wir tragen ihn hinaus in die Welt."
    (http://www.sankt-josef-trier.de/Lieder/Lieder%20pdf/Nr.31_Der_Friede_setzt_uns_in_Bewegung.pdf)

    Wir tragen und halten den FRIEDEN in uns. IHN tragen wir mit uns hinaus in die Welt, auf die PlĂ€tze und Straßen unserer StĂ€dte und Dörfer.
    Dann krakelen wir nicht, dann provozieren wir nicht, dann sind wir in keiner Weise auf Gewalt aus.
    Sondern der FRIEDENs-Mut und die Wahrheits-LIEBE, diese bewegen uns, uns in Bewegung zu setzen, statt weiter brav und still in unserem KĂ€mmerlein oder vor dem Fernseher zu sitzen, und was auch immer kommentarlos hinzunehmen und geschehen zu lassen.
    Zu hoffen bleibt dann nur, dass wir inzwischen wirklich und tat-sĂ€chlich dazu gelernt haben, dass wir uns wahrhaftig weiterentwickelt haben und wenigstens schon ein kleines bisschen andere geworden sind als die, die wir waren. Aber erweisen wird sich das erst in der Tat, im Geschehen, im Vollzug dessen, wofĂŒr wir aufgestanden sind.
    Denn sonst gĂ€be es keine Hoffnung. Wenn wir immer nur Zuschauer bleiben oder immer nur zurĂŒckschauen auf das, was furchtbar gewesen ist in uns, bei uns ... und von da aus nicht auch den Mut fassen, es dieses Mal endlich besser machen zu wollen als es war, sogar es besser zu machen, als es ist. Das muss unser Antrieb sein. Das kann unser einziger Antrieb sein, wenn es nicht mehr darum geht, anderen oder uns selbst die Schuld zuzuweisen fĂŒr was auch immer, sondern wenn es neu und anders als je zuvor darum geht, genau hinzuschauen und hinzuhören und hinzufĂŒhlen und selbst und aktiv die Verantwortung zu ĂŒbernehmen fĂŒr all das, was ich erlebe an dem, was mir von außen entgegenkommt und was daraufhin an Antworten sich in meinem Inneren regt.

    So war es 
 50 Jahre nach dem Beginn des ersten und 25 Jahre nach dem Beginn des zweiten Weltkrieges 
 um 1964 herum.
    So war es 75 Jahre nach dem Beginn des ersten und 50 Jahre nach dem Beginn des zweiten Weltkrieges 
 im Jahre 1989.
    Und so auch ist es auch heute wieder: 2014 
 75 Jahre nach dem Beginn des ersten und 100 Jahre nach dem Beginn des zweiten Weltkrieges.
    Das, was dem Krieg komplementĂ€r gegenĂŒbersteht, das ist der FRIEDENSMUT.
    Und der Mensch steht mittendrin im Spannungsfeld zwischen diesen Polen. Und er kann nur sehen, dass er diese Spannung in sich aushÀlt und ausgeglichen bekommt. Denn das ist seine Aufgabe.

    Nur musst du dann wirklich auch hingehen und selber schauen und fĂŒhlen und erkennend erleben. Dann kannst du IHN spĂŒren. In der Wahrheits-LIEBE, dem Wahrheits-Mut, im Freiheits-Wille und in der lebendigen FRIEDENS-Kraft. In der vorhandenen Akzeptanz und Toleranz, gepaart mit Ein-Sicht und Erkenntnis-FĂ€higkeit. Wie sie anwesend sind unter den Menschen, die auf Europas Straßen und PlĂ€tzen, in Europas Dörfern und StĂ€dten eines guten Willens sind. Und nicht nur „Europas“, sondern eben auch „Deutschlands“. Denn wie könntest du sagen, die Menschheit ist fĂ€hig und eines guten Willens, aber ich allein bin unfĂ€hig, ich habe meine Chance vertan, ich bin unwĂŒrdig, je wieder einmal den Mund aufzumachen und auch nur Piep zu sagen. So geht es nicht. Dann rĂŒcken andere an den Platz, an den du gehörst. Und dann kann alles nur immer noch mehr schrĂ€g und falsch werden. Und wir sind dann nicht nur mitverantwortlich, sondern wirklich mitschuldig daran, weil und indem wir uns nicht selbst-bewusst auf unseren Platz gestellt und wirklich von dort aus gelebt und gehandelt, sondern uns vor lauter frĂŒherer Scham und Schuld nur noch ewig versteckt und bedeckt gehalten haben.
    Das hat etwas zu tun mit der Rolle Deutschlands und Europas in dieser Kulturepoche.
    Diese Rolle, diese Aufgabe, diese Funktion sind noch lange nicht erfĂŒllt.
    Wir können nur jedes Mal und jeden Tag neu beginnen und versuchen es besser zu machen, was noch nicht (wieder?) gut geworden ist.

