'Voorlopig is er niet alleen een gebrek aan inzicht in de waarheden van de geesteswetenschap, maar vooralsnog is er een gebrek aan de stemming van de kennis in onze tijd, de stemming die de echte zoektocht naar kennis teweegbrengt. Maar de wereld is er afhankelijk van, dat er mensen zijn, en steeds meer mensen, die dit duidelijk doorzien en het in de eerste plaats in hun belang en in hun aandacht opnemen, dat de hefboom van echte vooruitgang daar moet worden aangebracht. Men moet eerst weten wat er gaat gebeuren. En duidelijk en zonder zich over te geven aan een illusie, moet men kijken naar hoe degenen die met spot en hoon alle echte kennisstemming in beslag nemen, alles wat de mensheid nog moet doordringen in zijn spirituele cultuur in de hand willen nemen. Het doel is om de mens van jongs af aan te integreren in de materialistische cultuur. De materialistische cultuur maakt zich al meester van de tere kinderziel, door deze tere kinderziel de materialistische school op te dringen, die minder door de inhoud van datgene wat het leert, dan zoals het moet leren, in de hele ziel materialistisch volgzaam wordt gemaakt.
En men verpakt zo'n regel in de illusie van de tijd door te zeggen: dit wordt geëist in het tijdperk van de liberalisme en de vrijheid! Wat het tegenovergestelde is van alle vrijheid, wordt in het materialistische tijdperk vrijheid genoemd. En men regelt de dingen zo dat men nauwelijks merkt dat het tegenovergestelde van vrijheid "vrijheid" wordt genoemd. En wie iets van de zaak vermoedt, zou hoogstens weer tegen datzelfde gebrek aan vrijheid willen strijden door datzelfde gebrek aan vrijheid alleen van de andere kant te laten komen. Dit of dat zou moeten worden verboden, zeggen sommigen, of anderen flirten weer met die krachten die alles wat vrij in het veld moet groeien zoals het kleine bloempje, in handen nemen.
Het is in de eerste plaats noodzakelijk dat die houding ons doordringt, wat alleen maar een werkelijk vrije houding kan zijn die voortkomt uit de geesteswetenschap. Hier moet vooral duidelijk zijn dat in de loop van de uiterlijke materialistische wereldorde niet kan worden ingevoerd wat de menselijke ziel in haar tere jeugd moet vormen. Zich niet laten misleiden door woorden, dat is wat we eerst moeten begrijpen. Daarvoor is het echter ook nodig dat we ons bevrijden van de hele aura van vooroordelen die we overal tegenkomen; dat we werkelijk die houding als onze ziel onder alle omstandigheden doorlevend beleven, die uit het wezen van de geesteswetenschap kan komen; dat we ons vaker afvragen: wat zit er in onze ziel dat voortvloeit uit het wezen van de geesteswetenschap, en wat zit er in onze ziel alleen maar omdat we ook die gedachtevormen verwerven die vandaag de dag over de hele wereld verspreid zijn? Misschien kunnen we in onze tijd niet iets doen tegen het zeer materialistische verloop van de materialistische onvrije stemming van de tijd. Maar we moeten het op zijn minst leren voelen als een dwang. Dat is waar het moet beginnen. We hoeven ons niet ook nog eens te bezondigen aan bedrog. Want als de wereld zich verder ontwikkelt in de zin van deze materialistische impulsen, dan gaan we geleidelijk aan een ontwikkeling in die niet alleen aan degene die niet het patent heeft verbiedt om iets te doen voor de menselijke gezondheid, maar waarin elk woord dat gesproken wordt over iets dat tot de wetenschap behoort, verboden is om gezegd te worden door iemand anders dan degene die een soort gelofte heeft afgelegd om niets anders te zeggen dan wat patent heeft gekregen (patentiert ist) in de zin van de materialistische wereldorde. Vandaag de dag verbiedt men alleen nog maar veel dingen waarvan de mensen de dwang van het verbod niet bemerken. Maar we naderen een tijd waarin, net als elke niet-gepatenteerde zorg voor de genezing van mensen, ook elk gesproken woord verboden zal worden, behalve in een instelling die gegarandeerd en gepatenteerd wordt door de materialistisch ontwikkelde machten.
Als men niet het hele verloop van deze gebeurtenis voelt, dan zal men met volle zeilen naar de toekomstige "vrijheid" varen, die zal bestaan uit wetten die gegeven worden, volgens welke niemand iets mag leren tenzij hij dat doet binnen een gepatenteerde collegezaal; volgens welke alles verboden zal zijn wat ook maar in de verte kan herinneren aan iets zoals wat hier gebeurt. Omdat men niet ziet hoe het met de ontwikkeling gaat, houdt men dit vandaag de dag niet voor ogen. Zeker, we zullen niet veel kunnen doen in onze tijd - dit moet steeds weer worden benadrukt. Maar de dingen moeten beginnen met gedachten, moeten beginnen met het bemerken van de dingen, en waar je mee kunt beginnen, daar moet je mee beginnen.’ (Rudolf Steiner, GA 165, 2.1.1916. Vertaling en cursivering MM)
Profetische woorden door Mieke Mosmuller