Home
>
Blog
>
Video
>
Intuitie en zelfrijdende auto’s

Intuitie en zelfrijdende auto’s

door

Mieke Mosmuller

04-08-2022 2 commentaren Print!
Onderstaande tekst is een letterlijke transcriptie van de gesproken video-tekst.

De verwachting is dat de kunstmatige intelligentie en algoritmisering zich in een dermate grote versnelling van ontwikkeling bevindt dat je die exponentieel zou kunnen noemen. Dat betekent dat die ontwikkeling dan zodanig wordt, dat de groeicurve op een gegeven moment bijna als een rechte lijn omhoog loopt. En dat wil zeggen dat je moet verwachten dat het menselijke verstand dan niet meer in staat zal zijn om te volgen wat de computer doet. Die situatie van de Singulariteit betreft vooral de snelheid waarmee de computer de dingen berekent. Maar de mens heeft iets wat de computer, of een algoritme, nooit zou kunnen berekenen. Namelijk de intuïtie. Bekijk video op YouTube

Mieke Mosmuller

De verwachting is, van degenen die op de hoogte zijn met de kunstmatige intelligentie, dat die zich in een dermate grote versnelling van ontwikkeling bevindt dat je die exponentieel zou kunnen noemen. Dat betekent dat - in aanvang van zo’n groeicurve lijkt het allemaal nog heel rustig te gaan, maar dan op een gegeven moment komt er een versnelling in, die dan zodanig wordt dat die op een gegeven moment bijna als een rechte lijn omhoogloopt. En dat wil zeggen, dat die dus ja tot in het oneindige, in een heel korte tijd, zich ontwikkelt, en dat je moet verwachten, wanneer je het over kunstmatige intelligentie hebt, dat het menselijke verstand dan niet meer in staat zal zijn om te volgen wat de computer doet. Ja wanneer we de zeventien SDG’s van de Verenigde Naties bekijken, dat heb ik de vorige keer al gezegd, dan mis je daar eigenlijk, naast het feit dat je het allerbelangrijkste mist namelijk het doel van het beschermen en het stimuleren van de menselijke vrijheid die in het denken ligt en in het talent van de mens, waar natuurlijk ook de verschillen tussen mensen liggen, dat mis je, maar je mist ook datgene waar eigenlijk de hele plangeving, de hele regelgeving, de hele idee die daar geconcipieerd is op berust, namelijk het vooruitzicht van de steeds verder gaande technologisering, de steeds verder gaande invloed van de kunstmatige intelligentie. Dat staat er niet, je ziet het in de meeste doelen achter het voorscherm wel min of meer verschijnen dat dat een grote rol speelt, maar er is niet een aanwijzing waaruit blijkt dat dat eigenlijk toch de grote drijfveer is voor de 21e eeuw. En ja ik heb al gezegd dat is eigenlijk toch een diepe onwaarachtigheid, want wanneer je voelt, beleeft, waar deze zeventien doelen op berusten, dan is dat op onze technische mogelijkheden. En je zou toch wel verwachten dat daar ook een aparte afdeling voor bestaat, waar je je kunt beraden over wat men eigenlijk van plan is. Ik heb een aantal jaren geleden voor het eerst het begrip singulariteit leren kennen, ik weet niet meer, dat zal misschien 2017 geweest zijn, daarvoor was me dat begrip onbekend, hoewel er een boek bestaat dat al uit 2002 of zoiets komt, dus die term zou je hebben moeten kennen - maar ik kende hem niet en ik heb sindsdien eigenlijk begrepen dat de verwachting is, van degenen die op de hoogte zijn met de kunstmatige intelligentie, dat die zich in een dermate grote versnelling van ontwikkeling bevindt dat je die exponentieel zou kunnen noemen. Dat betekent dat - in aanvang van zo’n groeicurve lijkt het allemaal nog heel rustig te gaan, maar dan op een gegeven moment komt er een versnelling