Inmiddels wordt het steeds moeilijker om het op deze planeet uit te houden. Maar je hoeft nu niet meer te zeggen dat het een warenhuis is zonder nooduitgang. Het is een leugenbouwwerk geworden zonder nooduitgang. De nooduitgang was nog altijd dat er meerdere meningen waren, dat er discussie was en dat je altijd met je rationele denken, je gezonde verstand, kon zoeken naar houvast in de mededelingen. Voor zover je een verstandig houvast vond, kon je ook geloof hechten aan de meegedeelde inhouden.
Het is inmiddels zo ongeveer onmogelijk geworden om ergens houvast te vinden. In de NRC van zaterdag wordt binnen dezelfde krant gesteld dat de WHO waarschuwt voor het grote risico wanneer de landen hun maatregelen versoepelen, want er is nog onvoldoende immuniteit. Komt dan niet meteen de vraag bij je op: Hoe moet die immuniteit tot stand komen wanneer je geen contact met mensen hebt?
Maar goed, de WHO zegt: er is onvoldoende immuniteit.
Aan de andere kant staat er ook dat de WHO stelt: immuniteit is geen bewezen waarborg dat je ongevoelig voor de besmetting met COVID-19 bent geworden. Kortom, er is geen nooduitgang: Je krijgt de gelegenheid niet om immuniteit op te bouwen, maar die is juist nodig om de maatregelen te mogen versoepelen. Maar, omdat de immuniteit onvoldoende is moeten de maatregelen worden gehandhaafd. Alleen, het hebben van een immuniteit is geen enkele bewezen garantie dat ik de ziekte niet zal krijgen. Komt dan niet bij je op: dan heeft vaccineren ook geen zin?
Ik zoek in de kranten, in de media naar houvast. Naar inhoud waarin het rationele denken meer dan anderhalve lettergreep mee kan gaan. Die vind ik niet. Geen nooduitgang. Natuurlijk heb ik genoeg houvast in mijzelf. Maar daar gaat het nu niet om.
Ik verbaas me over de geloofskrachten bij de bevolking van de hele wereld. Geloof in God is voor de onnozelaar, geloof in het leven voor en na de dood is voor spirituele fantasten, maar geloof aan de wetenschap is heel gewoon en ook vereist, zelfs wanneer die wetenschap volslagen tegenstrijdige mededelingen doet. De zinsnede is: bewezen is … onderzoek heeft uitgewezen … wetenschappers hebben vastgesteld … de baas van dit of dat instituut heeft meegedeeld … de minister-president heeft een uitspraak gedaan … Een van deze zinsneden is voldoende om het geloof aan de waarheid van die uitspraken in ons op te wekken.
Dat bracht mij ertoe mij nog eens te bezinnen op het mij welbekende thema geloof. Wat is dat eigenlijk?
In de late middeleeuwen zijn er heftige discussies geweest over het fenomeen geloof, met name binnen de scholastiek. Daar was de grote strijd om de vraag: Is geloof het aannemen van het ongelofelijke, van datgene, wat voor het verstand onzinnig is? Of is geloof gebaseerd op het begrip van bepaalde samenhangen waardoor je zegt: Ja zo is het!
Die redelijke samenhangen waren dan wel veel ruimer dan wat wij in onze tijd daaronder verstaan. In die tijd verstond men daaronder wat uit de openbaring bekend is en wat op een redelijke wijze met elkaar in verband gebracht kan worden en vergeleken kan worden.
Het was de sterke kracht van Thomas van Aquino dat hij, hoewel hij de wetenschap van de natuur en de theologie strikt gescheiden hield, en ook in die zin geloof en wetenschap strikt gescheiden hield, hij toch het geloven opvatte als berustend op het begrijpen van samenhangen De tegenstander van die opvatting was onder andere Siger van Brabant. Deze had de opvatting dat geloof nu juist bestaat uit het aannemen van niet-rationele inhouden en die dan toch voor waar te houden.
Als moderne mens, opgeleid op een gymnasium en daarna verder opgeleid aan de medische faculteit heb ik geleerd om dat, wat je in de lessen krijgt aangeboden, voor waar aan te nemen, daar dus in zekere zin in te geloven en je werk daarop te laten berusten.
Maar in de loop van je leven en je praktijkervaring kom je er dan toch wel achter dat er altijd veel verschillende mogelijkheden zijn. Zo blijkt bijvoorbeeld bij literatuuronderzoek dat het ene medische onderzoek dat volledig volgens de regels is uitgevoerd met bepaalde resultaten komt die haaks staan op de resultaten van een ander medisch onderzoek dat ook volgens de regels van de kunst werd uitgevoerd.
Dat is een eerste geloofsbreuk zou je kunnen zeggen. Je merkt dan dat je toch een zekere terughoudendheid ten opzichte van ‘onderzoek heeft uitgewezen’ leert kennen. Ook wordt duidelijk dat wat in een bepaalde periode als bewezen wordt aangenomen in een latere periode andere vormen aanneemt. Zo leerden wij in 1970 dat een bloeddruk van 100 plus de leeftijd en een onderdruk van onder de 100 gezien kon worden als gezond. Tegenwoordig is een bloeddruk van 170 in elk geval te hoog en is boven de 100 niet altijd zo erg. Vroeger waren de maatstaven bewezen, nu zijn ze ook bewezen.
‘De wetenschap is verder gekomen, daarom zijn de moderne maatstaven betrouwbaarder dan de oude.’ Dat is dan het antwoord dat je krijgt.
Wanneer je dat zonder meer aanneemt, dan geloof je in wat gezegd wordt, je houdt op een gegeven moment op om nog zelf te oordelen, omdat dat eigenlijk ook niet is toegestaan want je moet je houden aan wat bewezen werd. Je begint te geloven wat bewezen werd.
Dat is niet alleen in de medische sector zo, maar het is doorgedrongen tot in de populaire wetenschap, is doorgedrongen tot in de bevolking en dat maakt, dat wanneer nu een Wereldgezondheidsorganisatie bepaalde uitspraken doet, of ‘wetenschappers hebben vastgesteld dat’, dit een onwrikbaar dogma wordt. Daar is geen Paus van Rome voor nodig. Hier en daar staat iemand op om zulke dogma’s ter discussie te stellen, maar in deze zogenaamde pandemie is de eensgezindheid over de hele aarde een buitengewoon wonderlijke eensgezindheid en terwijl je daar met heel je hart naar verlangt — dat er op aarde eensgezindheid heerst — is het nu een nachtmerrie.
Kijk ook eens naar een vorige tekst (20-08-2014) over geloof: https://www.miekemosmuller.com/nl/blog/geloof
Het geloof door Mieke Mosmuller