In de lente mochten we in onze zintuigen leven, waar het Wereldwoord in beelden spreekt die we tot in de diepten van de ziel konden leiden. De gehele macht van het denken werd stil zodat het mogelijk werd om deze zintuigbeelden gewaar te worden. Het wereldwijde woord vult de diepten van onze geest zolang als we geen verstandssluier erover spinden. Onze zintuigen zelf werken tevens als een sluier, zo lang als zij gebonden blijven aan het verstand. Wanneer ze als poorten werken, waardoor de gewaarwording gaat, worden de diepten van de geest met de wijdten van de wereld gevuld en we zullen in staat zijn om dit in onszelf te vinden - wanneer de tijd rijp zal zijn.
Het Wereldwoord spreekt, Dat ik door de poorten van de zintuigen Tot in de zielendiepten leiden mocht: Vervul de diepten van je geest Met mijn Wereldwijdten Om eens mij in jou te vinden.
Es spricht das Weltenwort, Das ich durch Sinnestore In Seelengründe durfte führen: Erfülle deine Geistestiefen Mit meinen Weltenweiten, Zu finden einstens mich in dir.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.