in, die dan zodanig wordt dat die op een gegeven moment bijna als een rechte lijn omhoogloopt. En dat wil zeggen, dat die dus ja tot in het oneindige, in een heel korte tijd, zich ontwikkelt, en dat je moet verwachten, wanneer je het over kunstmatige intelligentie hebt, dat het menselijke verstand dan niet meer in staat zal zijn om te volgen wat de computer doet. Nou, dat is heel onrustbarend, ik heb in de jaren dat die computer ontwikkeld werd en wij ons daar nog niet zozeer ons zorgen over maakten, heb ik op een gegeven moment leren kennen dat die bestond en ik ben toen ook gaan kijken, iemand wilde mij die computer op de zaak waar hij werkte wel laten zien. Dat was een apparaat zo groot als een kleine kamer en hij heeft me toen laten zien, wanneer je zo’n apparaat opstart, hoe dat aan alle kanten begint te ratelen en te rekenen, alles controleert, alles naloopt en pas dan eigenlijk klaar is voor gebruik. Ik wilde toen graag, ik had een verlangen ernaar, om te begrijpen hoe de ontwikkeling van dat apparaat tot stand is gekomen en wat er nou eigenlijk precies gebeurt en ik ben daarnaar op zoek gegaan, ik denk dat dat 1990 of zoiets geweest is, en ik vond het niet. Totdat er een patiënt was met wie we daarover gepraat hebben en die was computerspecialist en die zei: Ik heb een heel oud boek in het Nederlands nota bene, over de werking van de computer, maar ik wil het wel terug hebben. Dus ik heb het helaas niet meer. Ik heb dat toen bekeken en dan krijg je enig idee, in ieder geval veel meer dan wat er verder over te vinden was, enig idee van hoe in aanvang die rekenmachine - wat het toch eigenlijk is - ja op gang gekomen is, de techniek daarvan. En dan zou je je dus moeten voorstellen dat je de vaardigheid tussen aanhalingstekens van die machine, dat je die in een versnelling van ontwikkeling moet zien, totdat die in een dusdanige versnelling komt, die ontwikkeling, dat die totaal uit het zicht verdwijnt. Dan kunnen wij dat met ons verstand dus niet meer volgen. Dat was dus in 1990 in zoverre al bijna niet mogelijk, omdat je de literatuur niet vond, tenminste niet als leek, maar je kunt je voorstellen dat het dan in laten we maar zeggen 2040 een vorm heeft aangenomen waarbij je als mens eigenlijk min of meer vol verwondering of afgrijzen kunt kijken naar wat er allemaal kan, maar wat je dus als menselijk verstand in het programma maken misschien nog wel weet, maar in het begrijpen van wat die computer precies allemaal kan en hoe die dat doet, dat je dat echt niet meer volgt, en dat je dat zou kunnen nadoen als mens is al helemaal ondenkbaar. En dat, die ongelooflijke rekencapaciteit die dat apparaat heeft, die de mens nooit met het biologische en met het spiritueel-geestelijke verstand, je hebt twee polen van ons kenvermogen, nooit zou kunnen bijhouden. Het feit dat dat zo is maakt, brengt de hoogmoed die met de ontwikkeling van de kunstmatige intelligentie samenhangt. En we weten allemaal er zijn inmiddels ook nog zelflerende machines, daar is de computer zo geprogrammeerd dat die in staat is om van fouten, maar ook van toenemende gegevens te leren, en zichzelf dus te ontwikkelen als het ware, terwijl de mens daar dus buiten staat. Nou ja je kan je wel voorstellen, dat wordt een macht op zich waar wij ons alleen maar kunnen houden, stand in kunnen houden, als we in onszelf dat gebied terugvinden, of vinden, waar de computer niets van weet en ook niets van kan weten. Dat wordt natuurlijk door de harde kunstmatige intelligentie absoluut ontkend, dat het zou bestaan, een gebied in de mens dat niet te