We hebben de afgelopen twee jaar meegemaakt hoe belangrijk het is dat we als mens die deelheeft aan de gebeurtenissen in de wereld, dat we een geschoold oordeelsvermogen hebben. Nu hebben de meeste mensen natuurlijk daar niet echt iets aan gedaan en de een heeft daar van nature meer aanleg voor dan de ander, maar het is wel heel duidelijk dat er, wanneer er werkelijk ernstige dingen gebeuren, het erop aankomt dat we ook begrijpen wat er precies gebeurt. En dat wil niet zeggen dat je alle details kunt begrijpen en dat je precies kunt zien waar alles door veroorzaakt wordt, maar dat je wel iedere keer wanneer je geconfronteerd wordt met berichten, met mededelingen, van welke kant dan ook, dat je dan een poging doet om zo goed mogelijk dat zo in je op te nemen, dat je het dichtst bij een mogelijke waarheid blijft. Nou dat, die ervaring, is in de laatste twee jaar heel sterk geworden en dat was natuurlijk niet alleen bij mij het geval. Ik kreeg toen de vraag om eens op te schrijven wat je zou kunnen doen als mens om je oordeelsvermogen in het denken te ontwikkelen. Dus het niet alleen te doen met waar je vanuit je aanleg mee begaafd bent en wat er in je leven gebeurd is, maar dat je ook probeert om dat in ontwikkeling te brengen. En ik ben ervan overtuigd dat ieder mens die mogelijkheid heeft, als die dat wil. En dat leidde tot het boekje dat ik hier al een keer gepresenteerd heb met de titel ‘Leer Denken!’.
Dat handelt vooral over de waarneming met de zintuigen en het daarbij behorende denken. En er is een heel gebied in het leven waar je eigenlijk daar voldoende aan hebt. Zodra je met exacte feiten te maken hebt dan is het waarnemen van die feiten en het denken daarvan voldoende om zeker te weten dat je in de waarheid bent. Dat is in het hele gebied van het rekenen en de wiskunde min of meer van nature het geval. Maar er is natuurlijk ook een heel gebied waarin je dat niet kunt hebben. En in dat gebied hebben wij ons de afgelopen jaren heel sterk moeten bewegen, dat er alle mogelijke dingen gebeuren, gezegd worden, die je kunt zien, die je op video’s kunt aanschouwen, die je in de krant kunt lezen, waarbij je niet die zekerheid hebt dat je ook weet wat er nou eigenlijk aan de hand is. En dat is natuurlijk niets nieuws, dat is al met vele gebeurtenissen in het verleden zo geweest, maar de afgelopen jaren is dat wel heel sterk op de proef gesteld. En daar, bij die gebeurtenissen, heb je dat niet, die zekerheid van de waarheid. Daar kun je niet zeggen: als ik mijn waarneming heb, met mijn zintuigen, ofwel ik heb gezien, of ik heb gehoord, of ik heb gelezen, en ik bedenk dat, ik klaar dat met mijn denken op, zodat ik het weet wat daar staat, wat er gezegd is, dat je dan ook weet dat je in de waarheid bent. Dat dat ook in overeenstemming is met zoals het echt is. Dat gevoel, van zekerheid, dat hebben we de afgelopen jaren als min of meer kritische mensen - en met kritisch bedoel ik dan niet negatief kritisch, maar kritisch in de zin van dat je erbij blijft met je bewustzijn, bij wat je nou eigenlijk meemaakt - dat hebben we als kritische mensen toch wel moeten ontberen dat gevoel van ik weet zeker dat de feiten ook zo zijn als ze ons worden meegedeeld. Dat gebied van de waarheid, wat je in exacte zin dus eigenlijk van nature hebt, maar in het leven eigenlijk niet, dat verwijst naar een ander gebied in het menselijke wezen. Daar is het niet zozeer het denken dat daar bepalend is, maar daar komt een heel andere wereld erbij en dat is de wereld van het gevoelsleven. En dan bedoel ik met gevoelsleven niet het lichamelijke voelen, niet het voelen in de zin van ik voel me niet lekker, of ik voel me moe of wat ook, maar ik bedoel daarmee het leven in bepaalde stemmingen van sympathie en antipathie. En dat bracht ons vervolgens ertoe, om het niet te laten bij het boekje Leer denken!, maar het thema als het ware uit te breiden met een titel ‘Leer voelen!’ Voelen is een heel ander gebied in het menselijke wezen. Wanneer je gaat waarnemen, dan moet je daarbij je wil inzetten, je moet opletten. Wanneer je daarbij gaat denken, dan moet je alert zijn, je kunt dan niet waarnemen en dan tegelijkertijd half dromend over iets anders menen dat je de werkelijkheid opneemt, nee je moet er dan met je denken bij zijn. Dus daar zit een sterk wilsgebied bij. Maar het voelen dat doet zich eigenlijk heel spontaan en ook onontkoombaar aan je voor. Dat voelen, dat stijgt in je op. En we weten dat natuurlijk allemaal, dat wanneer je ‘s morgens wakker wordt, dan kun je een natuurlijke stemming hebben van: ha ik voel me goed en ik begin aan de dag. Ik heb er zin in, ik vind het leuk allemaal. Maar je kunt ook hebben dat je je voort moet slepen en dat je daar helemaal geen positieve gevoelens bij hebt, maar eigenlijk meer een antipathie van: ik heb geen zin, of ik vind het moeilijk en mijn stemming is gedrukt. Dat zijn gewaarwordingen die vanzelf in ons opkomen. Daar hebben we eigenlijk de macht niet over. Je hebt natuurlijk over je gedachten vaak ook de macht niet, die komen en die gaan, maar je kunt dat overstemmen door het met opzet in gang zetten van een gedachtegang. Wanneer je moet gaan studeren bijvoorbeeld, dus je moet studeren voor een tentamen, dan zul je toch je gewone gedachten opzij moeten zetten en dan moet je die inruilen voor de gedachten die je moet opnemen. Daar heb je een zekere vrijheid. Maar in het gevoelsleven heb je dat nauwelijks. Daar stijgen de gevoelens in je op, en je kunt ze meestal niet zomaar verwijderen. Je kunt ze niet overstemmen met iets anders. Ja, je kunt bijvoorbeeld iets gaan doen wat je prettig vindt, of je kunt een bad nemen, of je kunt naar muziek gaan luisteren, of je kunt naar buiten gaan - je kunt natuurlijk allerlei dingen doen, maar het is een veel substantiëler proces zou je kunnen zeggen. Het gevoel laat zich niet zo gemakkelijk sturen als het gedachteleven. En nu is het zo, dat je, wanneer je interpreteren moet, wanneer je dus een bericht, of een gebeurtenis, of een gesprek, of wat ook, wanneer je dat in je gemoed de juiste plaats moet geven, wanneer je moet zeggen: is dit nu waar of niet?, dan komt het op het gevoelsleven aan. En in het gevoelsleven zit eigenlijk het beleven van de waarheid. Dat is niet dat vanzelfsprekende, wat je met waarnemen en denken hebt, hier komt iets raadselachtigs erbij, er komt een vraag: wat moet ik hiermee, is dat nou zo, is dat nou niet zo - en dan komt het erop aan, dat je in het gevoelsleven een zintuig hebt wat jou helpt om te weten: ja, of nee, of ik weet het niet. En wanneer je helemaal vol zit met persoonlijke emoties, wanneer je niet je vrij kunt maken van die persoonlijke emoties en je moet interpreteren, dan kun je natuurlijk wel begrijpen dat die persoonlijke emoties de interpretatie kleuren of zelfs bepalen. En daar zitten we in het leven mee, wanneer we als mensen dezelfde situatie meemaken, dan is de interpretatie daarvan vaak compleet verschillend. En dat heeft te maken met het persoonlijke emotionele leven dat meebepaalt wat je van iets vindt. Dat, dat soort voelen, dat heeft iedereen en dat is niet het voelen wat ik bedoel wanneer ik zeg ‘Leer Voelen!’. Met leer voelen bedoel ik het voelen dat daaronder verscholen ligt, waar de waarheid werkelijk beleefd kan worden. En ik heb in dit boekje net als in Leer Denken! Geprobeerd - het lukt niet altijd - om niet in beschouwingen te vervallen zoals ik dat nu doe, waarbij je bepaalde dingen stelt en dan moet de lezer - maar die moet dan eigenlijk ook interpreteren ‘is dat zo of is dat niet zo?’ ik heb een andere weg gekozen en dat is dat die weg langs oefeningen verloopt. Niet al te ingewikkelde oefeningen, waarbij je stap voor stap meer zicht krijgt op datgene, wat er aan gevoelsleven in jou aanwezig is, wat er iedere keer aan gevoelens in jou opstijgt. Die stijgen echt op. Je kunt ook niet zomaar dan zeggen ‘ik wil ze niet’. Je kunt alleen maar dan voelen dat het er is, en je kunt leren onderscheiden, dat het met de interpretatie van de werkelijkheid niet zozeer iets te maken heeft, maar dat het vooral met jouw werkelijkheid te maken heeft. En dat geeft eigenlijk de grote strijd onder de mensen. Wanneer de waarheid uit waarneming en denken direct blijkt dan hoeft er eigenlijk weinig discussie te ontstaan. Maar wanneer dat niet zo is, en je krijgt het meer mysterieuze proces van oordeelsvorming met het gevoel, dan komt er discussie onder de mensen en die discussie die gaat dan eigenlijk helemaal niet meer over waarnemen en denken, want daar kon je het niet vinden, die gaat over interpretatie. En dan interpretatie met het gevoel. Want je kunt ook nog met het denken interpreteren.
