Net zo goed als je met een taalcursus van Duolingo met laten we zeggen vijf minuten per dag toch een heel eind kunt komen om een taal te leren - zo zitten wij als mensen in elkaar dat je, wanneer je nou maar eens vijf minuten per dag ergens aan zou besteden wat betreft de loutering van de ziel, dan zou je na een jaar, na twee jaar, na vijf jaar, zou je een geweldige verandering constateren en als je het zelf al niet zou constateren, dan zou de omgeving, dan zouden je medemensen daar in elk geval de zoete vruchten van plukken. Een paar eeuwen voor Christus leefde er een man die bij ons bekend is geworden als de Boeddha. En hij heeft een weg aangegeven waardoor de menselijke ziel zich kan verlossen uit het lijden. En ik heb dat pad dat hij beschrijft leren kennen in het werk van Rudolf Steiner. Dus niet direct bij Boeddha zelf, maar als enthousiaste lezer van het werk van Rudolf Steiner heb ik Boeddha leren kennen in de voordrachten over het Lucas Evangelie van Rudolf Steiner, waarin hij een nauwe verbondenheid laat zien tussen de aard van het Lucas evangelie en het boeddhisme. In die voordrachten, en ook op veel andere plaatsen, beschrijft hij dat pad. En je zou eigenlijk jezelf toewensen dat je in de verschillende treden van dat pad een deel van je levensweg zou zien, want datgene waar ik in deze video’s en ook in mijn recente boek, boeken, alsmaar op wil wijzen - namelijk op het vinden van de waarheid in de wirwar van de gegevens - dat wordt in dat pad van Boeddha op een systematische wijze aangegeven, hoe je daartoe zou kunnen komen. En nu is dat voor ons mensen in het drukke leven van alledag natuurlijk helemaal niet makkelijk, om je met een pad dat de ziel loutert bezig te houden. Maar in feite, net zo goed als je met een taalcursus van Duolingo met laten we zeggen vijf minuten per dag toch een heel eind kunt komen om een taal te leren - zo zitten wij als mensen in elkaar dat je, wanneer je nou maar eens vijf minuten per dag ergens aan zou besteden wat betreft de loutering van de ziel, dan zou je na een jaar, na twee jaar, na vijf jaar, zou je een geweldige verandering constateren en als je het zelf al niet zou constateren, dan zou de omgeving, dan zouden je medemensen daar in elk geval de zoete vruchten van plukken. Dus dat is iets wat - ja dat zou je toch wel graag iedere keer opnieuw willen zeggen: Laten we nou als mensen toch beginnen bij onszelf in plaats van voortdurend met de vinger naar de ander, naar het andere, naar de wereld, naar de leiders, naar de politici, naar de wetenschappers, naar nou ja noem maar op te wijzen terwijl je de balk in het eigen oog niet ziet. Dat is wat mij betreft voorlopig een boodschap die van belang is, die ik dan wel iedere keer opnieuw op een andere manier wil brengen en vandaag had ik een aanleiding om heel sterk te beleven hoe belangrijk dat pad van Boeddha is. Dat pad begint met het scholen, met het ontwikkelen van de juiste mening. En de mening is natuurlijk iets wat heel persoonlijk is. Je vindt van alles. De eerste stap om je uit het lijden van de ziel te verlossen zou zijn dat je je meningen onder de loep neemt. Nou is dat natuurlijk ongelooflijk moeilijk, want dat doe je natuurlijk vervolgens toch weer met jouw meningen. Dus om je daaruit te bevrijden, dat is voor mij toch een groot vraagteken geweest: hoe moet je dat als mens doen, als je als het ware met een soort cocon van meningen om jezelf heen, om je ziel heen - nou ik wil niet zeggen geboren bent, maar het patroon, daar ben je wel mee geboren en de stof van die cocon ontstaat dan in de loop van het leven. Hoe wil je je bevrijden van die cocon en je de juiste mening veroveren? Dat is een vraag die je dan vervolgens, wanneer je zo’n boekje schrijft als Leer voelen! weer heel sterk voelt opkomen en waarbij je het besef opnieuw krijgt dat je de mening eigenlijk alleen maar kunt ontdoen van die cocon als je nou eindelijk eens begint met de feiten te laten spreken in plaats van dat je zelf de hele tijd aan het woord bent. Dus in feite is de juiste mening zou je haast zeggen het tot zwijgen brengen van de mening en wat er dan overblijft is een mening, die zodanig is dat die ontdaan is van de persoonlijke kleur, maar in feite in zijn geheel bestaat uit de feiten zoals de wereld ze aandient. En dan heb je dus een mening die in overeenstemming is met zoals het in de wereld ook werkelijk is. Maar dan moet je dus zelf