vinden is voor een apparaat, maar ik kan u garanderen dat dat gebied bestaat, want wanneer je dat eenmaal in jezelf gevonden hebt, ja dan weet je dat natuurlijk dat dat bestaat en dan kan de hele wereld komen en zeggen: het bestaat niet - maar dat werkt dan niet meer, want je weet dat het bestaat. En dat maakt dat je een ander soort vertrouwen ontwikkeld in, laat ik maar zeggen, de onmogelijkheid van de singulariteit. Op zich zal dat wel kunnen, dat er een technologie ontstaat die voor ons uit het zicht verdwijnt, waar we dus met ons verstand niet meer bij kunnen, maar we hebben als mensen ook nog iets in ons waar de computer niet bij kan en ja, wat je dus moet doen dat is heel eenvoudig, dat is dat deel in je mensenwezen tot ontwikkeling brengen. Nou, dat stel ik dan zo, maar er zijn ook bepaalde hele lichte lichtpuntachtige bewijzen die aan het komen zijn, dat dat inderdaad zo is. Dat de mogelijkheid van de mens in zeker opzicht veel minder is dan die van de singulariteit, maar dat aan de andere kant de mogelijkheid van de singulariteit ver achter blijft en zal blijven bij datgene wat de mens aan intuïtief begripsvermogen heeft. En intuïtief is een woord wat natuurlijk op allerlei gebied gebruikt wordt, maar wanneer je het kent als het binnenkomen in jouw bewustzijn van het begrip, wanneer je dat als intuïtie beschouwt, en je leert dat kennen, je begint steeds meer te beleven hoe dat in je teweeg gebracht wordt, dan weet je: wij hebben als mensen aan de ene kant een log verstand wat, nogmaals, echt niet kan wat de kunstmatige intelligentie kan, maar aan de andere kant hebben wij een geniaal begripsvermogen en dat rekent niet. Dat aanschouwt. Dat hoeft niet te rekenen, dat weet. Direct, onmiddellijk. En er was in die jaren dat ik zo aan het zoeken was al een boek verschenen van de bekende Roger Penrose in het Nederlands vertaald als “De nieuwe kleren van de keizer”, een man die niet helemaal precies die uitleg heeft gegeven van wat die computer nou doet, maar er toch wel een eind in gaat, en dan dus bepaalde experimenten laat zien van heel eenvoudige situaties waarin een mens onmiddellijk weet hoe het zit en waarbij die computer zich suf rekent. En alleen maar omdat ie zo snel is en dan uiteindelijk misschien met het juiste antwoord komt, want hij heeft een waarschijnlijkheidszekerheid, dus hij benadert de zekerheid, dus hij kan er ook naast zitten, maar ja goed, laten we zeggen dat hij het goed doet, dan heeft hij dus zo ongelooflijk veel stappen moeten zetten om daar te komen, waar wij meteen direct aanschouwen hoe het zit, dat je ,wanneer je dat ziet en wanneer je dat in jezelf begint te zien, ja dan krijg je toch wel een grote bewondering voor het menselijke vermogen te denken en vooral ook te begrijpen. En nu had ik het boek van Klaus Schwab aangeschaft over de vierde industriële revolutie, en achterin, nadat er een heel betoog is geweest, staan daar een aantal vooruitzichten op omwentelingen die te verwachten zijn tussen nu, dat was 2016, en 2025. Dus we plaatsen ons in 2015 - zal het geschreven zijn e- n daar zijn dan voorspellingen, of eigenlijk min of meer vragen aan mensen: wat denken jullie, zou dat in 2025 al voor een groot deel het geval zijn? En zo is er een stukje over zelfrijdende auto’s.
