Home
>
Blog
>
Rudolf Steiner over Troxler

Rudolf Steiner over Troxler

door

Mieke Mosmuller

28-02-2018 1 commentaren Print!

Vanuit zulke vooronderstellingen vermoedt Troxler een 'hogere mens' in de mens, die zichzelf ervaart in de zintuiglijke wereld; deze 'hogere mens' ligt ten grondslag aan de zintuiglijke mens en behoort tot de bovenzinnelijke wereld; en in deze visie voelt Troxler dat hij in harmonie is met wat Friedrich Schlegel tot uitdrukking bracht. En zo, zoals al eerder het geval was met Friedrich Schlegel, worden de hoogste kwaliteiten en activiteiten die de mens in de zintuiglijke wereld manifesteert voor Troxler de uitdrukking van vermogens van de bovenzinnelijke mens.


Doordat de mens in de zintuiglijke wereld staat, heeft zijn ziel de kracht van het geloof. Maar deze kracht is tenslotte alleen de openbaring van de bovenzinnelijke ziel door het zintuiglijke lichaam. In het bovenzinnelijke ligt een bepaald vermogen van de ziel ten grondslag aan onze geloofskracht die men, als men het op een bovenzinnelijke beeldende wijze wil uitdrukken, een gehoor van de bovenzinnelijke mens moet noemen. En zo is het ook met onze kracht van de hoop. Een vermogen van de bovenzinnelijke mens om te zien ligt aan deze macht ten grondslag; overeenkomend met onze bezigheid in liefde is er het vermogen van de 'hogere mens' om in de geest te tasten, 'aan te raken', net zoals de gevoelszin in de zintuiglijk waarneembare wereld het vermogen is om iets te tasten. Troxler spreekt zich uit over dit onderwerp in zijn colleges over filosofie op de volgende manier: "Onze overleden vriend Friedrich Schlegel heeft op een heel mooie en ware manier op de relatie van de zintuigmens tot de geestmens het licht geworpen. In zijn lezingen over de filosofie van de taal en het woord zegt Schlegel:
'Als iemand in dat alfabet van het bewustzijn, dat de individuele elementen voor de individuele lettergrepen en hele woorden geeft, het eerste begin van ons hogere weten wil hervinden, zoals God zelf de sluitsteen van het hoogste bewustzijn vormt, dan moet het gevoel voor de geest, als het levende centrum van ons hele bewustzijn en als het punt van vereniging met het hogere worden aangenomen. ... Men is vaak gewend om deze fundamentele gevoelens voor het eeuwige te noemen : 'geloof, hoop en liefde.' Als men deze drie fundamentele gevoelens of kenmerken of bewustzijnstoestanden wil beschouwen als even zovele organen van kennis en waarneming van het goddelijke - of, zo u wilt, op zijn minst organen die vermoedens geven van het goddelijke, - dan kun je ze in dit opzicht en met betrekking tot de aan ieder daarvan kenmerkende vorm van opnemen,heel goed vergelijken met de uiterlijke zintuigen en instrumenten van zintuiglijke waarneming. De liefde komt met de uiterlijke gevoelszin opvallend overeen in de eerste wekkende zielsaanraking, in de voortdurende aantrekking, en tenslotte in de uiteindelijke volmaakte vereniging. Het geloof is het innerlijke gehoor van de geest, die het gegeven woord verenigt met een hogere mededeling, begrijpt en innerlijk bewaart; en de hoop is het oog, wiens licht al in de verte de objecten kan waarnemen waarnaar het diep en verlangend hunkert. '

Dat Troxler zelf nu verder gaat dan de betekenis die Schlegel aan deze woorden gaf en ze absoluut in de bovengenoemde zin denkt, wordt aangetoond door de woorden die Troxler nu toevoegt: "Ver boven rede en vrijheid en hun eenheid zijn deze in een bewustzijn van geest en hart zich verenigende gemoedsideeën verheven, en zoals verstand en wil, rede en vrijheid en alle daaronder liggende ziele-vermogens een naar de aarde toegewende reflectie voorstellen, zo zijn deze drie een naar de hemel gericht bewustzijn, dat door een waarachtig goddelijk licht verlicht wordt...'
(GA 20, pagina 67/68, Vertaling MM).

Karl Wilhelm Friedrich Schlegel
Karl Wilhelm Friedrich SchlegelRudolf Steiner over Troxler door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van Machteld Veenker @
    De woorden van deze filosofen, Lavater, Troxler en Schlegel gaan al lezend rechtstreeks in mijn beleving. Wat een heerlijk waarheids- voedsel. Wel vaak lezen omdat het anders weer wegzakt. Dankbaar ben ik voor deze mooie filosofische woorden uitgezocht en -geplozen uit literatuur waar ik anders niet mee in aanraking zou komen :)!