U hebt het misschien gelezen, gisteren stond er op nos.nl een bericht dat er in de Duitse krant, of tijdschrift, ik geloof dat het een krant is, Die Welt, een artikel gepubliceerd is over vrijgegeven e-mails die dateren van maart en april 2020, en daaruit blijkt, uit die e-mail correspondentie tussen verschillende regeringsleiders en wetenschappers, dat er bepaalde vragen zijn gesteld aan de wetenschap die dan vervolgens ook zijn beantwoord. Ik zal het voorlezen wat in dat bericht van de NOS stond, stukjes.
Er werd aan bepaalde onderzoeksinstituten gevraagd om een worst-case scenario, om mentaal en planmatig grip op de situatie te krijgen. Dat zou kunnen helpen om maatregelen van preventieve en repressieve aard te kunnen plannen. De wetenschappers leverden volop suggesties, ook voorstellen, om angst en volgzaamheid bij de bevolking op de agenda te zetten. Schrijft Die Welt. Er staat in het artikel een link naar het artikel, maar helaas moet je abonnee zijn dus je kunt maar een alinea lezen.
Daarvoor zouden bijvoorbeeld campagnes kunnen worden ingezet met beelden van mensen die in ademnood sterven omdat er geen ic-bedden beschikbaar zijn. Opvallend is dat wetenschappers onderling onderhandelden over het dodental dat genoemd zou moeten worden. Het RKI, Robert Koch Institut, stelde voor met een inschatting te werken van 0,56% van de besmette personen, maar een medewerker van het RWI, een invloedrijk economisch onderzoeksinstituut, pleitte voor een sterftepercentage van 1,2%. onderhandeling dus. Voor het worst case scenario gebruikte men inderdaad het percentage uiteindelijk dat het RWI voorstelde. Als de regering niet ingrijpt, zou 70% van de bevolking besmet kunnen raken, en meer dan een miljoen mensen kunnen overlijden, waarschuwde de minister van binnenlandse zaken, Seehofer, destijds meermaals.
Dit is natuurlijk een wereldschokkend bericht en het valt te verwachten dat het nauwelijks het nieuws haalt, het lijkt wel een vergissing dat dit in het nieuws gekomen is, een grote krant als NRC rept er niet over, maar dit is natuurlijk wel echt wereldnieuws. Zo was er bijvoorbeeld in juni jl ook zoân bericht, toen ik dat las dacht ik ook: nou dit is wereldnieuws en hiermee houdt de hele toestand op, dat was een bericht van de universiteit van Barcelona, die hadden afvalwater onderzocht, monsters uit let wel maart 2019, en in die monsters was COVID-19 gevonden. Ja dat is wat mij betreft wereldschokkend nieuws want dat zou betekenen dat driekwart jaar of zoiets dat virus al in het afvalwater heeft gezeten, nou dat komt alleen maar in het afvalwater als er besmette personen zijn, dus lang voordat deze pandemie bewust werd was die al aan de gang en merkte dat blijkbaar niemand. Maar wat is dan vervolgens de reactie daarop? Men zegt dan nou dat zullen wel fout positieve tests zijn. Dan wel, he, dan zijn ze wel fout positief. Ik wil dat maar naar voren halen om te laten zien hoe wereldnieuws in deze tijd wordt behandeld. Zo stond er in het weekend een artikel in de nrc over het feit dat kamerleden brieven ontvangen van wat men dan noemt burgers, dat zijn dus mensen zoals wij, en die mensen schrijven aan de kamerleden dat ze wanhopig zijn en dat ze werkelijk niet meer weten hoe ze verder moeten. Er staan dan verschillende reacties van kamerleden onder. Wanneer je dat leest, dan denk je dit moet onmiddellijk ophouden. Deze ramp die hier sociaal zich voltrekt die wordt in stand gehouden door een ramp die misschien zou kunnen komen. Door een Britse variant of weet ik wat voor oorzaak, maar als je ziet wat een sociale ramp er aan de hand is, zo dat mensen kamerleden gaan schrijven om hun nood bij hen neer te leggen, dan zou je zeggen dit moet onmiddellijk ophouden. Maar het houdt niet op. En ik heb dan iedere keer weer opnieuw een overdenking daarbij, een overweging. Ik geloof dat het heel hard nodig is dat wij als mensen ons goed voorhouden dat we echt mensen zijn. Mensen begaafd met rede, met de mogelijkheid om tot kunst te komen, en met een geweten. We moeten langzaamaan de positieve blik op het menszijn zo sterk maken dat die andere kant eigenlijk in het niet valt daarbij. Dat is mijn mening. Ik ben niet van mening dat de mens een creatuur is die geneigd is tot alle kwaad. En niet in staat tot enig goed. Dat is een bijbel uitspraak die hoort bij het Oude Testament. Bij het Nieuwe Testament moet je dat echt omkeren. Je moet zeggen de mens is niet in staat tot kwaad en geneigd tot het goede. En dat dat niet blijkt, dat heeft te maken met het feit dat er andere krachten aan het werk zijn dan het zuivere menselijke. We hebben natuurlijk met een mensbeeld te maken waar de mens gezien wordt als een, laat ik het maar grof zeggen , beest, met vernuft begaafd. En wanneer je de mens zo ziet, als beest begaafd met vernuft, dan moet die kudde wel in toom gehouden worden. En hoe doe je dat? Wie moet dat doen? Dan moet je ervan uitgaan dat de leiders van die kudde het meest beestachtig zijn want die moeten de zaak eronder houden. Ik heb wat dat betreft beelden als kind of als kind, als jonge volwassene in mij opgenomen omdat ik in Amsterdam woonde en wij hadden geen televisie thuis, dat werd niet gewild, maar mijn moeder ging dan wel eens in de zoveel tijd met mij naar de Cineac. En in die Cineac daar draaide een continu programma. Nieuwsberichten, variĂ©tĂ©, maar vooral natuurfilms. En daar heb ik heel veel beelden in mij opgenomen van wat in het dierenrijk zich afspeelt, hoe daar de leider van een diersoort in een bepaald gebied dat gebied met zijn instinctieve kracht afbakent en daar voorkomt dat andere elementen daarin binnenkomen of zouden kunnen heersen, en hoe bepaalde diersoorten vanuit hun instinct andere diersoorten verslinden.