De omwenteling zou zijn wanneer op de Amerikaanse wegen 10% van alle auto’s zelfrijdend zijn. En dan worden er dus een aantal mensen daarover ondervraagd of dat in 2025 het geval zou kunnen zijn. En dan geeft 79% - en ik weet natuurlijk niet wat het voor ondervraagden zijn, wat dat voor mensen zijn aan wie ze dat gevraagd hebben, maar die gaan ervan uit dat de omwenteling dan inmiddels tot stand gebracht wordt, al is eigenlijk. En dan zegt hij dus in 2016 laten we maar zeggen: er worden reeds door de grote concerns Audi en google auto’s getest die zelf rijden en er worden allerlei nieuwe oplossingen ontwikkeld en dat gaat heel erg snel en dit is dan een stelling van Klaus Schwab : “Zulke voertuigen kunnen onder bepaalde omstandigheden efficiënter, maar ook veiliger zijn dan auto’s die door mensen worden gestuurd. Bovendien zou het een vermindering van file kunnen opleveren, een vermindering van CO2 uitstoot en zou het de verkeers- en logistiekmodellen in een totale omwenteling brengen.”
Nou, ik herinner me wel dat het een tijd lang geweest is, dat daar heel veel over te doen was en dat er erg gespeculeerd werd hoe snel dat al een feit zou zijn. En op een gegeven moment hoor je daar niets meer over en dan gaat het natuurlijk wel door, die ontwikkeling, maar je hebt niet meer dat je daar nou zoveel heldenverhalen over hoort. Dus toen ik dit gelezen had ben ik het nog eens gaan opzoeken: hoe staat het dan nu en dat zijn heel verschillende berichten, zoals altijd wel afhankelijk waarschijnlijk van hoe degene die dat bericht geeft daar zelf in staat. Maar er is een onderzoek geweest, een statistisch onderzoek in 2022 onder Nederlanders en daaruit bleek dat 44 van de 100 ondervraagden nooit in een zelfrijdende auto zal stappen. Ja, dat kan allemaal veranderen natuurlijk, maar zo wordt het beleefd. Dus erg veel vertrouwen is er nog niet. De status van de ontwikkeling van die zelfrijdende auto dat heb ik dan in 2021 gevonden, daar is een heel artikel over dat het aanvankelijk inderdaad heel snel is gegaan, dat ze het heel snel voor elkaar hadden dat een auto binnen de strepen blijft, dat de afstand tot de andere auto’s op de juiste wijze wordt gehanteerd, dat ook in een chaossituatie gestopt kan worden. Dat zijn eigenlijk drie grote pijlers van de ontwikkeling, en op daarvoor uitgezonderde terreinen gaat het heel goed met die auto’s. Maar zet ze niet in de stad, want dat kan helemaal niet, dat zou de grootste aantallen ongelukken opleveren, omdat het niet lukt met de kunstmatige intelligentie het gedrag van de deelnemers aan het verkeer te voorspellen. Dus dat is natuurlijk iets wat zo veelzijdig is en wat zoveel aspecten heeft, en wat elke seconde ook kan veranderen. En dan zit je daar op een kruispunt bijvoorbeeld met misschien vijftig verkeersdeelnemers, wandelaars, fietsers, chauffeurs en die hebben allemaal dat geniale intuïtieve vermogen bij zich en die doen precies iets anders dan wat de computer berekent. Want je kunt hem nog zoveel gegevens voeren, hij moet ze allemaal doorrekenen en dan komen tot een waarschijnlijkheid en dat doet hij dan, maar al die deelnemers aan het verkeer hebben een heel andere manier van tot besluitvorming komen en dat gaat razendsnel, dat is zo gebeurd, dat zien ze direct. Natuurlijk worden er fouten gemaakt wanneer iemand loopt te suffen of met heel veel zorgen rondloopt of niet oplet, dat zal je dan misschien uiteindelijk met die zelfrijdende auto’s minder hebben, maar over het algemeen hebben mensen een heel grote vaardigheid om in een chaotische situatie toch het juiste te doen. En dat is dan niet omdat ze een miljard berekeningen hebben gemaakt in een seconde, ik zeg maar wat, maar omdat ze het direct zien. En dus weten: dit moet ik doen. En dat lukt dus maar niet, om dat onder controle te krijgen. Wat de producenten graag zouden willen is, dat ze van