Vorig jaar heb ik in deze weken in januari geschreven over het Boze. Nu komt dat thema opnieuw op door de vragen daarover van een goede vriend. Als we kijken naar de gebeurtenissen op het wereldtoneel en proberen te voelen wat mensen moeten lijden die in minder comfortabele omstandigheden zijn dan wij in Europa - ondanks alle problemen die we hebben, ook hier - zou de vraag kunnen opkomen: Waarom schiep God deze wereld met alle ellende en lijden? Zou het niet mogelijk zijn geweest voor de Almachtige God om een beter begrip te vormen en wereld te scheppen waarin we onszelf zonder een zo vergaand lijden zouden kunnen ontplooien?
Zelf heb ik dit altijd een ontoelaatbare vraag gevonden, want ik voel dat de menselijke geest te klein, te beperkt is, om de Goddelijke Gedachten te kunnen overzien. Daarom bewonder ik Leibniz vanwege zijn woorden over de volmaakte schepping van God:
'De wijzen en deugdzamen erkennen dat wij, als wanneer wij in staat zouden zijn de wereldordening voldoende te begrijpen, zouden vinden hoe zij alle wensen van de meest wijze mensen overstijgt en hoe het onmogelijk is om haar beter te maken dan zij is.' (Gottfried Wilhelm Leibniz, 1644 -1716)
'In de filosofie, is Leibniz het meest bekend vanwege zijn optimisme, d.w.z. zijn conclusie dat ons universum in zekere zin, het best mogelijke is dat God zou hebben kunnen gemaakt, een idee dat vaak werd bespot door anderen, zoals Voltaire. Leibniz, samen met René Descartes en Baruch Spinoza, was één van de drie grote 17e-eeuwse voorstanders van het rationalisme. Het werk van Leibniz liep vooruit op de moderne logica en analytische filosofie, maar zijn filosofie kijkt ook terug naar de scholastieke traditie, waarin conclusies worden geproduceerd door het toepassen van de eerste beginselen of voorafgaande definities in plaats van door empirisch bewijs.' (Wikipedia)
Men kan zich voorstellen dat deze wetenschapper en filosoof tot zijn optimistische kijk op de wereld kwam door zijn diepe onderzoek van de wiskunde, de ontwikkeling van differentiaal- en integraalrekening bijvoorbeeld, maar hij vond ook de binaire rekenkunde. Iemand die probeert de wereldorde door zijn exacte begrip te begrijpen moet deze wereldorde wel goddelijk en perfect vinden. Leibniz had het ideaal dat het eens mogelijk zou zijn om tot een soortgelijk exact en waar systeem van het sociale leven te komen - dat dit een wereld zou kunnen worden, waarin alles zo absoluut waar en betrouwbar zou zijn - als de wiskundige orde is. Hij was zeer geïnteresseerd in de scholastiek en ook in de
'Ars magna' van de Spaanse Dominicaanse monnik Ramon Lull (Raimundus Lullus). Hij ontwikkelde een groots systeem voor een denken op de juiste manier, zodat de student zou kunnen leren om zo waar te denken als het menselijkerwijs mogelijk is.
De toegang tot de wereldorde van Raimundus Lullus en Leibniz is een totaal andere manier van kijken naar de wereld dan in onze tijd gebruikelijk is. We bekijken de wereld met onze zintuigen, zien deze door de enorme informatie die we krijgen via de media. Deze denkers echter hadden een onwrikbaar vertrouwen in de Rede, dat deze iets echt goddelijks is, die wordt gegeven aan de mens als een instrument om de wereldorde te ontdekken - ook in zijn Boze aspecten - en om een manier te vinden om een wereld van mensen te vormen die past in deze wereldorde - niet door een blinde overgave, maar door een meer en meer perfect ontvouwen van de Rede. Een Rede dat zich niet verwijdert uit de wereldorde die buiten de mens heerst, maar die beide verenigt door te erkennen dat ze geboren zijn uit dezelfde bron.
'De Theodicee (Leibniz) probeert de schijnbare onvolmaaktheden van de wereld te rechtvaardigen door te beweren dat deze de optimale van alle mogelijke werelden is. Het moet de best mogelijke en meest uitgebalanceerde wereld zijn, omdat deze gemaakt is door een almachtige en alwetende God, die niet zou kiezen om een onvolmaakte wereld te maken als een betere wereld hem bekend zou zijn of als deze mogelijk zou zijn te bestaan. In feite moeten aanwezige gebreken die in deze wereld bestaan in elke mogelijke wereld bestaan, want anders zou God hebben gekozen om die wereld te scheppen die deze gebreken niet had.' (Wikipedia)
Ik wil niet een aanhanger van Leibniz zijn, ik wil alleen laten zien dat er denkers zijn die de wereldorde vertrouwen, niet vanwege louter geloof, maar vanwege inzicht daarin. De rationele aspecten van zijn denken gaan te ver, naar mijn inzicht (Wet van de continuïteit in de natuur: Natura non saltum facit (de natuur maakt geen sprongen) bijvoorbeeld, maar ook de stelling dat tegenstellingen niet op hetzelfde moment waar kunnen zijn lijkt niet in overeenstemming met een spiritueel denken, een spirituele Rede). Maar tevens is het heel bijzonder om te denken over dit absolute geloof in de menselijke Rede.
Gottfried Wilhelm von Leibniz (1646-1716)
Het Boze door Mieke Mosmuller