In de 20e eeuw hebben we het ontwaken van het sociale gevoel in de mens beleefd. Tevoren zal dat zeker in bepaalde persoonlijkheden aanwezig zijn geweest, maar het werd nooit een wereldwijde beweging. Het sociale gevoel ontwikkelde zich tot communisme en socialisme.
Wanneer ik terugdenk aan de jaren zestig - ik was toen op de middelbare school - dan herinner ik me hoe mijn klasgenoten grote interesse in de politiek hadden. Ik groeide op in Amsterdam, bezocht een gymnasium, waar dit groeiende sociale politieke bewogen-zijn de pioniers vond. De opgroeiende jonge mensen probeerden zichzelf te bevrijden van de autoriteit. Er waren de revoluties van de studenten, die wilden medezeggenschap in hun opvoeding. Er waren de arbeiders die zich van de overheersing van het kapitalisme wilden bevrijden. Zij namen de socialistische en communistische principes van voor de Tweede Wereldoorlog weer op. Het was de tijd van het existentialisme van Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir. Je kon de woorden 'God is dood' en 'Make love, not war' overal zien.
Aan de ene kant voelden we een groeiende vrijheid. Alle autoritaire grondprincipes schenen overwonnen te zijn. Aan de andere kant werd wel duidelijk dat het een versterking van het materialisme was. Het 'God is dood' principe gaf een gevoel van vrijheid, maar het stopte tegelijkertijd alle gedachten over de geest in een lade met daarop de aantekening 'ouderwetse onzin'. Het 'Make love, not war' principe werd uitgevoerd op een puur fysieke wijze. In het Vondelpark kon je in de openlucht zien hoe de liefde werd bedreven. Het existentialisme bleef beperkt tot de existentie op aarde in het fysieke lichaam; Het communisme en socialisme rustten op het principe van de eerlijke verdeling van geld en macht, niet op de meer spirituele aspecten van het sociale leven. Socialisme en communisme bleken puur materialistische visies te zijn.
Hoe zou een sociaal leven, gebaseerd op spirituele inzichten eruit zien? Het zou een sociale kunst zijn. Het materiaal dat deze kunst gebruikt zou de ontmoeting zijn. Het waarachtige gesprek, maar ook de zwijgende ontmoeting. Dit is een spiritueel medium dat tussen mensen werkt. Het kan op een kunstzinnige wijze worden ingezet.
In het gewone leven is het bijna altijd het lot tussen mensen dat de ontmoeting beheerst. Sartre zag alleen maar twee mogelijkheden: je wint of je verliest, er is niets daartussen. De winnaar voelt zich goed, de verliezer lijdt. De spirituele kant van deze manier van ontmoeten zou dan zijn dat de deelnemers zichzelf ontwikkelen doordat ze gelukkig zijn of doordat ze lijden. Er is alleen maar een passieve manier om het samenkomen en het weer uiteengaan te beleven.
Sociale kunst zou iets heel anders zijn, iets geheel nieuws. De deelnemers zouden een actief zelfbewustzijn hebben en ze zouden de ontmoeting actief beter, edeler, vreugdevoller en origineel gestalte willen geven. Ze zouden trachten om een geheel nieuwe atmosfeer van de menselijke vriendschap te scheppen. Je zou in een optimale spirituele zelfbewuste toestand moeten zijn, bereid om niet mee te worden gesleurd in de patronen die er al zijn. Je zou actief nieuwe patronen vormen van vrijheid en vriendschap.
Dit is al eerder nagestreefd. Voor de materialistische periode die opkwam met Feuerbach als filosoof en Karl Marx als sociale hervormer was er de periode van het idealisme en de romantiek, de tijd van Goethe, Schiller en Novalis. Deze gevoelens uit die tijd zijn in onze tijd van relativisme feitelijk onmogelijk geworden. We zullen nieuwe vormen daarvoor moeten vinden. Schiller schreef zijn gedicht 'Ode an die Freude' en in deze verzen kunnen we het hoge gevoel van het idealisme gewaarworden.
Sluit de heilige cirkel dichterZweer bij deze gouden wijn,de gelofte trouw te zijn.Zweer het bij de sterrenrechterRedding van ketens van tirannen Grootmoedigheid ook ten opzichte van het booswicht Hoop op sterfbeddenGenade bij het laatste oordeel Ook de doden zullen leven Broeders drinkt en stemt in Alle zonden willen vergeven zijn En de hel zal niet meer zijn.
'We zijn wat we bij herhaling doen.Voortreffelijkheid is derhalve niet een daad, maar een gewoonte.' ( Aristoteles)
Dit Aristotelische vertrouwen in de leermogelijkheden van de mens zullen ons voeren tot een kunst van het sociale leven.
Sociale kunst door Mieke Mosmulller