Wanneer je de spiritualiteit afschaft en je schaft de religie af, je schaft God af, je schaft alle verschillen tussen mensen af, dan kom je zover dat je eigenlijk ook niet meer weet wat moraliteit is. In de natuur vind je die moraliteit niet, je vindt die in feite alleen bij de mens, maar je zou kunnen zeggen dat de mens alleen maar een moreel wezen is uit angst voor boete of straf of iets in die geest wat je vervelend vindt. En dat je dus, wanneer je vrij zou zijn, dat je dan erop los zou leven en meedogenloos om je heen zou meppen, waarbij iedereen die je in de weg komt plaats moet maken. Ik heb de vorige keer gesproken over de troon van Europa, de troon waar wij als koningen en koninginnen op zitten, en het zou wel goed zijn, denk ik, dat de Europeaan zich dat nog eens heel intensief zou realiseren, wat een ongelooflijke rijkdom aan verleden wij hebben, waar we eigenlijk op rusten en waar misschien ook wel de hele wereld in zekere zin jaloers op is, dat weet ik niet, maar dat zou ik me kunnen voorstellen. Wanneer je denkt aan de grote componisten, dan vind je als plaats van geboorte meestal toch Europa, iets nog naar het oosten maar vooral toch in Europa. En dat is niet alleen met de muziek zo. Je hoeft maar aan de grote schilders te denken, aan de filosofen, dat is natuurlijk toch een enorme achtergrond die je als Europeaan werkelijk hebt. En alleen als je helemaal geen spirituele gevoelens hebt - en ik geloof niet dat er mensen zijn die dat niet hebben, die menen dat wel dat ze dat niet hebben, maar ik denk dat iedereen dat heeft - als je dat niet zou hebben, spirituele gevoelens, dan zou je misschien kunnen denken dat het allemaal niks uitmaakt of je nou dat in je achtergrond hebt of niet. Maar als je nu eenmaal naar Europa kijkt, je hebt daar de grote wereldkaart en je ziet Europa als een vrij klein gebied in het hart liggen, tenminste zoals die wereldkaart zich uitbreidt, als je hem zo in de breedte voor je hebt, en je bedenkt dat Europa tussen Oost en West ingeklemd is, dan komt toch heel duidelijk de vraag naar voren: wat is het nu eigenlijk op dit moment, wat wij als Europeanen zouden moeten doen? Ja en ik kan daar niets aan doen, dat ik dan iets ga zeggen wat misschien op sommige mensen de indruk maakt van een preek. Dat wil ik niet, maar het heeft wel een soort karakter daarvan, omdat het heel sterk met moraliteit te maken heeft. Kijk, wanneer je de spiritualiteit afschaft en je schaft de religie af, je schaft God af, je schaft alle verschillen tussen mensen af, dan kom je zover dat je eigenlijk ook niet meer weet wat moraliteit is. In de natuur vind je die moraliteit niet, je vindt die in feite alleen bij de mens, maar je zou kunnen zeggen dat de mens alleen maar een moreel wezen is uit angst voor boete of straf of iets in die geest wat je vervelend vindt. En dat je dus, wanneer je vrij zou zijn, dat je dan erop los zou leven en meedogenloos om je heen zou meppen, waarbij iedereen die je in de weg komt plaats moet maken en dan zou het het recht van de sterkste zijn uiteindelijk. Daar is natuurlijk geen sprake van moraliteit. Maar we zien een tendens in de organisatie van de menselijke verhoudingen, dat de gedachten in die richting worden gebracht. Dat je als mens niet een eigen individuele moraliteit in je draagt, maar dat je moet worden opgevoed en dat je ook in toom moet worden gehouden. En wie moet dat dan doen? Vroeger was dat misschien de Paus, de Kerk en de andere Kerken, nu wordt het steeds meer de overheid. En de overheid bepaalt dan uiteindelijk de moraliteit. Die zegt dan: dit is goed, dat is slecht. En als je het goed doet, dan ben je onze vriend en als je het slecht doet, dan ben je onze vijand en dat zul je dan merken ook. Dat is een tendens die je ziet. En het is natuurlijk nog niet zo erg zoals ik het nu afschilder, maar het gaat wel in die richting. Er komen steeds meer verordeningen op het gebied van de moraliteit. Totaal vergetend, dat de mens in zichzelf mogelijk een bron heeft die ook spreekt wanneer je een gewetensvraag hebt. Dat is toch het beste bewijs voor het feit dat je als mens een moreel wezen bent, dat