Home
>
Blog
>
Video
>
Grenzen aan de Kunstmatige Intelligentie

Grenzen aan de Kunstmatige Intelligentie

door

Mieke Mosmuller

30-01-2025 0 commentaren Print!
Onderstaande tekst is een letterlijke transcriptie van de gesproken video-tekst.

Ik wil mijn voornemen weer opnemen om een poging te wagen iets over het verschil tussen het menselijke denken en de kunstmatige intelligentie te laten beleven. We hebben natuurlijk heel veel onderzoek ter beschikking, dat is onderzoek van de hersenen, dat is wetenschappelijke onderzoek, waarin gepoogd wordt de hersenen zodanig in kaart te brengen dat men meent dat ooit het moment komt dat de wetenschap volledig kan doorschouwen hoe het menselijke brein functioneert. Bekijk video op YouTube

Mieke Mosmuller

Ik wil mijn voornemen weer opnemen om een poging te wagen iets over het verschil tussen het menselijke denken en de kunstmatige intelligentie te laten beleven. We hebben natuurlijk heel veel onderzoek ter beschikking, dat is onderzoek van de hersenen, dat is wetenschappelijke onderzoek, waarin gepoogd wordt de hersenen zodanig in kaart te brengen dat men meent dat ooit het moment komt dat de wetenschap volledig kan doorschouwen hoe het menselijke brein functioneert. Dat kun je dan natuurlijk vruchtbaar gebruiken bij het nabootsen daarvan in de kunstmatige intelligentie. Zo heb ik het steeds gelezen, dat dat de twee polen zijn: aan de ene kant de kunstmatige intelligentie die aan de andere kant wordt nagebootst van hoe het menselijke brein functioneert.

Er wordt verwacht dat dat op een gegeven moment als het ware losbreekt van elkaar, dat de kunstmatige intelligentie uit zichzelf een ontwikkeling gaat doormaken waarbij de basis van de menselijke hersenen wordt verlaten. Dat is principe van de singulariteit, dat er een moment komt waarop de kunstmatige intelligentie zover ontwikkeld is, dat hij het menselijke intellect, de menselijke intelligentie niet meer nodig heeft. Dat kun je eigenlijk alleen maar weerspreken wanneer je zou kunnen aantonen dat menselijke intelligentie en kunstmatige intelligentie twee totaal verschillende vormen van intelligentie zijn. Met het hersenonderzoek kun je dat natuurlijk niet aantonen, want dat hersenonderzoek ligt juist ten grondslag aan de ontwikkeling van de kunstmatige intelligentie, dus je kunt niet verwachten dat daar zozeer het oog zal vallen op een verschil. En toch zie je in de publiciteit langzaamaan iets verschijnen van een onmacht, die ontstaat bij het verder ontwikkelen van de kunstmatige intelligentie en dat is buitengewoon int interessant. Daar zou je dus, ook wanneer je niet een beleving hebt van het verschil tussen de menselijke en de kunstmatige intelligentie, zou je toch al iets kunnen aflezen van dat verschil. Er is in toenemende mate een soort ongerustheid ontstaan over de open AI, chat gpt, omdat men verwacht dat op een gegeven moment de bruikbare data die in het internet aanwezig zijn, als het ware op zijn.

Je kunt je dat voorstellen: wanneer je een vraag hebt en je stelt die aan die chat, dan zie je bijna dat die in een razendsnel tempo het internet afzoekt om vervolgens voor jou het antwoord samen te stellen. Dat deden we eerst op Google of zo, dat we dan zelf op zoek gaan naar wat er op internet over een bepaald thema te vinden is. Nu kun je ook dat laten doen door deze chat gpt, die dat dan voor jou doet en die doet dat in1, 2 seconden of misschien nog minder. In zo'n korte tijd heeft hij het internet afgezocht op bruikbare informatie en geeft op grond daarvan een antwoord.

Men heeft de overtuiging dat deze vorm van kunstmatige intelligentie zich verder kan ontwikkelen vanaf een bepaald punt. Dus dat wat in het internet is ingebracht aan gegevens, door ons, door de mensen, door iedereen die gebruik maakt van het internet, dat al die gegevens als het ware kunnen worden verdergezet door het systeem zelf. En daar begint enige twijfel over op te treden en men begint te zien dat wat de mens in het internet heeft ingebracht aan gegevens, zo ongeveer opraakt. Dat is nog wel een heel gebied wat er is, maar daar heeft deze open artificial intelligence nog geen toegang omdat dat gebieden zijn die bijvoorbeeld privédomein zijn. Maar een heel groot deel van het open domein is zo langzamerhand door deze kunstmatige intelligentie gescreend zou je kunnen zeggen. Daar is de beschikking over en als dat op een gegeven moment op is, dan is ook als het ware de ontwikkeling op. Dat dat is toch op zich een buitengewoon interessant gegeven, dat men dat ook toegeeft dat het eigenlijk gaat om door mensen ingebrachte data en dat die open AI gebruik maakt van die door mensen ingebrachte data. En dan wordt er verondersteld dat die intelligente machine in staat zal zijn, wat er aan gegevens is verder te ontwikkelen.