je gedachtenmond houden, zou ik willen zeggen. Dus je moet daar eens een keertje leren zwijgen en een poging doen om de feiten, zoals die in de waarneming naar je toe komen en zoals je dat met het denken volgt, zuiver te laten zijn wat de feiten je zeggen en daar niet buiten te gaan. Wij hebben een ongelofelijke hang ernaar om onszelf te bevestigen in die eigen mening en om door te borduren op datgene wat je in de wereld ontmoet. Wanneer je een medemens ontmoet en je begint met hem of haar te praten dan is dat toch een hele kunst voor de meeste mensen om dan het gewoon zuiver te nemen voor wat die ander zegt, goed te luisteren en te kijken en niet door te schieten in allerlei emoties, gedachten die in je opwellen en die eigenlijk verduisteren wat zich daar afspeelt. Dus de mening zou je in die zin moeten opvatten als een eerste indruk van de werkelijkheid die je kunt laten staan. Je hoeft helemaal niet zo zenuwachtig altijd daar de dingen aan elkaar te willen knopen, je kunt de feiten ook een tijdje laten staan. En wanneer je dat doet met bijvoorbeeld nieuwsberichten dan is dat toch wel een openbaring, omdat je voelt dat je toch eigenlijk altijd met je eigen mening je daar tegenoverstelt of erin meegaat, maar wanneer je dat achterwege laat dan komt er een heel andere inhoud langzamerhand naar je toe, die ook van dag tot dag zich aan je openbaart waardoor je de gevoelens krijgt die met de werkelijkheid te maken hebben. Maar je moet daarbij geduld hebben. Dat zou de juiste mening zijn, maar het tweede punt dat er dan komt, dus de tweede trede in dat pad van Boeddha is het juiste oordeel. En een oordeel is meer dan een mening. Bij een mening weet je nog wel dat het iets subjectiefs is, dat jij dat vindt, en dat meningen verschillen. Maar een oordeel kan eigenlijk, wanneer het een feitelijk oordeel is, niet bij alle mensen anders zijn. Je kan niet zeggen dat iedereen een ander oordeel zou kunnen hebben, want een oordeel stelt iets vast. Een mening beweegt, en is overweging eigenlijk, maar wanneer je een oordeel hebt ja, dan stel je iets vast. En dat is in de eenvoudige zintuiglijke waarneming, dus wanneer je om je heen kijkt en je ziet van alles, dan doe je dat voortdurend, maar dat is van nature zuiver, wanneer je een lamp ziet en je constateert dat het een lamp is, dan is dat een zuiver oordeel. Dus zo oordelen we eigenlijk de hele dag, en als je dat niet zou doen. dan zou je de weg niet meer weten van hier naar daar, bij wijze van spreken. Dus je moet in het leven wel oordelen, je moet vaststellen. Maar wanneer het gaat om gecompliceerdere oordelen, wanneer het oordelen zijn die samengesteld zijn uit verschillende onderdelen, dan wordt het een andere zaak, dan moet je toch geleidelijk aan een heel ander oordeelsvermogen leren inzetten, terwijl je toch blijft bij datgene wat je oorspronkelijk bij de vaststelling van de feiten had. En dan zul je dus veel vaker zeggen: ik weet het niet. Want dan zul je erachter komen dat wanneer je bepaalde feiten met elkaar wilt verbinden, dat je dat helemaal niet kan, dat je helemaal niet weet hoe het een met het ander samenhangt. Dus het oordeel is een vaststelling. En wij leven als mensen eigenlijk nauwelijks in die gecompliceerde feitelijke vaststellingen. We hebben een verwarring tussen mening en oordeel. We hebben in het oordeel de mening vervlochten. We vergeten dat het een mening was en we vatten die mening op als een oordeel, als iets wat waar is, en dan vervolgens gaan we die feiten, die oordelen die waar gemeend zijn, die gaan we met elkaar verbinden en dan kom je uiteindelijk tot een oordeel waarvan je zegt: nou dat is zo, ik weet dat zeker, want die onderdelen die kloppen allemaal, en dan heb je een oordeel gevormd dat berust op jouw specifieke persoonlijke mening. Nou dat mag natuurlijk allemaal en dat is ook iets wat we nodig hebben om uiteindelijk tot ontwikkeling te komen, je moet natuurlijk ook het een en ander proberen. Als je maar bewust zou zijn, maar dat zijn we als mensen meestal niet en we oordelen dus in feite maar raak. En dat zou in de ontwikkeling van ons mensen naar een zuivere ziel en een harmonische samenklank van meerdere menselijke zielen moeten worden overwonnen: dat je maar raak oordeelt. Het is een heel diepzinnig proces, dat oordelen. Wanneer je in de geschiedenis kijkt dan zie je dat grote filosofen, denkers, zich daarmee hebben beziggehouden, je