De filosofische reflecties van dit blog begonnen met reflecties over de mens. Als we de gedachten van de evolutietheorie willen volgen, vinden we een mens die weet kan hebben van zijn wereld en van zichzelf. Voor zover hij een kennend wezen is, kunnen wij hem Homo Sapiens noemen; Voor zover hij de mogelijkheid heeft zichzelf te kennen, kan hij Homo Sapiens Sapiens worden genoemd.
Zelfs als we alle spirituele gedachten en reflecties vergeten, vinden we het menselijke wezen als een wezen met de mogelijkheid om kennis over zich zelf en de buitenwereld te verwerven. Deze mogelijkheid tot kennis heeft een soort 'potentiëring' in onze moderne tijd doorgemaakt, door het ontwikkelen van de 'kunstmatige intelligentie'. De menselijke intelligentie is zover gekomen dat die zichzelf technisch kan reproduceren – ze heeft nu een hoge technische intelligentie naast zich. Deze kunstmatige intelligentie neemt veel intelligente activiteiten over die de menselijke intelligentie vroeger zelf moest ontplooien.
Ik herinner me de negentiger jaren, dat is niet zo lang geleden. Ik gaf lezingen in verschillende Nederlandse en Belgische steden, op verschillende mij onbekende locaties. Voor we op weg gingen, bekeken we altijd onze kaarten – op papier - om zeker te zijn dat we de weg konden vinden, niet alleen naar de stad, maar ook in de stad... het was een beetje stressvol, het ging vaak fout natuurlijk, en we moesten zoeken en ons oriënteren. Maar we kwamen er, elke keer! Je kon voelen dat een bepaald richtingsgevoel steeds meer ontwikkeld werd. Tegenwoordig hebben we een navigatiesysteem of Google Maps op onze telefoon. We maken er dankbaar gebruik van; het spaart tijd en maakt reizen minder stressvol. Dankzij ons ontwikkeld gevoel voor richting kunnen we ons nog steeds goed oriënteren, dat is handig wanneer de navigatiehulp mis gaat. Ik weet altijd waar ik ben. Maar bij de jongere generatie is het duidelijk dat zij reizen zonder te weten waar ze zijn. Waarschijnlijk generaliseer ik nu, en zijn er nog steeds veel jonge mensen die weten waar ze zijn, maar vaak weten ze het niet. Hun richtingsgevoel wordt niet meer gebruikt, het zal uiteraard atrofiëren, zoals alle fysieke en psychische functies atrofiëren wanneer ze niet vaak genoeg worden gebruikt.
Dit is alleen één voorbeeld; ik zou er veel meer kunnen geven. De smartphone vervangt alle intelligente functies die we nodig hebben. Het enige dat we zelf moeten doen is weten hoe we al die functies moeten gebruiken – maar dat wordt al snel gedachteloze routine. 'Intuïtief' wordt dat genoemd... Vandaag hoorde ik op de radio dat leerlingen op school geïrriteerd zijn door de traagheid van de leraren in het gebruiken van IT. De leerlingen zijn veel sneller in het ermee omgaan en hebben het geduld niet om te wachten tot de oude lui eindelijk de weg vinden om een programma te openen of iets dergelijks.
Naast alle inhoudelijke zaken – bijvoorbeeld wat geweten kan worden, door wie over welk individu dan ook – is er een meer functionele consequentie van de kunstmatige intelligentie, die als het ware in onze handen ligt. Op het moment kan dit alleen nog maar gezien worden in de vroege gevolgen. Maar het zal duidelijker worden in de komende decennia.
Mijn tekst van vorige week, over balans in het dagelijkse leven, bevat een krachtige preventiemaatregel tegen de ziekten van de mens die duidelijk zullen worden in de toekomstige jaren. Een ernstig symptoom van ziekte in het algemeen is, dat juist de preventie en de genezing ervan worden geweerd: het is alsof de zieke zijn geneesmiddel afwijst. Het gevaar van het verlies van de menselijke intelligentie hangt als een gevaar boven ons. Voorkomen is beter dan genezen: conserveren van de menselijke intelligentie betekent het cultiveren ervan – meer dan ooit! Maar juist dat wordt met de allergrootste kracht afgewezen, de tegenzin daartegen is juist extreem groot...
Homo Sapiens en de Smartphone door Mieke Mosmuller