    Und ja, wirklich wahrhaft vollstĂ€ndig GUT kann wohl nur der VATER sein, wenn selbst der SOHN das sagt. Aber bemĂŒhen können wir uns. Aufmachen können wir uns. Losgehen und wenigstens versuchen, es dieses Mal besser zu machen als zuvor. Das ist, was dem Menschen als Freiheit doch gegeben ist. WĂ€re dem nicht so, wĂŒrde ein kleines Menschen-Kind nie das Laufen lernen können.
    Die Gut-Willigkeit nicht nur in uns selbst, sondern auch bei unserem jeweiligen Gegen-ĂŒber zu erleben, das kann die notwendigen BrĂŒcken schlagen. Einander von dem MENSCHEN gemĂ€ĂŸ WERDEN wollender IndividualitĂ€t zu dem MENSCHEN gemĂ€ĂŸ WERDEN wollender IndividualitĂ€t zu begegnen 
 das kann uns einen, statt uns zu entzweien.
    Oder nicht?
    Ja, ich stimme dir zu: Meine Sorge muss ĂŒberhaupt nicht sein, welche Religion mein Mitmensch hat. Lass jeden glauben, was er glaubt. Unbedingt! Meine FĂŒrsorge gilt nur dem, was Menschen tun und was Menschen lassen. Und da gibt es heute sehr vieles anzuschauen, uns bewusst zu machen und tat-sĂ€chlich auch neu zu greifen, was eine ĂŒberbordende, (nicht nur auf dem ihr gemĂ€ĂŸen, sondern auch auf falschen Gebiet sich auslebende) Toleranz und Akzeptanz ohne die sie ausgleichende Selbst-Bejahung und Geistesgegenwart und Sorgfalt im Miteinander fĂŒr SchĂ€den angerichtet und bewirkt hat und wie dem nun neu und anders Abhilfe zu schaffen ist, fĂŒr ein besser gelingendes gemeinsames Miteinander.
    Und zum dritten Male stimme ich dir zu: Gottes-GEIST als FĂŒhrer des Individuums und das Individuum in Hingabe an den Mitmenschen.

    Mit besten weihnachtlichen GrĂŒĂŸen in der Mitte der 12 Heiligen NĂ€chte.
    Simone Heubach
  • Van Franz Herzog @
    Liebe Frau Mosmuller, ich denke, dass die Globalisierung im 21. Jhd viele Chancen aber auch schwierige Aufgabenstellungen mit sich bringt. In China bedeutet das Schriftzeichen "Krise" gleichzeitig auch "Chance". Die Möglichkeiten, die uns Menschen geboten werden - frei im Sinne von Pico della Mirandola, zu sein, um Gottes Werk (in welcher Couleur Er/Sie/Es auch darstellen mag) weiter zu fĂŒhren - sind jedem gegeben! Jeder Mensch, der in "gutem" Sinne zu denken, zu fĂŒhlen und zu handeln bereit ist, bringt Licht in unsere wunderbare Welt. Dazu braucht es der Vermittlung von Werten und des von Ihnen auf Initiation des Meisters des Abendlandes vermittelten lebendigen Denkens. Ihre Arbeit gibt mir Reflektion, VerstĂ€ndnis, das lebendige GefĂŒhl und auch die Kraft, ein gutes Leben fĂŒhren zu wollen. DafĂŒr danke ich Ihnen von ganzem Herzen! In diesem Sinne wĂŒnsche ich Ihnen alles Gute fĂŒr das kommende Jahr 2015!
  • Van Machteld Rippen-Veenker @
    Lieve Mieke, dank voor je krachtige woorden van vandaag en ook de mooie van vorige week. Ze voelen als wijsheid, ze voelen als waar. Ze steunen mij enorm in deze gezegende dagen en nachten. Alle goeds voor jou en de jouen, vandaag en de volgende dagen en nachten.