Alanus ab Insulis hoort de woorden van Natura:
'Let er goed op, hoe in deze wereld, vergelijkbaar met de edele stad van een republiek, een heerschappij met verstandige beheersing wordt ingericht. De eeuwige heerser heeft in de hemel namelijk, zoals in de burcht van een menselijke stad, heersend zijn zitting. Van hem kwam voor eeuwig de konde dat de kennis van de afzonderlijke dingen in zijn boek van de voorzienigheid opgeschreven staan. In de ruimte van de lucht, zoals in het midden van de stad, strijden de hemelse heerscharen van de engelen en bieden als plaatsvervangende vertegenwoordigers de mens hun bescherming aan. De mens echter, die als een vreemde in de benedenstad van de wereld woont, wijst het niet af om aan het leger der engelen gehoorzaamheid te bewijzen. In deze republiek dus is God heersend, de engel werkend, de mens gehoorzamend. God schept bevelend de mens, de engel brengt hem werkend voort, de mens vernieuwt zich gehoorzamend. God voorziet de wereld orde met volmacht, de engel leidt deze door de daad bij elkaar, de mens voegt zich naar de wil van de werkende. God beveelt door het leerambt met volmacht, de engel werkt door het dienstambt met de daad, de mens gehoorzaamt aan het geheim van de vernieuwing.
De reeks van onze overwegingen zou te ver voeren, wanneer we het zouden wagen erover te gaan wat het onuitsprekelijke Archanum van de godheid is, hoewel onze geest hartstochtelijk daarnaar verlangt om iets daarvan in te zien. Deze zo welgeordende republiek heeft in de mens een evenbeeld. In het hoofd, in de burcht, rust de wijsheid als heerseres. Haar gehoorzamen als een godin de andere zielenkrachten als halfgodinnen. Want het vermogen van het oorspronkelijke begrijpen, het logische kunnen en de kracht om het verleden te herinneren, wonen in de verschillende vertrekken van het hoofd en branden slechts dankzij de dienst aan de wijsheid. In het hart, in het centrum van de stad, heeft de grootmoedigheid haar woning betrokken. Zij bekent zich tot de dienst onder de leiding van de schranderheid en hoe het bevel daarvan luidt zo werkt ze. De nieren echter, de voorsteden van de begerende lusten, vervullen het uiterste deel van het lichaam. Zij wagen het niet om zich tegen het bevel van de grootmoedigheid te verzetten, maar gehoorzamen haar wil.'
Nieuw verschenen:Persephone − Natura. Het overwinnen van de MajaMieke MosmullerPersephone is het wezen dat als dochter van Demeter (Moeder Aarde) het zintuiglijke kleed van de aarde weeft. Doordat zij de gemalin van Hades wordt dreigt de aarde zonder deze schoonheid voor altijd te verdorren. Zeus grijpt in, en zij komt elk jaar voor de helft van het jaar boven om haar weefwerk voort te zetten. In de middeleeuwen vereerden de wijzen Persephone als de godin Natura, die de gehele zintuiglijke natuur gestalte geeft.
In samenhang met de kennistheorie vinden wij in dit boek een grootse omkering van de kenpositie: Niet is de zintuigervaring maatgevend en zijn de gedachten slechts afbeeldingen; maar de gedachten zijn het oorspronkelijke, en de zintuiglijke werkelijkheid is een andere vorm van de idee. Wie deze omkering door de meditaties die in dit boek zijn gegeven mee voltrekt, vindt een groots geestelijk doorlicht worden van de zintuigwereld. Persephone–Natura wordt gevonden in de overgang van het denken naar de zintuigervaring – als levende geestelijke kant van de natuur.
Categorie Geesteswetenschap
ISBN 978905240573
Auteur Mieke Mosmuller
Omvang 176 pagina's
Uitvoering Linnen, gebonden
Prijs €30,00
Persephone − Natura door Mieke Mosmuller