Wanneer je de mens zo wilt zien dan moet je dat maar doen, maar ik zie het zo niet, dat is de mens niet, dat is een laag gedeelte wat wel in de mens aanwezig is maar wat door het hogere, door de rede, door de gevoeligheid voor schoonheid en het diepgevoelde geweten wordt overstegen en zo wil ik de mens zien. En al zie je dan misschien in de uiterlijke wereld op het ogenblik meer dat beestachtige wezen verschijnen wat dan geen mens is, je moet, vind ik, als mens je toch werkelijk met alle kracht bezinnen op wat je als mens wel bent. Ooit werd er gesproken over geloof, liefde en hoop. Op het ogenblik kunnen we alleen nog maar spreken over virus. Je vraagt aan elkaar âgeloof jij in het virus?â wat de liefde betreft weten de mensen van elkaar of voor elkaar beter wat het goede is dan dat ze het aan die mensen zelf overlaten. En de hoop is geschrompeld tot de hoop op een vaccin. We verkeren als mensheid in de staat van beleg. En de belegeraar is een virus. Niemand heeft het ooit gezien, maar het heeft een effect. En dat effect dat maakt dat we ons verschanst hebben achter de stadsmuur, we hebben de grachten vol laten lopen, we hebben de bruggen opgehaald, we hebben de vaten met pek op de muren opgesteld en we hebben niet in de gaten dat dat belegerende virus gewoon bij ons is, binnen de stadsmuren, altijd al. We hebben natuurlijk te maken met een agens, met iets wat ons lastig valt, wat hoort bij de natuur, bij de levende natuur, waar geen ontkomen aan is. Je kunt de grenzen niet bij een slagboom afsluiten voor de lucht. Je kunt dat blijkbaar wel voor het mobiele telefoonnet, maar dat kun je echt niet voor de lucht. Die lucht die gaat in stromingen over de hele aarde en je ziet dat, we hebben dat pas weer gezien bijvoorbeeld, doordat in een storm het zand van de Sahara tot in zelfs Zwitserland neervalt. Wat denk je dat je kunt tegenhouden wat de lucht betreft? En we weten toch, het virus bevindt zich vooral in de lucht. We kunnen ons verschansen, maar we zijn niet in staat om ons tegen de wetmatigheden van de natuur zodanig te beschermen dat je zelfs een grensslagboom kunt opstellen voor de lucht. En je kunt je in huis terugtrekken, je kunt je scholen sluiten, je kunt alles op slot doen, maar de lucht blijft stromen. Ons bewustzijn is in elk geval geĂŻnfecteerd door het virus, als we al niet ziek geworden zijn, geen longaandoening hebben gekregen, dan hebben we in ieder geval een bezetenheid in het bewustzijn met het virus. Het is het onderwerp van de dag. Je moet je werkelijk moeite doen om je te herinneren dat het leven eigenlijk iets heel anders is. En ik vind dat het tijd wordt dat we daarmee beginnen. Natuurlijk moeten we wakker blijven voor alles wat zich afspeelt en een cultiveren van het virus in het bewustzijn is onvermijdelijk, maar daartegenover kunnen we andere gedachten en gevoelens zetten. Denk bijvoorbeeld eens aan de muziek. Wanneer je nou toch kijkt naar een topviolist, of een toppianist, en je ziet hoe die datgene wat door jarenlange oefening in de techniek geworden is tot een kunstuiting, hoe bij zoân topmusicus het hart in de vingers leeft. Dat zie je toch, en je hoort toch dat een componist zoals bijvoorbeeld de componist van Ballade in g klein voor piano, Frederic Chopin, luister er eens naar, en word gewaar dat een mens dat in noten heeft opgeschreven. Wat is daarbij vergeleken in godsnaam een virus. Dat wil ik u toeroepen, laten we ophouden met deze virale bezetenheid en laten we ons herinneren dat in ons het licht leeft dat ieder mens verlicht. Daardoor zijn we mens. En wanneer we met steeds meer en meer mensen daar weer aan denken, dan valt het hele bouwwerk van het virus ineen.
COVID-19: de mensheid in staat van beleg door Mieke Mosmuller