Wanneer je je bewust wordt dat je er bent en dus kunt zeggen: Ik ben!, dan voel je je ik als een soort samenvatting van al je eigenschappen, je lotgevallen, je kwaliteiten en gebreken, je meningen, je voorstellingen, je oordelen, je temperament, alles wat je in je leven hebt gezien en gehoord, de wegen die je in je leven gegaan bent, de plannen die je nog hebt... Dat alles in een samengevat 'gevoel', gevoegd bij je lichamelijke verschijning en bij de zekerheid dat je een lichaam hebt dat het jouwe is, zou je 'ik' kunnen noemen.
Wanneer je deze waarneming van het eigen ik in samenhang tracht te brengen met een biologisch wetenschappelijke theorie van het menselijk lichaam, dan zou het erop neer kunnen komen dat je een soort van algoritme - dat wil zeggen een programmering van die totaalheid, van die gecompliceerde organische, psychologisch- geestelijke entiteit die je bent - zou kunnen vinden in de genen. Preciezer gezegd: in de structuur van het DNA.
In dat opzicht is het goed om iets over het DNA te weten. We moeten ons daarvoor bezinnen op iets wat zich in het aller-allerkleinste van onze lichamelijke realiteit bevindt. Daar leef je met je bewustzijn niet in. Wanneer je zegt: Ik ben, dan hoort erbij dat je je lichaam bedoelt. Maar dat dit lichaam uit cellen bestaat die gedifferentieerd zijn tot bepaalde organen, tot bloedvaten, botten, zenuwen enzovoort, dat weet je dankzij de wetenschap, het is niet iets wat je zelf voelt.
Wanneer je dan denkt aan die kleine levende eenheden in het lichaam, de cellen, dan moet je bedenken dat elke cel een kern heeft. Die kern bevat de chromosomen. Daarin ligt het erfelijke materiaal verborgen. In de 20e en 21e eeuw is het onderzoek van de moleculaire genetica zo ver voortgeschreden dat men goed geformuleerde concepten heeft over hoe het erfelijk materiaal is samengesteld en hoe het wordt overgedragen. Het DNA bevindt zich in de chromosomen en is een groot molecule dat wil zeggen dat bestaat uit een reeks van identieke suikers –

Deoxyribose, die door fosfaatzuur met elkaar verbonden zijn, waardoor lange ketens ontstaan. Elk suikermolecuul, elk deoxyribosemolecuul heeft een plaats vrij voor de verbinding met een base.

Er zijn vier verschillende basen: adenine, guanine, thymine en cytosine.

De volgorde van die plaatsen bepaalt de kwaliteit van het gen, bepaalt welke eigenschappen welk gen bezit.

Zo is in de loop van de tijd het genoom van de mens bekend geworden - ongetwijfeld nog lang niet in alle details, in volmaaktheid. In de loop van de tijd is voor zoveel mogelijk menselijke eigenschappen zowel lichamelijk als ook psychisch de structuur van het DNA bekend en is ook bekend geworden dat het DNA absoluut uniek is voor een bepaalde persoon. Daardoor kan men in de forensische geneeskunde steeds meer gebruik daarvan maken bij de identificatie van een dader, door het onderzoek van sporen van die dader op het slachtoffer. Maar ook in historisch onderzoek speelt het DNA een grote rol omdat bij zelfs al lang geleden overleden personen het DNA kan worden geverifieerd en men op die manier bijvoorbeeld bepaalde afstamming kan bepalen.
De vraag is dan: is dit genoom van de mens, deze unieke structuur van het DNA, het programma voor het 'ik'? Neem ik met het ik-bewustzijn in vaagheid, in een vage omvattendheid als 'ik' waar, wat in perfecte preciese voorgetekend is in het DNA?
Het 'ik' en het DNA door Mieke Mosmuller