JJa lieve mensen, de kunstmatige intelligentie stellen we even uit tot volgend jaar en Ik wilde nu de aandacht richten op het komende kerstfeest. We zijn inmiddels In de derde week van de advent. Rudolf Steiner heeft 52 weekspreuken geschreven voor het jaarverloop en wanneer je die spreuken week voor week leest of liever nog mediteert, dan kom je niet meteen, maar in verloop van de tijd dichterbij datgene wat er In de seizoenen in het jaarverloop, laat ik maar zeggen, onzichtbaar verandert en wat je heel duidelijk kunt herkennen in het zichtbare. Dus we leven natuurlijk In de zichtbare natuur met onszelf in een cyclus van het jaar en wanneer je die spreuken leert kennen dan leer je ook kennen – terwijl je het wel weet, maar je ziet het niet - wat er onzichtbaar zich afspeelt in de jaarveerloop. 52 spreuken, ze zijn allemaal wonderschoon, maar soms is er een waarvan je vindt of voelt: deze is nog mooier dan de andere, en dat heeft natuurlijk heel veel te maken met het moment in het jaar waarop je die spreuk leert kennen of mediteert. En zo komt ieder jaar In de week voor Kerstmis een van de mooiste spreuken. Die wil ik graag voorlezen. We hebben dit boekje een paar jaar geleden uitgegeven en het bevat deze spreuken. Maar ik heb op mijn website indertijd een jaar lang iedere week een klein stukje tekst gezet, gedacht als verbinding van de ene spreuk naar de andere, waardoor je tussen die spreuken, waar juist het jaarverloop te beleven valt, dat je daar voeling mee krijgt. Deze spreuk voor de week voor Kerstmis komt dus ieder jaar terug en Ik vind het een van de mooiste:
Te dragen geesteslicht In de wereld winternacht,
Daarnaast streeft zalig de drijfveer van mijn hart.
Dat lichtend ziel kiemen
In wereldgronden wortelen
En goddelijk Woord in het zintuigdonker
Verhelderend al het zijn doorklinkt.
Het kan zijn dat je zegt: ja wat moet ik daarmee? Het wordt natuurlijk echt pas beleefbaar, wanneer je ook beseft wat daar eigenlijk gezegd wil worden. Dat de natuur en het dagverloop steeds donkerder worden. Dat is duidelijk en we verlichten die duisternis symbolisch door bijvoorbeeld onze lampjes In de kerstboom binnen, maar ook buiten, door de straatverlichting, door de verlichting voor de ramen. Dat is die drijfveer van het hart van de mens, want dat hart weet echt wel dat nu de tijd is waarin het winterdonker, die allerdiepste winternacht, kan worden verlicht, niet alleen doordat er een feest aan het komen is, want dat feest dat heeft ons een vermogen geschonken waardoor wij als mensen zelf licht kunnen dragen in die donkere winternacht. Is dat niet en geweldige mooie gedachte, dat de mens het geesteslicht bij zich heeft en dat in die allerdiepste donkerheid van het jaar juist de mens die lichtende kiem kan zijn die die duisternis verlichten? We hebben die symbolen nodig om ons eraan te herinneren, maar eigenlijk zijn we het zelf, de lampjes die schijnen in de allerdiepste duisternis van het jaar. Dat is niet het enige. Het is niet het enige dat het geesteslicht de wereldwinternacht verlicht, het goddelijk Woord klinkt in de wereldwinternacht, en dat horen we niet, dat zijn we echt vergeten met zijn allen. Ooit was het kerstfeest een feest waarin je je herinnerde aan de vrede op aarde aan mensen van goede wil. Wat is daar nog van over? Bekend zijn de kerstbestanden uit 1914 In de Eerste Wereldoorlog. Daar is ook een film over gemaakt, maar het is ook werkelijk gebeurd, dat daar In de loopgraven zich bestrijdende troepen zich met Kerstmis verbroederden, dat ze ophielden met te vechten en dat ze met elkaar zelfs liederen gingen zingen, dat ze het eten en het drinken met elkaar deelden. Dat is een kerstimpuls die dan dus blijkbaar in mensen die elkaar eigenlijk zouden moeten haten - want daarvoor staan ze daar - een impuls die dan opkomt, die de eigenlijke menselijke impuls is, namelijk de vrede. Hoe triest is het niet dat juist in deze advent een hoge functionaris, een Nederlander, de wereld toespreekt dat de mensen in deze wereld zich moeten voorbereiden op oorlog. Juist in deze tijd waarin de vredesboodschap zou moeten klinken, juist nu worden we bang gemaakt voor een oorlog. In eerste instantie lijkt het alsof die direct op handen is, misschien nog wel voor Kerstmis. Wanneer je beter luistert en leest blijkt dat het over 4 a 5 jaar dan zover zou moeten zijn. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat In de advent, waarin de wereld zich voorbereidt op de komst van dat goddelijke kind dat ons uiteindelijk die mogelijkheid geeft om In de wereldwinternacht zelf een licht te zijn, dat juist in die weken waarin we ons voorbereiden op de komst van het vredeskind de wereld door een leider wordt toegesproken met de woorden: We moeten ons geestelijk - ook nog - voorbereiden op oorlog. Wat mij betreft is dit de diepste schande die er over de mens kan komen. Dat neemt niet weg dat je ziet dat er overal oorlog is. Dat zie je natuurlijk wel. Maar de mens is geen oorlogszuchtig wezen eigenlijk en dat zou ik zo graag nu voor kerst nog een keer willen zeggen. Het is zijn geen utopische gedachten of zweverige idealen. Ieder mens die gezond is en In de eigen ziel binnen kijkt weet: Ik ben als mens een vredeswezen en oorlog is eigenlijk iets wat voor de primitieve mens noodzakelijk was, maar wij als beschaafde wereldburgers, wij kunnen toch wel bewust zijn dat we in deze tijd ons moeten voorbereiden op vrede en niet op oorlog? Het is toch bekend dat de angst In de mens bepaalde gebeurtenissen naar je toe trekt. Dan ga je toch over vrede spreken in plaats van over oorlog? Laten we ons nog een keer verdiepen in, ik wil niet zeggen allermooiste spreuk, want rr zijn er nog een paar, ze zijn allemaal wonderschoon. Maar deze is heel bijzonder mooi.
Te dragen geesteslicht In de wereld winternacht,
Daarnaast streeft zalig de drijfveer van mijn hart.
Dat lichtend ziel kiemen
In wereldgronden wortelen
En goddelijk Woord in het zintuigdonker
Verhelderend al het zijn doorklinkt.
Ik wens ons allen: Geopenbaard zij God In de hemelhoogte en vrede op aarde aan mensen van goede wil!
Kerstmis en Vrede op Aarde door Mieke Mosmuller