je een geweten hebt. Dat je echt wel, wanneer je bepaalde dingen doet of laat, in de diepte heel goed weet dat dat goed of minder goed of helemaal verkeerd was en dat je dan ook een stem in je hoort die je daarop wijst. De mens is in zichzelf een moreel wezen en is dat als enige in de natuur. Wat wij aan natuur kennen, daar is geen moraliteit. Wanneer je naar het dierenrijk kijkt, die zijn niet gewetensvol die leven hun instinct uit en niemand zal zeggen dat een leeuw slecht is wanneer hij een zwak dier aanvalt. Dat is nu eenmaal zo. Maar van een mens verwacht je toch iets anders, van een mens verwacht je niet, dat hij een zwakkere aanvalt. En je verwacht dat hij in zichzelf weet dat hij dat niet behoort te doen. Maar dat dreigt voor mijn waarneming geleidelijk aan op de achtergrond te raken en het gevolg is dan, dat je de moraliteit zo moet zien dat die door opvoeding, door omstandigheden van buitenaf wordt aangebracht als het ware en dat je je dus moet richten naar wat anderen zeggen dat juist is. Ik denk dat een gezond mens, naar lichaam en ziel gezond, dat een gezond mens echt dan in opstand komt. Dat die in zichzelf een rebellie voelt. Dat je niet wil gezegd krijgen van buitenaf wat je goed moet vinden en wat niet. Bij kinderen is dat een normale situatie. Kinderen moeten zich in de wereld inleven en hebben toch van buitenaf bepaalde maatstaven nodig waaraan ze zich kunnen meten, zou je kunnen zeggen. Ze hebben heus al dat geweten als kiem in zich, maar het moet uitgroeien. Dat gaat in wisselwerking met de wereld. Dus bij een kind, oké. Maar bij volwassen mensen, volwassen mensen kunnen dat niet verdragen als ze gezond zijn. En dan komt de vraag: wat is nu eigenlijk de opgave van Europa tussen oost en west? En daar is het antwoord eigenlijk wel heel duidelijk op. Namelijk dat datgene wat in Europa die grootse cultuur is, waar eigenlijk de hele wereld van geniet, maar die als het ware in zijn wording min of meer stil ligt, dat die grootse cultuur vergeestelijkt gaat worden, gespiritualiseerd. Dat wat er is, dat dat niet zo blijft als het is maar dat het op een hoger niveau wordt gebracht, namelijk op een geestelijk niveau. Nu hoor ik bepaalde mensen in lachen uitbarsten, omdat natuurlijk het geestelijke juist hetgeen is wat in onze tijd, en dan ook heel sterk in Europa, heel sterk geloochend wordt. Dat wordt niet geloofd, dat wordt niet erkend. Nou daar geloof ik dus niet in, ik denk dat mensen die niet geloven zichzelf iets zitten wijs te maken. En een van de mooie voorbeelden daarvan is dat we een keer in een gesprek met iemand, met een man, het hadden over het leven na de dood, en hij voelde zich verlicht en was dus eigenlijk een mens die dit soort onzin als een leven na de dood allang achter zich had gelaten en die man spotte dus eigenlijk met onze woorden over het leven na de dood. En uiteindelijk eindigde het gesprek zo: nou ja, weet je wat, als we dood zijn, dan zul je zien dat er niks is. En dat vond ik de meest humoristische manier om te laten zien dat een doorgewinterde atheïst gelooft in een leven na de dood. Hij kan het niet laten om na de dood toch nog zijn gelijk te willen krijgen en dan dus bijvoorbeeld over het hoofd te zien dat hij er zelf nog is. Ik geloof niet dat mensen niet geloven. Ze geloven niet, maar dat ze niet in de diepte echt wel weten dat er een geestelijk bestaan is van waaruit de natuur ontstaat. Dat geestelijke besef, dat zou een stap moeten worden in de hele intellectuele ontwikkeling van Europa. Het zou zo moeten zijn dat dat wat intellect is, en wat in principe met moraal, met ethiek niet veel te maken heeft, dat dat zodanig gespiritualiseerd zou worden dat die hele menselijke intelligentie in een ethisch perspectief komt. Nu is dat een schijnbeweging. Er bestaat natuurlijk ook medische ethiek, er bestaan allerlei ethische vakken, maar dat heb je als mens eigenlijk helemaal niet nodig want je weet dat echt wel zelf. En dat door en door doordrongen zijn van de ethiek van de mens, dat zou zich moeten voegen bij de intelligentie. Of bij beter gezegd het intellect wat moraalvrij is. Dat klinkt natuurlijk