Home
>
Blog
>
Het gesprek II

Het gesprek II

door

Mieke Mosmuller

27-09-2017 2 commentaren Print!
Vorige week kreeg ik een vraag om de rol te beschouwen die de gevoelens, de emoties in een gesprek spelen.

Het is duidelijk dat ze de belangrijkste rol spelen bij het vormen van de meningen. Men zou met een zeker recht kunnen zeggen dat onze meningen gevoelens zijn die zich tot gedachten hebben uitgekristalliseerd. Niet helemaal natuurlijk, omdat de inhoud van de meningen vanuit een meer universele denkwereld wordt genomen. Maar de compositie van de mening wordt in grote mate geleid door emoties. Alleen daar, waar wijsheid de vorm van de gevoelswereld is, kunnen er pure, gezonde, ware meningen ontstaan.


We weten dat onze emoties veel meer vermengd zijn met het ego dan gedachten dat zijn. In het denken is er altijd nog kern van universaliteit. In het gevoel is er meestal alleen de persoonlijkheid. Toch zouden we geen mens zijn, als er alleen universele gedachten in ons hoofd waren en geen gevoelens, geen emoties.

In de filosofie hebben grote denkers hun hoofd gebroken over de vraag: hoe kunnen we een opvoeding van het emotionele leven, van de gemoedsziel vinden, zonder het ego te stimuleren, maar ook zonder het koude intellect te laten overheersen?

Ik denk dat onze meester in dit vak - naast Rudolf Steiner - Friedrich Schiller moet zijn, in zijn brieven over de esthetische opvoeding van de mens. Probleem met deze teksten is dat ze geschreven werden voor mensen die met engagement willen denken. In feite zijn ze helemaal niet zo moeilijk, als we de intuïtie maar begrijpen die Schiller heeft geconcipieerd en die hij zo nauwkeurig en uitgebreid heeft uitgewerkt. Schiller heeft - terwijl hij de menselijke geest in al zijn faciliteiten beschouwde - geconstateerd dat de menselijke ziel tussen twee uitersten wordt geplaatst: de realiteit, die door de zintuigen wordt gegeven, is altijd in beweging en steeds veranderend en heeft betrekking op de wil, op de passies die moeilijk te beheersen zijn; de wereld van de 'vorm' is universeel, eeuwig, eeuwig hetzelfde, het heersende principe op zich en in deze zin vrij - maar buiten alle realiteit. In de wereld van de zintuigen is er geen vrijheid te vinden vanwege de natuurlijke kracht; In de wereld van de vorm is er een soort vrijheid, maar die kan niet in de werkelijkheid worden gebracht en daardoor is er daar helemaal geen vrijheid. In de wereld van de zintuigen worden we met de kracht van de stroom meegesleurd; in de wereld van de vorm overheerst de ernst van het principe ons.

Schiller zag de opkomende vrijheid tussen beide, daar waar de vorm realiteit wordt en waar de werkelijkheid vorm aanneemt. Dit is het punt van vrijheid voor de menselijke ziel, het gebied waar we waarachtig voelende wezens zijn, maar waar het gevoel een objectieve vorm is geworden en in werkelijkheid verschijnt. Dit gebied noemde hij 'Spieltrieb', tussen 'Formtrieb' en 'Stofftrieb', dat wil zeggen impuls van het spel, formele of vormimpuls en zintuiglijke of stofimpuls. Het spel leeft op het gebied van de ziel die een kunstenaar uit ons maakt. Ware kunst is de doordringing van het ene extreem met het andere en vice versa. Ik zal Schiller hier citeren en hoop dat de intuïtie de tekst goed leesbaar maakt.

Friedrich Schiller:
'Maar als er gevallen waren waarin hij deze dubbele ervaring tegelijk zou kunnen hebben, waarin hij zich tegelijk zijn vrijheid bewust zou worden zijn bestaan ��gewaar zou worden, waarin hij zich tegelijkertijd als materie zou voelen en als geest zou leren kennen, dan had hij in deze gevallen, en alleen dan, een volledige aanschouwing van zijn mensheid en het voorwerp dat hem deze aanschouwing zou geven, zou voor hem een symbool worden van zijn uitgevoerde bestemming, en daardoor (omdat deze bestemming alleen in de alheid van de tijd te bereiken is) dienen tot een uiteenzetting over het oneindige.

