De innerlijke wereld waarin ze leven is echt oosters. En oosters is echt iets anders dan westers. En we kunnen niet blijven nivelleren en globaliseren als we niet tegelijkertijd ook begrip opbrengen voor dat zo heel andere wat ook tot onze wereld behoort. Ja we hebben weer een gelegenheid om een video op te nemen en die gelegenheid vraagt niet of het ook makkelijk is om ook iets uit te spreken. Dus ik zit hier eigenlijk altijd met het gevoel dat het helemaal niet zo makkelijk is om voor een camera iets zinvols te zeggen. En wanneer je beseft dat dat min of meer zinvolle, wat je dan hoopt dat het dan toch wordt, wanneer je beseft dat het ook wel heel veel mensen bereikt, dan is het toch een hele verantwoordelijkheid om dat ook goed te doen. Maar goed, ik waag weer een poging en we zijn op het ogenblik in een wereldsituatie terecht gekomen die uitermate moeilijk is. Wanneer ik naar de laatste video kijk die ik heb gemaakt, heb ik toen gezegd de mensheid is een zich ontwikkelend iets. Je bent als mens niet zozeer persoonlijk, maar als mensheid onderhevig aan ontwikkeling. En het grote probleem is geloof ik met ons oordeelsvermogen in deze tijd dat het differentiërende vermogen verloren gaat. Je mag ook eigenlijk niet differentiëren en wanneer je het wel doet, dan krijg je al gauw allerlei etiketten opgeplakt, wat we dan in de politiek ook zien, je moet eigenlijk min of meer kritiekloos volgen wat de opinie bepaalt. En in een situatie waarin wij nu in de wereld verkeren, lijkt het ook vrij eenvoudig om het met elkaar eens te zijn. Er stond een stukje van iemand in de krant, ik weet niet meer hoe hij heet, een column, die zei, wat is het toch heerlijk dat we nu weer in een situatie zijn waarin we het allemaal met elkaar eens zijn. Ja, als je opgelegd krijgt wat je moet vinden, dan ben je het natuurlijk allemaal met elkaar eens. Dat is ook vóór deze crisis die er nu uitbreekt het geval geweest, daar kregen we ook opgelegd wat we moesten vinden en dat speelt natuurlijk nog steeds, maar daar was het niet zo heftig, dus daar kon je nog wel een andere mening hebben. Maar op het ogenblik zitten we in een situatie waarin dat eigenlijk helemaal niet meer kan worden toegestaan en ja, wanneer je kijkt naar de gebeurtenissen, dan moet je natuurlijk zeggen: degene die de agressor is, heeft altijd de schuld. Dat is in zekere zin natuurlijk ook zo. Dus daar zijn we het dan ook zo ongeveer allemaal over eens. Maar ik pleit voor een ontwikkeling van het differentiatievermogen. En wanneer je daar behoefte aan hebt, dat je altijd wanneer er iets te bedenken valt - je hebt de behoefte om dan toch niet alleen het vanzelfsprekende standpunt te bekijken maar ook andere standpunten onder ogen te nemen, wanneer je dat graag doet, wanneer je vindt dat dat noodzakelijk is, dan heb je dat natuurlijk nu ook. En dan is de vraag: wat zien we hier nu eigenlijk? En ik geloof niet dat ik er iets van zou begrijpen wanneer ik niet, nou ja bijna veertig jaar de anthroposofie had gestudeerd en gemediteerd ook. Zoals u misschien wel weet, vinden we in de anthroposofie niet alleen een weg naar spiritualiteit, maar we vinden daar ook heel veel inzichten met betrekking tot de geschiedenis die door de grondlegger van de anthroposofie, Rudolf Steiner, steeds de benoeming gekregen heeft van fable convenu. Dat wil dus eigenlijk zeggen dat we in de gebruikelijke geschiedenis helemaal niet weten wat zich nou eigenlijk daar werkelijk heeft toegedragen. De feiten die kunnen wel zo zijn zoals ze zijn, waarbij het dan natuurlijk ook nog altijd maar de vraag is of dat zo is, dat we dat weten, maar zelfs als we de feiten echt kennen, dan kennen we nog de diepere achtergronden niet. En daar ligt een grote moeilijkheid, ik denk dat, wanneer je probeert om de situatie zoals die zich nu voordoet met de crisis Oekraïne-Rusland, dat je dan toch eigenlijk als mens wel verplicht bent om de beide kanten te bekijken. Dat wil dan niet zeggen dat je meteen toegeroepen moet krijgen dat je het met de agressor eens bent, want daar gaat het helemaal niet over. Het gaat er nu over dat we ons juiste oordelen en meningen daarover vormen, en dat kunnen we eigenlijk niet, omdat we de juiste informatie daarover niet hebben en omdat we ook