prachtig maar dat is het helemaal niet, er moet een volgende stap komen, dat datgene wat wij met wetenschap kunnen bereiken, dat dat gespiritualiseerd wordt. Nu heb ik daar in allerlei vormen over geschreven en ook seminars over gegeven, voordrachten over gegeven en dat wordt over het algemeen als iets vrij ingewikkelds beschouwd, terwijl het in feite iets heel eenvoudigs is, maar omdat het iets geestelijks is, is het heel moeilijk om het eenvoudig onder woorden te brengen. Maar er is natuurlijk toch een gebied waar wij als Europeanen een voorbeeld zouden kunnen worden voor de rest van de wereld, waar we dat zouden kunnen doen, namelijk het spiritualiseren van de cultuur, zonder dat het zo ingewikkeld wordt en dat zou de weg zijn dat je in de eerste plaats in jezelf probeert gewaar te worden dat je een gewetensvol mens bent, dat je dus een geestelijk wezen bent, niet alleen een natuurwezen. Maar dat je in tweede instantie eens zou gaan proberen om zo naar je medemens te kijken. Als je naar de medemens zou kijken en je zou niet alleen z’n schoenen zien en de kleur van zijn overhemd of de stof van haar jurk of de kleur van haar haar, of de ogen, noem maar, wat je graag ziet, maar je zou je meer richten op datgene wat iemand vanuit het innerlijk openbaart en je zou een poging doen om daar heel veel waarde aan te hechten, dan zou er al een heel sterke spiritualisering van de cultuur ontstaan. Dan zou je niet alleen naar je medemens kijken als een natuurverschijnsel. Maar je zou ontvlammen in interesse voor wie die ander nu eigenlijk is. En ik mag wel zeggen dat ik vanaf mijn jeugd, ik denk dat zal wel de puberteit geweest zijn, een heel sterk verlangen gehad heb altijd om te begrijpen: wat leeft eigenlijk in je medemens? Niet in het algemeen, niet als maatschappelijke stroming of als filosofische interesse ofzo. Nee, die ene mens, individueel, waar is die eigenlijk mee bezig? Waar vindt hij zijn geluk, haar geluk? Waar vindt zij haar bevrediging, waar liggen de interesses. Wat is het leed, wat zou je kunnen doen samen om het geluk meer te zoeken. Nou dat bedoelde ik met preek, dat ik de Europeaan zou willen oproepen om al die onzin te vergeten over dat je als mens van buitenaf geleerd zou moeten krijgen hoe je je te gedragen hebt. En dat je dat zou omvormen, met één slag hè, niet geleidelijk aan, maar meteen vandaag in een interesse in de innerlijke bewogenheid van je medemens. Want ieder mens heeft een innerlijke bewogenheid. En die is individueel. En die is doorgaans ook heel moreel. Dat zie je misschien niet altijd, je ergert je misschien, je vindt dat mensen stom doen en domme dingen zeggen, en dat ze weet ik wat allemaal beter zouden kunnen doen, bijvoorbeeld zoals je het zelf doet, maar het morele karakter van de medemens is over het algemeen hoogstaand. En daar zou je heel veel van kunnen leren, wanneer je kijkt wat een ander voor principes hanteert. Niet zozeer wat hij uitspreekt daarover, want dat is het niet, maar wat leeft iemand. Hoe leeft iemand. Je kunt ook hebben dat je iemand leert kennen die zegt van: Nou ik geloof in niks. Maar dan blijkt dat zij buitengewoon consciëntieus is, heel gewetensvol haar werk doet. Alles gericht op wat jij als klant graag hebt. Dan weet je toch eigenlijk dat de uitspraak ‘ik geloof niks’ dat die eigenlijk helemaal niet doordacht is, maar dat zo iemand eigenlijk een heel diep moreel mens is. En een heel moreel mens hoeft niet te geloven, een moreel mens wortelt als het ware met de ziel in het Goddelijke. Want waar zou je nou anders je morele gewetensvolheid vandaan moeten halen. Dus ik had de impuls, nadat ik twee keer gesproken heb over het oosten, om dan vandaag te spreken over het midden, en over die ingewikkelde opgave van de spiritualisering van de intelligentie in een dicht bij ons liggende vorm, namelijk in het gewaar worden van de gewetensvolheid van je medemens en het je laten doordringen met het gevoel: ieder mens is een met moraliteit, met ethiek doordrongen wezen, dat daar vanuit vrij inzicht gebruik van mag en zelfs moet maken.
Europa: verordeningen op de moraliteit door Mieke Mosmuller