Op Kerstavond vertelde ik dit aan mijn kleinkinderen en hun neefjes en nichtjes.
Er was eens, heel lang geleden een grote Koning. Hij was de grootste van alle koningen, hij zetelde op een gouden troon die zo straalde, alsof het de zon zelf was....
Hij was heel anders dan alle andere koningen want hij hoefde zijn rijk niet te vergroten, hij had al alles in zijn bezit. Er was ook niemand die boos op hem was, want hij had het allerliefste en allergrootste hart van de hele wereld.
Die koning keek naar wat hij gemaakt had en eerst keek hij er met tevredenheid naar, want alles was goed en ging zoals hij het wenste. Hij had de wereld gemaakt en de mensen gemaakt, de zon en de maan en de sterren... En in zijn Koninklijke oor klonk alles samen in een mooi lied.
Hij luisterde en keek, keek en luisterde. Maar hij dacht na een heel heel lange tijd: Het lijkt wel alsof het lied niet meer zo mooi is, het klinkt zachter en ik vind het soms ook een beetje lelijk. Hij keek en luisterde eens wat scherper en zag dat de wereld niet meer zo mooi was als eerst. De mensen waren begonnen ruzie met elkaar te maken, ze waren boos op elkaar, ze maakten alles kapot.
De koning vroeg aan zijn hart, dat zo lief was, dat het alles goed wilde maken, of het soms wist wat er aan de hand was.
Het hart zei: Vader Koning, we zijn te ver weg van de mensen, ze zien ons nooit, horen ons niet - ze vergeten ons en ik zou wel naar ze toe willen om ze met mijn goede wil te omarmen zodat ze niet meer boos zijn en niks meer stuk maken.
Zo gaf de vader Koning zijn hart weg aan de mensen. Het hart moest heel lang reizen om bij de mensen in de buurt te komen, het gleed op de glijbaan van de zonnestralen overdag en op de maneschijn s nachts omlaag en deed er heel heel lang over, want er waren nog geen vliegtuigen of raketten, alles ging heel voorzichtig.
Nu zocht het hart een kindje om in te kunnen kloppen, zo'n kindje als jullie zijn. Het was verbaasd erover hoe klein de lijfjes van de baby's waren en ook de grote mensen vond hij maar klein. Hoe moest hij, groot hart als hij was ooit daarin passen?
En zo werd er een kindje geboren, een baby'tje dat een heel groot en lief hart had. Het was zo groot dat het tot ver in de omgeving straalde.
En zo kon het gebeuren dat de herders die op het veld de wacht hielden over de schapen, de weerschijn van het lieve hart aan de hemel zagen en hoorden hoe engelen zongen dat het kindje geboren was en dat ze het moesten gaan opzoeken.
En er waren ook koningen gekomen, die wisten dat het kindje geboren zou worden en die op zoek waren naar de plek waar het zich bevond. Ook zij zagen de weerschijn van dat grote lieve hart aan de hemel, maar zij zagen een grote ster die hen de weg wees. Die koningen kenden de Grote Koning die zijn Hart gestuurd had om te helpen.
En sindsdien heeft iedereen dat hart bij zich omdat het zo groot is dat het in iedereen straalt en je kan het altijd vragen, omdat het helpt dat je geen pijn voelt, niet verdrietig bent, niet bang bent. Daarom zijn we met kerstmis altijd blij, omdat we een verjaardag vieren van dat kindje met het grote lieve hart, dat zo groot is dat je het aan de hemel kunt zien als een ster en kunt horen als een engelenkoor.
Fra Filippo Lippi Madonna in het bos
Kerstverhaal door Mieke Mosmuller