met heel veel kracht in een bepaalde richting worden geleid. Ik heb gezegd, en dat is eigenlijk wel, ja bijna grappig, maar dan met een negatieve smaak, dat alle mensen broeders zullen worden, en ik heb dat met heel veel nadruk gezegd. En ik heb het nog niet gezegd, of er breekt een oorlog uit. En dan zou je kunnen zeggen: zie je wel, de mens is helemaal niet in wezen goed, streeft helemaal niet naar broederschap, maar is met heel andere dingen bezig en het is onnozel om te denken dat daar ooit een verandering in zal komen. Ik heb ook gezegd, de mensheid is in ontwikkeling. En wanneer je kijkt naar de plaats waarin wij leven in Europa, daar kun je zeggen, wanneer je die grote wereldkaart bekijkt, dat Europa echt ligt tussen oost en west. En wanneer je de wereldontwikkeling, de mensheidsontwikkeling vanuit diepere achtergronden leert kennen, dan leer je te begrijpen dat de tijd waarin wij nu leven, dat dat echt de cultuurperiode is voor Europa. Dat in Europa de ontwikkelingsstap moet worden gezet die noodzakelijk is, wil de mensheid nog weer verder komen. Ik heb dat ook bewustzijnsziel genoemd. We leven in Europa, we leven daarmee in het midden tussen oost en west en we zouden eigenlijk ons wijd moeten maken, maar dat gebeurt niet, we worden eigenlijk als het ware geklemd tussen oost en west. En dat is eigenlijk zoiets als het menselijk lichaam waarbij het hart in de knel komt. Wanneer je het hart kunt zien als een midden in het organische functioneren, waar eigenlijk alles in evenwicht gebracht wordt wat uit evenwicht is, dan kun je zeggen ja die functie die heeft Europa in deze cultuurperiode eigenlijk. Dus Europa zou als hart van de wereld ruim moeten worden. Maar daartegenover gebeurt iets heel anders, en dat is niet dat Europa ruim wordt, en dat zijn natuurlijk ook de mensen, maar Europa wordt samengekneld tussen oost en west. Dat is de tragiek van onze cultuurperiode. En wat mij betreft hangt dat samengekneld worden samen met het feit dat we werkelijk niet zien wat de opdracht van Europa is. Er is een geschreven oproep van Rudolf Steiner, die hij heeft opgesteld na de eerste wereldoorlog, een oproep aan het Duitse volk. En ook aan de cultuurwereld. En daarin zegt hij dat het grote probleem is, dat Duitsland nadat het een bondsvereniging geworden is, een bondsrepubliek, dat Duitsland eigenlijk de periode zou moeten vullen met cultuur. En niet alleen met muziek, schilderkunst, toneel en dat soort cultuur, maar ook met geestcultuur en dan geestcultuur in het kader van het midden, wat dan zou zijn een christelijk spirituele cultuur. Dat zegt hij allemaal niet, maar hij zegt wel dat het grote probleem is, dat bij het ontstaan van het groot Duitsland eigenlijk niet een spiritueel culturele doelstelling is beleefd, of opgesteld, maar dat het eigenlijk helemaal ontaard is in een economisch gebeuren. Terwijl dat voor de Duitse cultuur en alle cultuurlanden die daarmee samenhangen wezensvreemd is. Ze kunnen het heel goed, maar ze moeten dat kunnen eigenlijk in iets heel anders ontplooien. En wij als Nederlanders zijn het kleine zusje, Antje, zeggen ze wel, het heel kleine landje wat daarnaast ligt en we zijn, ja, van Duitschen bloed, zegt het Wilhelmus, we hebben heus een opdracht in Europa die samenhangt met die ontwikkeling van een spirituele cultuur. Dat is wat in onze tijd - en we kunnen zeggen, dat zou zo ongeveer tot het jaar 3500 moeten worden gezien, dus we hebben wel nog even - zou zich dat moeten ontwikkelen. En het feit dat het niet helder onder ogen wordt gezien, betekent dat er een enorme verwarring ontstaat in de verhoudingen tussen de verschillende mogendheden. En als je dan bedenkt wat er voor ontwikkeling plaats zal hebben na 3500, dan is dat de cultuur van de broederlijkheid. En daarvoor is ook een, laat ik maar zeggen, gebied in de wereld uitverkoren en dat gebied wat daarvoor uitverkoren is, is het Slavisch Russische gebied. Dat is het gebied in de wereld waar bij uitstek de broederlijkheid zou moeten mogen opbloeien. Nou, daar zie je nu natuurlijk helemaal niks van, maar wat wel interessant is, is dat bijvoorbeeld een onderzoek is gedaan naar de toespraken van de president Poetin, die al in het verloop van vele jaren zich ontwikkelen en men heeft