De overige drie jaarfeesten, Kerstmis, Pasen en Johannes zijn op zich bekende feesten. Het Johannesfeest is in Noord-Europa minder bekend, maar wanneer je bijvoorbeeld in juni in Spanje verblijft zie je grootse voorbereidingen voor de 24e juni, het Johannesfeest. Dat het een heel bijzondere dag is, iets na het begin van de zomer, dat is niet iets wat aan alle culturen vreemd is.
Het Michaelfeest wordt veel meer in verband gebracht met de anthroposofie en het is inderdaad als het ware een nieuw jaarfeest, dat nog helemaal niet de juiste vorm van viering gevonden heeft. Uiteraard is Michael die de draak overwint een beeld dat ieder mens die kunstliefhebber is kent. En in andere culturen dan de christelijke komt dit beeld met andere benamingen ook voor. Denk aan Marduk, Indra, denk aan Mithras. We kennen dit beeld eigenlijk allemaal wel en de schilderkunst bevat talloze indrukwekkende beelden van Michael die de draak overwint. Maar dat je dat feest op 29 september werkelijk viert is in de wereld niet zo gebruikelijk, behalve in antroposofische kringen.
Maar wat betekent dit feest in het jaarverloop, dat moet je je dan wel afvragen, en je kunt natuurlijk in de literatuur daar heel veel over vinden.
De draak moeten we ons voorstellen als een bovenzinnelijk, onzichtbaar wezen dat eerst in de hemelen was en dat als verontreiniging van de hemelen op de aarde gestoten is door Michael – en dat dit ondier onzichtbaar onder en in de mensen is. Op zich is de aarde een zuiver wezen, met een onschuldig mineralenrijk, gehoorzaam aan zichzelf groeiend en bloeiend plantenrijk, een wonderbaarlijk instinctief dierenrijk en een buitengewoon gecompliceerd mensenrijk.
Het mineralenrijk, het plantenrijk en het dierenrijk zijn op zich onaantastbaar voor dat draak-wezen. Maar op het moment dat de mens zich met een van die drie rijken der natuur inlaat, grijpt de draak zijn macht en de begeerte slaat toe en vermindert de waardigheid van de rijken der natuur en vooral die van de mens. Dus wij moeten het beeld van Michael met de draak wel heel pijnlijk op ons zelf betrekken. Het is niet een beeld dat buiten ons, heel comfortabel, zich afspeelt maar het is een beeld dat in ons noodzakelijkerwijs in gang moet worden gezet. Wij zijn de dragers van de draak en wij zouden Michael moeten aanroepen om die draak in ons onmachtig te maken, opdat de rijken der natuur hun onschuld in ons kunnen bewaren.
Oh, wat zou de wereld er anders uitzien wanneer die allesverslindende begeerte-kracht in ons stil zou worden, zou worden omgevormd in een zielenkracht die dezelfde macht en kracht zou bezitten, maar die niet de onschuld zou ombrengen, maar deze juist opnieuw geboren zou doen worden. En die kracht kunnen we, wanneer we nu de natuur in gaan en we zijn sensitief daarvoor, die kracht kunnen we voelen. Niet in de stad, ook niet zo gemakkelijk in de achtertuin of op het balkon. Maar echt in de natuur, daar waar je door en door gewaarwordt dat de groei en bloeikracht van de natuur over het hoogtepunt heen is, in het vrucht worden is overgegaan en langzaam tot stilstand komt, waarna de bladeren gaan vallen en de natuur de winterkaalheid aanneemt.
Zover is het nog niet, maar we kunnen in de natuur nu wel al voelen hoe stil zij langzamerhand wordt en hoe in plaats daarvan een bepaalde kracht vrijkomt. En die kracht kun je beleven in de plaats van je lichaam dat tenslotte ook tot de natuur behoort. Je kunt leren beleven dat je niet alleen uit moleculen en natuurprocessen bestaat, maar dat je naarmate de natuurkracht afneemt daarvoor in de plaats een enorme kracht gewaarwordt, een kracht die, wanneer je die een naam moet geven je het beste moed kunt noemen.
Die moed is als het ware een brug naar het gewaarworden van de geestkracht die in plaats van de natuurkracht nu begint vrij te worden. Terwijl we in het voorjaar de opstandingskracht van de natuur mochten beleven, mogen we nu, terwijl de natuur haar kracht verliest, de opstandingskracht van de geest gewaarworden. Wat een kracht, wat een Majesteit. Wat een alles overwinnende moed kunnen wij voelen.
En wat zo'n overweldigende kracht van de natuur in het voorjaar en de zomer is, wordt nu voor ons geestkracht
Natuur, uw moederlijke zijn,
Ik draag het in mijn wilswezen
En de vuurmacht van mijn wil
Staalt de drijfveren van mijn geest,
Opdat zij zelfgevoel baren
Om mij in mijzelf te dragen.
Rudolf Steiner