Zoals alle mensen denk ook ik daarover na. Wanneer je heel erg bang bent voor een besmetting, ligt het natuurlijk ook wel voor de hand om ervoor te zorgen dat je niet met dat besmettende agens in contact komt. Maar waar deze aanpak aan voorbijgaat, is dat een mens een lerend wezen is. Natuurlijk wordt er wel over immuniteit gesproken. Wanneer je die hebt dan heb je blijkbaar iets geleerd, namelijk hoe je je onkwetsbaar moet maken tegenover een virus. Ook wordt er over vaccinatie gesproken, wat zoiets lijkt te zijn als een maatregel van ‘wie niet horen wil, moet voelen’, met andere woorden: ik geef je een pak slaag, zodat je in het vervolg goed weet hoe je je te gedragen hebt, namelijk immuun zijn. Het is een vrij gewelddadige aanpak.
Dus iets van een besef dat de mens iets kan leren is er nog wel.
Maar wanneer je begint te spreken over maatregelen die een mens kan nemen om zichzelf te versterken, dan behoor je al snel tot de irrationele (gevaarlijke) kwakzalvers - op zijn best.
Maar daarover wilde ik het niet hebben. Ik wilde deze keer schrijven over de mens als een lerend wezen. Het is interessant om je daarop eens te bezinnen en eens te kijken wat voor leercapaciteit een mineraal, een steen heeft. En een plant, waarbij je eerder zou spreken over gewend raken aan iets. Een dier dat zeker in staat is om door omstandigheden of door training bepaalde dingen te leren — die dan wel binnen het bereik van zijn instinct moeten liggen. En dat alles dan te vergelijken met de mens als lerend wezen. Dan krijg je wel bewondering voor de soort waartoe je behoort.
Dat we leren lopen, spreken en denken is al wonderlijk. Maar wanneer je dan bedenkt wat je met dat lopen, spreken en denken verder tot ontwikkeling zou kunnen brengen door leerprocessen, dan raak je toch wel diep onder de indruk van het verschijnsel mens.
Iedere gezonde mens leert lopen, maar door de weerstanden bij het lopen te verhogen kan een mens tot geweldige prestaties komen, zoals bijvoorbeeld het lopen van een marathon of het hardlopen. Zoveel meter per seconde.
Het spreken kan bijvoorbeeld door oefening worden gevormd tot zang en wat voor een wonderlijke vergaande prestaties kan de menselijke stem uiteindelijk leveren! Daarbij komt het natuurlijk wel aan op een bepaalde aanleg van een zuivere stem en een ontwikkelingsvermogen. Maar zelfs iemand met een puur rauw stemgeluid kan tot zang komen, die de luisteraar aangrijpt. Kijk en luister eens naar het voorbeeld hieronder.
En dan het denken! Tot wat voor prestaties kan de mens zich in het denken brengen! Probeer eens een hoofdstuk uit de filosofie van Aristoteles mee te denken of een hoofdstuk uit Kant of uit ‘Waarheid en wetenschap’ van Rudolf Steiner. Daar heb je voorbeelden van mensen die hun denken niet hebben gelaten zoals we het gekregen hebben en die het niet alleen hebben volgestopt met inhoud, maar die het denken zelf tot een kunst hebben gebracht. Dat alles kan een mens, omdat hij een lerend wezen is.
Nu is het natuurlijk bekend dat je alleen maar tot hoge prestaties in het leren kunt komen wanneer de weerstanden groot genoeg zijn. Je moet aanleg hebben, maar die aanleg moet worden ontwikkeld en voor die ontwikkeling is het noodzakelijk dat je weerstanden opzoekt. Als je niet alleen piano wilt leren spelen, maar je wilt pianist worden, dan kun je niet in een stoel gaan zitten wachten tot je het geworden bent. Dan moet je weerstanden opzoeken. Een moeilijk stuk, een moeilijker stuk, het moeilijkste stuk. Een maat, twee maten, een hele regel, een hele bladzijde, het hele stuk.
Wanneer je een denker wilt zijn, dan kun je ook niet in je stoel gaan zitten en wachten tot je dat geworden bent. Dan moet je weerstanden zoeken. Aristoteles denken, Plato denken, Augustinus denken, Pierre Abelard denken, enzovoort enzovoort… In het denken moet het je dan ook niet alleen om de inhoud gaan (zoals dat bij de pianostudie ook om de vaardigheidsontwikkeling gaat en niet alleen om de stukken die je speelt), maar om het begrijpen zelf en daarvoor zoek je geen makkelijk denkbare teksten, maar wil je de moeilijkste hebben.