Daar ligt nou precies het punt dat er geluiden beginnen te komen dat dat systeem dat niet kan. Dat er dus wel een verdere ontwikkeling mogelijk is, maar dat je dan het risico loopt op bizarre combinaties die met de werkelijkheid helemaal niets meer te doen hebben, die dus wel intelligent zijn, maar die in de werkelijkheid niet kunnen optreden. Dan zou je dus weer een team van mensen moeten hebben die dit soort resultaten in de hand gaan houden, want anders wordt dat een heel veld van informatie die nergens op slaat. Je hebt dat soms al, dat je iets vraagt en dat je een bizar antwoord krijgt. Het gebeurt nog niet zo vaak en hoe ingewikkelder je vraag is hoe groter de kans is dat het systeem zich daar geen raad mee weet.

Nou ik heb veel woorden gebruikt maar waar het nou eigenlijk om gaat is, dat we ons beleven inzetten hierbij, dat je beleeft wat het is dat dit systeem van kunstmatige intelligentie weliswaar in een enorm tempo - wat wij nooit zullen kunnen - gegevens verzamelt en combineert tot een stukje tekst, maar dat wat de menselijke geest doet, wat de menselijke intelligentie doet, namelijk tegelijkertijd ook controleren of dat wel kan wat dan als antwoord gegeven wordt, dat dat eigenlijk niet tot stand komt. Er zijn natuurlijk kunstmatige intelligentie optimisten die menen dat dat allemaal nog wel ontwikkeld gaat worden, maar je ziet nu toch langzamerhand wat twijfel daaraan ontstaan en wanneer je de menselijke intelligentie kent, dan weet je ook dat die twijfel terecht is en dat het nooit zal lukken om met kunstmatige intelligentie de menselijke intelligentie in kwaliteit te overtreffen. In kwantiteit beslist wel, in snelheid ook, maar de kwaliteit van de menselijke intelligentie is werkelijk een heel andere dan die van de kunstmatige intelligentie.

Dat zou ik zo graag aan u willen overdragen, maar dat gaat alleen maar aan de hand van dit soort voorbeelden. Een mogelijk voorbeeld is, wanneer je kijkt naar het opgroeiende kind.

Dan is er vanuit de vrije school pedagogie het streven geweest - en misschien nog - om de kinderen zo les te geven dat ze een intelligente inhoud in zichzelf verzamelen, maar dat die niet in een korset zit, dat die dus niet ingeregen is in een dogmatische vorm, dat die niet vaststaat, dat die dus verder kan groeien en voor ontwikkeling vatbaar is, zodat het niet zo is dat wanneer een mens laten we zeggen 35 jaar geworden is, dat hij een beperkt aantal begrippen ter beschikking heeft die min of meer vastliggen en waar geen speld meer tussen te krijgen is. De menselijke intelligentie is tot veel meer in staat. Dat is niet een apparaat dat data verzamelt en dan tot aan de dood toe die data analyseert en combineert.

Maar de menselijke intelligentie is een levend gebeuren, waarbij de begrippen die je verwerft zich kunnen ontwikkelen. Dat kunnen ze niet als ze er in gestampt worden met een ‘zo is het en zo zal het steeds zijn’, terwijl er dan in de volgende helft van de zin staat: maar we moeten open zijn voor alles en we moeten tolerant zijn en we moeten diversiteit en we moeten weet ik wat allemaal. Maar de manier waarop dit aan de aan de kinderen wordt aangeboden is zodanig dat er voor ontwikkelingsbegrippen eigenlijk helemaal geen kracht meer over is.

Dat is het kenmerk van de menselijke intelligentie dat dat een levend gebeuren is, niet een reservoir van data die je tot op zekere hoogte langzaam of snel - langzaam ben je dom snel dan ben je slim – kunt analyseren en combineren, maar dat het een het gebeuren is waarbij datgene wat je aan kennis opneemt pas intelligent wordt, wanneer het in dat leven wordt opgenomen en dus de creativiteit die een kunstenaar heeft - wanneer die zijn beelden houdt of wanneer die zijn schilderijen schildert of een muziekstuk maakt dat die die creativiteit dat die in de intelligentie ook behouden blijft.

Grote wetenschappers, ontdekkers, uitvinders, hebben geen gebruik gemaakt van aanwezige data - natuurlijk wel - maar ze vinden iets uit wat de van die data totaal doorbreekt en er iets nieuws verschijnt. Dat is leven. Natuurlijk kun je zeggen: Dat zal de kunstmatige intelligentie ook kunnen. Je kunt alles zeggen. Maar wanneer je beleeft wat de menselijke intelligentie is, dan kun je dat niet meer zeggen, want dan weet je: de kunstmatige intelligentie is afhankelijk van bestaande data en die data die kunnen mogelijk door het systeem worden uitgebreid, maar in hoeverre dat nog iets met de werkelijkheid te maken heeft dat zullen we dan gaan zien. En we zullen gaan zien dat er absurde resultaten ontstaan.

Dat is wat ik vandaag wilde vertellen over menselijke en kunstmatige intelligentie en ik zoek verder naar andere voorbeelden om te laten zien dat de menselijke intelligentie echt een heel ander gebeuren is dan wat aan kunstmatige intelligentie ontwikkeld wordt.

Grenzen aan de Kunstmatige Intelligentie door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.