Daar kun je een reeks van oefeningen voor doen, eerst om je bewust te worden dat je die gevoelens hebt. Want ze zitten vaak in een gebied, of daar zitten ze eigenlijk altijd, waar het bewustzijn niet zo helder is als in het denken, maar waar je meer een bewustzijn hebt wat vergelijkbaar is met wanneer je zo een beetje dagdroomt, niet zo helder en toch wel aanwezig maar je kunt er ook overheen kijken. En de eerste stap is dus eigenlijk om je bewust te worden dát je gevoelens hebt wanneer je een tekst leest, wanneer je een programma kijkt, wanneer je een film ziet, dat je leert letten erop dat je alle mogelijke gevoelens in jezelf draagt. En zo heb ik geprobeerd om met oefeningen stap voor stap erheen te leiden dat je voorzichtig jezelf begint te beleven als een mens die nog een ander gevoelsleven in zich heeft, namelijk het gevoelsleven dat echt met de waarheid te maken heeft. Maar daarvoor moet je eerst heel wat persoonlijke ballast overboord gooien en overhouden wat je werkelijk innerlijk aan kerngevoel van sympathie en antipathie in je draagt. En daar zijn wij mensen wel degelijk, ja ik kan niet zeggen gelijk, maar daar hebben we wel een gelijkwaardigheid, daar hebben we een soort gelijke gewaarwording van of iets waar is of niet en als we dat gebied zouden kunnen bereiken, dan zouden we aan de ene kant veel meer in staat zijn om een zekerheidsgevoel te hebben bij de interpretatie van hoe het nu eigenlijk zit, dat aan de ene kant, en aan de andere kant zouden we met onze medemensen, die ook zo’n oefenweg gaan, in een eensgezindheid kunnen komen, in een harmonie. Niet in een eentonige harmonie, letterlijk, dat iedereen dezelfde toon heeft, nee, die tonen zullen altijd verschillend zijn. Maar in het verschillend zijn zal er dan een harmonie kunnen ontstaan. Dat lijkt mij een van de idealen van het menszijn, dat je ook in het oordeel met je medemens in harmonie kunt zijn. En dat betekent niet dat je allemaal hetzelfde zegt. Want de een heeft een heel ander aspect in het waarheidsvinden dan de ander. Maar de beleving van de waarheid ligt bij ons allemaal onder de oppervlakte van ons persoonlijke gevoelsleven. En als we nou eerst maar eens bewust worden dat dat persoonlijke gevoelsleven er is en hoe sterk de stem is waarmee dat spreekt, dan kunnen we geleidelijk aan ook doordringen in die waarheidslaag van het gevoelsleven, waarbij je leert om de waarde van een mededeling te beleven. Dat heb ik geprobeerd in twaalf oefeningen min of meer te bereiken - ja je kunt natuurlijk in zo’n bestek van een klein boekje niet een weg beschrijven die voor het hele leven bedoeld is, maar je kunt wel iets in gang zetten en ik hoop dat dat een bijdrage kan zijn in de ontwikkeling van ons mensen, uiteindelijk naar een vrijheid in het denken, een gelijkwaardigheid in het gevoel en een broederlijkheid in hoe wij met elkaar in de wil willen samenleven.
Leer Voelen! Van intuïtie naar sterk waarheidsbeleven door Mieke Mosmuller