Vooropgesteld, dat dergelijke gevallen kunnen voorkomen, zouden ze een nieuwe impuls in hem opwekken, die juist omdat de twee andere impulsen erin zouden samenwerken, zich zou stellen tegenover elk van hen, afzonderlijk beschouwd, en zou met recht als een nieuwe impuls kunnen worden beschouwd. De zintuiglijke impuls vereist dat er verandering is, de tijd moet een inhoud hebben; de formele impuls vereist dat de tijd opgeheven wordt, dat er geen verandering plaats vindt. Bijgevolg kan de impuls waarin beide anderen samenwerken (het zij mij vergund, tot ik de benaming gerechtvaardigd zal hebben, deze impuls de speeldrift te noemen) de speeldrift dus, erop gericht zijn om de tijd in de tijd te onderdrukken, het worden met het absolute zijn, de verandering met de identiteit met elkaar in overeenstemming te brengen.

  De stofdrift wil bepaald worden, het wil zijn object ontvangen; de vormdrift wil zichzelf bepalen, wil een object produceren. Daarom zal de speeldrift proberen te ontvangen zoals het zelf zou hebben geproduceerd, en zo te produceren zoals het zintuig streeft naar ontvangen.

  De stofdrift sluit uit zijn onderwerp alle eigen activiteit en vrijheid uit; de vormdrift sluit alle afhankelijkheid en passiviteit uit. Maar de uitsluiting van vrijheid is fysieke noodzaak; de uitsluiting van passiviteit is morele noodzaak. Zo maken beide driften de ziel ondergeschikt: de eerstgenoemde aan de wetten van de natuur, de tweede aan de wetten van de Rede. Aldus zal de speeldrift, waarin beide gecombineerd zijn, het gemoed tegelijkertijd moreel en fysiek verplichten te zijn; Hij zal daarom, omdat hij alle toeval opheft, ook alle verplichting afschaffen en de mens zowel fysiek als ook morele in de vrijheid plaatsen. Als we iemand hartstochtelijk omhelzen die onze minachting waard is, voelen we pijnlijk de noodzaak van de natuur. Als we vijandig zijn tegen een ander, die ons respect afdwingt, voelen we pijnlijk de noodzaak van de Rede. Zodra hij echter op hetzelfde moment onze neiging interesseert en ons respect heeft verworven, dan verdwijnt zowel de dwang van de gewaarwording als de dwang van de Rede en we beginnen van hem te houden, d.w.z. tegelijkertijd met onze neiging als met onze achting te spelen.

Doordat ons ook de stofdrift fysiek en de vormdrift moreel dwingt, maakt de een onze formele, de ander onze materiële toestand tot toeval, dat betekent dat het toevallig is of onze gelukzaligheid met onze volmaaktheid of andersom zou overeenstemmen. De speeldrift dus, waarin beide verenigd werken, zal tegelijk onze formele en onze materiële toestand, tegelijk onze volmaaktheid en onze gelukzaligheid tot toeval maken; hij zal dus, juist omdat hij beide tot toeval maakt, en omdat met de noodzaak ook de toevalligheid verdwijnt, de toevalligheid in beide weer opheffen, dus vorm in materie en realiteit in de vorm brengen. In dezelfde mate als hij de gewaarwordingen en affecten hun dynamische invloed afneemt, zal hij deze met de ideeën van de Rede in overeenstemming brengen en in dezelfde mate als hij de wetten van de Rede hun morele noodzaak ontneemt, zal hij die met het belang van de zintuigen verzoenen. '(Over de esthetische opvoeding van de mens, uit de 14e brief)

Kunnen we leren om een gesprek als een concert te spelen?

Mieke Mosmuller
Apollo van Olympia, waar vorm en materie in harmonie tot verschijning komen.Het gesprek II door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van Wij Velmans @
    Het is mooi dat je de tip geef om met intuitie te lezen.De ene keer lukt dat wel en de andere keer verdwaal ik de woorden. Ik heb wel de tekst uitgedraaid om te lezen,dat geeft met rust en de neiging om een deel te herhalen is groter dan van het scherm.Ik denk wel eens was om schrijft Schiller zo moeilijk, maar kan het anders ? Zo'n ontdekking onder woorden brengen, hij werd erg geplaagd voor vooroordelen van tijdgenoten en macht van heersers dat hij een tussenweg een uitweg zocht. Ik moet er toch iets voor doen om in dat gebied te komen wat je eigenlijk zoekt, het speel moment van het leven steeds weer te realiseren.Schiller een miskend genie?Fijn dat hij er weer even was.
  • Van Gerard Hotho @
    Dank je wel voor het antwoord op mijn vraag. Het is een mooie tekst van Schiller. Ik had de idee al gelezen in Steiner's Raetsel der Philosophie. Ik heb daarna ook al geprobeerd bij conflicten tussen de wil, begeerten en de Rede het middengebied op te zoeken, hetgeen wel soelaas heeft geboden. Blijkbaar kun je dat zo doen dat je daarbij meer objectiviteit in het gevoel krijgt. Die weg moet ik nog vinden. Ik bedenk nu wel dat je in het spel jezelf vergeet.