'En er is nog een derde wat ten grondslag ligt: de mensen de mogelijkheid te geven om door het denken tot de geest te kunnen komen, door het denken over de afgrond tot een beleven in het geestelijke te komen.' (Rudolf Steiner, GA 182).
De beide andere beelden die de engel in onze ziel weeft hebben we in de afgelopen weken getracht te beleven: broederlijkheid ten aanzien van het lichamelijke leven, begrip voor het religieuze leven, ook als dit vreemd is, voor de ziel. In dit laatste rust reeds de overgang naar het denken dat de mogelijkheid in zich draagt om naar de geest te geleiden, omdat het geestelijke in de mens is. Door het denken kunnen we de werkelijkheid van de geest bereiken. Dat is een volkomen nieuw beleven. Het is niet een intellectuele bezigheid met geestelijke inhoud, niet alleen een studie van de geesteswetenschap. Hoewel deze studie noodzakelijk is betekent dit beleven nog niet een beleven van de werkelijkheid van de geest. Het is een zintuigvrij denken - een denken dat in activiteit wordt voortgebracht en dat uitsluitend in de zuivere gedachten zelf leeft - maar toch geen beleven van de geest.
Dit zuivere denken ontplooit zich nog steeds vanuit ons middelpunt, we vormen de gedachten en we weten dat we ze vormen. Maar een werkelijke ervaring van de geest zal pas bereikt worden wanneer we deze innerlijke activiteit van het denken met het denken vatten. Dan hebben we immers een volledig nieuwe inhoud in ons bewustzijn: Het actieve denken zelf. Vanuit een gezichtspunt in de periferie schouwen we de gedachten die actief door het eigen ik worden voortgebracht. Dit is het keerpunt tot een volbewust weet hebben van de geest, in diens eerste gestalte: het is het schouwen van de geest van de individualiteit, die wij zelf zijn. Maar dat is tevens het beleven van de vrijheid in zijn zuiverste vorm.
'Men kan, wanneer men deze vrijheid vatten wil, die immers een direct met de mens identieke belevenis is, niet aan iets uiterlijks aanleunen. Men moet het denken zelf verbinden met datgene wat men, zou ik willen zeggen, in het proces van zijn ik is.'(Rudolf Steiner, GA 78, p. 49).
Vanuit deze belevenis, dit schouwen van ons zelf, kunnen we ons verder ontwikkelen - we zouden ook kunnen zeggen: we worden ontwikkeld. Het enige wat de mens zelf doen kan is zijn volle energie en kracht in de ontplooiing van het zuivere denken legen en trachten dit ontplooien te 'zien'. We zullen echter ook steeds meer beleven hoe door dit ontplooien van de zuivere gedachten, door deze kracht, de geestelijke wereld heen weeft. Maar dit is goddelijke genade - de menselijke wil vermag niet dit tot stand te brengen. Ik heb dit in mijn boek 'De Heilige Graal' beschreven. De kracht van het zuivere denken wordt als een graal, die vervuld is met een substantie, in elk ogenblik waarin we deze spirituele kracht aanschouwen en denken. Deze substantie is de ware geestelijke wereld, vol van geestelijke wezens en daden.
Saturn-Siegel (Rudolf Steiner)
Het bereiken van de geest door middel van het denken door Mieke Mosmuller