daarin gezien dat steeds meer een mystieke belangstelling en een mystieke achtergrond naar voren komt. Dat rechtvaardigt niks natuurlijk, verder, maar wat wel erg is, is dat de conclusie van zo’n rapport dan is, dat wij als bepalende westerlingen daar eigenlijk niks mee kunnen aanvangen. Dat is onze denkwereld niet en dus is het eigenlijk ook niet van waarde. Zo staat het er niet, maar dat betekent het eigenlijk wel. En dat is natuurlijk toch heel moeilijk. Als je mens bent, dan heb je toch de behoefte eraan, om zoveel mogelijk te begrijpen wat in de verschillende culturen leeft. En ik dacht ook dat dat een doelstelling van de VN was, dat in de toekomst er begrip onder elkaar zal zijn voor de verschillende standpunten die je kunt innemen. En wanneer je dan naar het oosten kijkt, want dat is natuurlijk toch Rusland, dan moeten we toch zeggen dat daar een heel andere innerlijke gesteldheid leeft dan die wij hier in Europa en in het westen kennen. En die kunnen we niet alleen maar gewoon afwijzen. We zouden moeten proberen om daar ook enig begrip voor op te brengen, dan zou je misschien ook beter begrijpen wat er nu gebeurt. Dan kun je het nog steeds afwijzen, want geweld is natuurlijk echt niet wat te rechtvaardigen is, maar je zou wel beter begrijpen waar dit allemaal uit voortkomt. Ik heb toen ik op het gymnasium zat in Amsterdam een heel merkwaardige biologieleraar gehad, met heel sterke sympathieën en antipathieën, wat voor een leraar natuurlijk eigenlijk niet zo geschikt is, maar hij had ze, en ik viel onder de leerlingen waar hij sympathie voor had, en dat leidde ertoe dat hij mij op een gegeven moment een boek cadeau gaf, een heel oud boek, in leer gebonden, in Gotische letters gedrukt, bijna voor een modern mens niet te lezen, in het Duits van een Russische schrijver, Gogol, en dat boek heette, dat heet het nog steeds, Die toten Seelen. Ik heb dat boek mee naar huis genomen natuurlijk en omdat het een geschenk was van een leraar voelde ik me toch wel, ja, verplicht is misschien te sterk, maar wel gedrongen om het te lezen. En dan was het natuurlijk heel moeilijk omdat het dan in dat Gotische letterschrift was en dan ook nog Duits, maar goed ik heb het gedaan en wat ik daarvan overhield - ik zou absoluut niet meer kunnen zeggen waar het over gaat - wat ik daar vooral aan stemming heb overgehouden, dat is dat daar mensen beschreven worden die zó totaal anders zijn dan wij nuchtere Nederlanders, Europeanen, ik denk ook Engelsen en Amerikanen, maar dat weet ik niet zeker, zo totaal anders, dat je bijna kan zeggen: ja dat is net zoiets als wat ik de vorige keer zei, wanneer je terug zou gaan naar Griekenland, dan zou je daar mensen ontmoeten die totaal anders zijn dan wij. En wij zijn beperkt in onze blik. Wij denken dat zoals wij zijn, dat dat het enige is wat juist is, en dat het maar rare mensen zijn die daar beschreven worden. Ja raar, ongewoon in ieder geval. En dat is iets wat mij is bijgebleven. Later heb ik ook Dostojevski en Tolstoj gelezen en nog veel later Solovjev. En daar is het anders, daar is dat minder extreem, maar iets van die gewaarwordingen die ik dus in mijn puberteit zal ik maar zeggen met dat boek heb gehad, vind je daar toch ook terug. En je zou dus eigenlijk vind ik toch, eigenlijk zouden we nu allemaal eens wat Russische literatuur moeten lezen. Niet om te gaan goedkeuren wat daar gebeurt, want daar gaat het echt niet over, maar wel om de juiste verhoudingen te leren kennen en te leren kennen: wat is dat eigenlijk voor volk, dat daar in dat oosten tot helemaal ver in het oosten zich uitstrekt en waar wij geen verwantschap mee hebben. Natuurlijk zijn zij ook een hoofd en romp en armen en benen, maar de innerlijke wereld waarin ze leven is echt oosters. En oosters is echt iets anders dan westers. En we kunnen niet blijven nivelleren en globaliseren als we niet tegelijkertijd ook begrip opbrengen voor dat zo heel andere wat ook tot onze wereld behoort en wat, wanneer je de spirituele achtergronden van de wereldontwikkeling leert kennen, zelfs een, ja als het ware nu een wortel is, voor wat in een volgende cultuurperiode tot bloei moet komen en dat zal zijn de broederlijkheid tussen de mensen.
Europa: tussen oost en west door Mieke Mosmuller