De evolutieleer is in lichamelijke zin gebaseerd op het besef van het leerproces. De sterkste, de krachtigste, de handigste overleeft. Dat was toch het principe.
Nu zijn we natuurlijk niet alleen maar botte lerende natuurwezens, maar we hebben ook nog hopelijk enige moraliteit, die door leren in ons verder in ontwikkeling kan komen. Het gaat dan niet alleen om de sterkste, de krachtigste, de handigste, het gaat om de liefde. Van daar uit wil je het beste voor je medemens en je zou je kunnen vergissen en menen dat dat betekent dat je alle weerstanden uit de weg moet ruimen. In lichamelijk opzicht ben je dan toch wel echt vergeten dat de mens een heel sterk geslacht is, heel vindingrijk tot in zijn natuur en dat het abstracte verstand maar een lamme figuur is, vergeleken bij het vernuft dat in de natuur werkzaam is.
Wanneer je je medemens wil beschermen voor lichamelijk onheil door ziekte, zou je dat zo moeten doen dat je dat vernuft, dat in de natuur zo oneindig veel groter is dan het lamme verstand van de mens, als bondgenoot zou vragen en die bondgenoot zou je dan vast hebben gezegd: Luister eens naar mij, jij mens! Ik leg jou weerstanden in de weg. Dat doe ik niet om je te vernietigen, maar dat doe ik om je te wapenen, sterk te maken, ervoor te zorgen dat jouw natuur zich ontwikkelt, zodat je tegen steeds meer en meer bestand bent. Want dat zul je nodig hebben, nu ik, natuur, in mijn levenskracht zo door jou word verminderd. En in plaats van dat ik je in de steek laat, geef ik je die mogelijkheden, geef ik je weerstanden om je kracht aan te ontplooien en het vernuft van je lichaam te scherpen. Denk niet dat je het zonder mij kunt, oh mens, want je staat niet tegenover mij als natuur, je bent ook natuur.
Ik weet dat je ook geest bent en je abstracte lamheid is een schema van die geest. In die zin ben je terecht trots op je verstand, maar onderschat mij niet als je bondgenoot! Geef mij de kans om als jouw bondgenoot met jou mee te werken. Je bent sterk genoeg je kunt dat aan, je zult alleen maar sterker worden. Ik zal je niet sterker beproeven dan je aankunt.
Wacht een volgende keer eerst eens even af wat ik met je voor heb, voordat je in paniek begint met je te beschermen vanuit wat voor motieven dan ook. Wacht eens even af en kijk wat ik als natuur in jou teweegbreng, terwijl ik je weerstanden stuur, maar tegelijkertijd ook de versterkingsmogelijkheden van jouw eigen natuur. Handel in overeenstemming daarmee en vergeet toch nooit meer dat je van het vermijden van weerstanden steeds zwakker en zwakker wordt!
Vergeet ook niet dat je als mens leeft naar de dood toe, je bent lichamelijk niet onsterfelijk. Op hoge leeftijd is je verhouding tot de dood een andere dan in de jeugd.
Een mooi artikel hierover schreef Erwin Kompanje, ethicus in Rotterdam:
https://kompanje.org/2020/04/15/een-verwacht-overlijden-op-hoge-leeftijd-of-een-coronadode/
Over het lied dat ik hier meegeef, wil ik het volgende zeggen:
Als anthroposoof behoor je zulke muziek (New Orleans Jazz) niet lief te hebben geloof ik. Maar ik ben opgegroeid in een gezin waarin geen anthroposofie bekend was en mijn ouders hadden vaker de radio aan. Op zondag hoorde ik Wagner en andere opera's, ik was nog klein. Door de week hoorde ik ook allerlei andere muziek die in die tijd tijdens de arbeidsvitaminen gedraaid werd. Mijn vader had lang in Engeland gewoond en hij probeerde met mij al heel vroeg een beetje Engels te praten. Hij hield van deze zanger, die ik hier laat zien en horen. Mijn vader is gestorven toen ik nog heel jong was en misschien geeft dat voor mij aan deze zanger een extra glans. Dit lied heeft hij niet meer gekend. Ik hou in elk geval heel veel van deze zanger en wat hij hier zingt, lijkt me wel de juiste vermaning in onze tijd. Zo moeilijk is het toch niet om dit te leren ….
Louis Armstrong, What a wonderful world!
I see friends shaking hands, sayin’, “How do you do?” They’re really sayin’, “I love you”…
Leren door Mieke Mosmuller