hebt bijvoorbeeld het grondleggende werk van Aristoteles over de interpretatie, dat is eigenlijk een oordeelswerk, de kunst van het oordelen, hoe doe je dat goed en waar ga je de fout in en wanneer zit je echt met volkomen belachelijke fouten die je maakt, daar geeft hij ook voorbeelden van, dat is Aristoteles en ik was een keer in een boekhandel in Aken, en dat was in de tijd dat het boek Mein Kampf van Hitler nog verboden was, dat mocht niet worden verkocht. Niet dat ik op zoek was naar Mein Kampf, dat wil ik niet zeggen, maar ik keek zo door de voorhanden liggende boeken daar op tafel, planken, geïnteresseerd in wat er allemaal in die Duitse boekhandel te koop was, en daar stond een wetenschappelijk werkje over bepaalde passages uit Mein Kampf, dat mocht dan blijkbaar wel, en dat vond ik toch heel intrigerend dus ik heb dat gekocht en toen we thuis kwamen ben ik begonnen daarin te lezen en daar stond een passage in, ik ben het meeste vergeten, maar een passage is me bijgebleven en dat is dat deze volksmenner daarin de raad geeft aan de mens, als die zich in zijn zin wil ontwikkelen, dat die dan, hij of zij, de teksten die je leest, dat je die opneemt voor zover je daar al ja tegen zegt en dat je vergeet waar je nee tegen zegt. Dus in feite lees je een boek of een artikel of een onderzoek dan zo, dat je in feite alleen maar opneemt wat je zelf al vindt, en wat je niet vindt, dat schuif je van tafel. Dus je versterkt als het ware daarbij je eigen mening. En dat doe je dan zodanig, dat kun je je wel voorstellen, dat je dus uiteindelijk in een buitengewoon krachtige zelfverzekerde eigen mening leeft. Nou dat is nou precies het tegendeel van wat Boeddha heeft gegeven in het achtvoudige pad, waarbij je juist het oordeel zo ontwikkelt en de mening, dat die als het ware universeel geldig zijn en helemaal niet alleen voor jou. Juist datgene wat het persoonlijke daarin is, dat tracht je te overwinnen ten gunste van het universele. En je kunt je wel voorstellen dat het ook een egoïstisch doel dient, dit. In die zin dat wanneer je ophoudt met voortdurend zelf je overal in te mengen, en veel meer wordt tot een wijze toeschouwer van alles waar je in leeft, dat je dan een veel grotere innerlijke rust ondervindt en ook geleidelijk aan komt tot een besef dat er veel meer tijd eigenlijk is, dan je denkt te hebben. Je verliest ongelooflijk veel tijd met het cultiveren van de eigen mening en het daarop berustende oordeel. Je kent allemaal wel dat ellendige bericht dat je krijgt wanneer je een smartphone hebt, dat je van tijd tot tijd onder ogen krijgt hoeveel uren je per dag dat ding open hebt gehad, dat je dus op het scherm hebt gekeken. Of in ieder geval heeft het scherm open gestaan. Nou dat is bij de meeste mensen echt wel een aantal uren. Wanneer je bedenkt wat je in die uren nog allemaal meer had kunnen doen dan - ja weet ik wat je gedaan hebt, geappt, nieuwsberichten gelezen, filmpjes gekeken, ik weet niet wat je allemaal doet, maar het neemt je uren tijd, zo is het ook met het persoonlijke oordeel en de persoonlijke mening. Dat ligt natuurlijk in een heel ander vlak maar het heeft een soortgelijk effect: dat het in jouw ziel een dusdanige ophoping van onrust teweegbrengt, dat je het gevoel hebt dat je voortdurend gehaast moet zijn, dat je geen tijd hebt, dat je van het een in het ander rolt. Stel je voor dat je daarmee zou kunnen ophouden. Dan zou er een blauwe hemel in je ziel beginnen te komen waarin een middelpunt als zon zou kunnen stralen die een rust brengt die je eerder niet hebt gekend. Dat is het egoïstische motief. En verder is het natuurlijk, heeft het een weldadig effect voor je omgeving, want mensen voelen werkelijk echt foutloos wat jij aan meningen hebt. En ze weten het misschien niet, het wordt misschien niet bewust, maar het brengt ook bij de ander onrust, dat je je namelijk moet verdedigen tegen die verkeerde mening die de ander heeft. Je voelt je niet begrepen, je voelt je niet gehoord, niet gezien en je wilt dat herstellen, je wil dus je laten zien, je wil laten zien: zo ben ik helemaal niet, wat jij denkt en dat geeft een enorme onrust. Dus wanneer dat ophoudt, wanneer je eindelijk de feiten laat spreken en jezelf de mond snoert, dan levert dat uiteindelijk zowel bij jezelf als ook in je omgeving een zee van tijd en van rust op.
Het vinden van de waarheid in de wirwar van de meningen door Mieke Mosmuller