alle mensen de gsm in de broekzak zouden kunnen lezen, dus de locatiebepaling zouden kunnen hebben. Want dan zouden ze op grond van die locatiebepaling veel meer kunnen weten over hoe de situatie is en wat er mogelijk zou kunnen gaan gebeuren. Maar ja, dat is natuurlijk een item, dat is zomaar niet voor elkaar te brengen he, om de hele wereldbevolking in kaart te brengen met de locatie waar de mensen zich bevinden, dus dat zijn moeilijkheden die zijn gigantisch en het artikel eindigde ook ermee, dat het heus nog wel een tijd zal duren voordat dit lukt, als het al ooit lukt, stond er - en dat vraag ik me ook af. Dat is niet alleen in het geval van zelfrijdende auto’s zo. Dit is een voorbeeld voor de moeilijkheden die de techniek aantreft wanneer die apparaten te maken krijgen met intuïtief begaafde mensenwezens. Je kan natuurlijk zeggen: ja, ik wil als intuïtief begaafd mensenwezen dat van die computer ook nog graag hebben, dus ik sluit me aan op die computer, dan kan ik ook dat, die rekensnelheid hebben, en ik heb ook nog m’n intuïtieve vermogen. Nou daar zouden we het nog eens over kunnen hebben. Of dat wel kan, of je je intuïtieve vermogen niet overweldigt met al die rekenarij. Maar andersom dat het intuïtieve vermogen in de kunstmatige intelligentie zou kunnen worden opgenomen, dat acht ik als absoluut onmogelijk, omdat het zich namelijk afspeelt in een gebied wat buitenlichamelijk is. En hoe wil je met een apparaat vat krijgen op iets wat nergens geregistreerd wordt. Je hebt alleen de gevolgen van die intuïtie. Namelijk de handeling bijvoorbeeld. Die kun je natuurlijk, daar kun je natuurlijk het een en ander uit opmaken. Maar wat daaraan voorafgaat, daar gaat het eigenlijk om, het kennisproces wat voorafgaat aan die handeling, daar kom je niet bij. Je kunt heel veel vinden in het menselijke brein, je kunt heel veel vinden in de bloedsomloop, in de toestand van de temperatuur bijvoorbeeld van het lichaam, er zijn heel veel - bloeddruk bijvoorbeeld is ook zoiets - maten die je zou kunnen gebruiken om uit af te leiden, statistisch gezien, wat er in iemand omgaat. Maar het intuïtieve vermogen - en daar doet ieder mens alles mee, dat ligt niet in de lichamelijke functie. En dat had ik dan vandaag graag een keer gezegd en dat heb ik dan ook bij deze hopenlijk gedaan.Intuitie en zelfrijdende auto’s door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van wmh @
    Onlangs las ik dit op HLN.be , er staat een videootje bij ...

    Schaakrobot breekt vinger van 7-jarige tegenstander wanneer die hem te slim af wil zijn.
    Op een schaaktornooi in Moskou speelt een 7-jarige jongen tegen een robot. De robot verslaat een van de schaakstukken van het jongetje en zet die langs de kant. De jonge schaker reageert vliegensvlug met een andere zet. Iets wat de robot niet begrijpt, want plots grijpt de machine de vinger van zijn tegenspeler vast.

    De robot liet niet los, ..en de jongen zou niet gewacht hebben tot het de beurt aan de robot was .
  • Van Hans @
    Interessant verhaal. Vooral ook herkenbaar als ICT-er. De basis-Intuïtie krijg m.i. je als baby mee. Daarna ontwikkel je deze door persoonlijke ervaringen. De onvolkomenheden en mogelijk gevaren van kunstmatige intelligentie schuilen niet alleen in mainframes, maar ook in kleinere apparaten zoals smartphones. die dan de input krijgen van mainframes. Zo wordt intuïtie vervangen door AI. Jammer dat mensen die intuïtief reageren snel uitgemaakt worden voor wappie. Eén geluk, je kunt een apparaat het zwijgen opleggen door de voeding te onderbreken.