Het denken is in eerste instantie ook een weg naar wijsheid. En wijsheid is nog iets anders dan waarheid, want wijsheid heeft te maken met het feit dat je de waarheid in het leven werkzaam kunt maken. Je hebt niks aan waarheid alleen, waarheid wordt pas waardevol, wanneer die ook in handelingen geuit wordt. Vorige keer heb ik over dit boekje gesproken, het is wat mij betreft een soort conclusie die ik getrokken heb uit deze pandemie, die inmiddels bijna twee jaar woedt. Of het de pandemie zelf is die woedt, of de maatregelen die daarmee samenhangen dat laat ik aan jullie oordeel over, maar er woedt in ieder geval wel iets en wat mij betreft, als je je daarop bezint: wat is er nu eigenlijk in die twee jaar, wat heeft er nou plaatsgevonden?, dan geloof ik dat het het allerbelangrijkste is dat we ons bewust worden dat dit een beproeving is, van ons vermogen om de waarheid vast te stellen. En je ziet dat dat vermogen grotendeels ontbreekt, dat wij als mensheid die beproeving niet doorstaan. Dat is eigenlijk mijn conclusie, dat klinkt natuurlijk heel regelrecht en ik kan er zelf heel veel tegenin brengen, tegen die conclusie, maar ik wil er toch mee zeggen, wat ik de vorige keer ook gezegd heb, dat ik dit zie als een oproep aan ons mensen om het vermogen waarmee we aangelegd zijn tot ontwikkeling te brengen. En dat is niet alleen dat je met het denken de waarheid vindt, maar het denken is in eerste instantie ook een weg naar wijsheid. En wijsheid is nog iets anders dan waarheid, want wijsheid heeft te maken met het feit dat je de waarheid in het leven werkzaam kunt maken. Je hebt niks aan waarheid alleen, waarheid wordt pas waardevol, wanneer die ook in handelingen geuit wordt, uiting vinden kan. En zo ben ik begonnen om op te schrijven wat ik natuurlijk niet in twee jaar tijd heb bedacht, maar wat een resultaat is van jarenlang bezig zijn met de ontwikkeling van het denken, dat heb ik opgeschreven, hoe je je denkvermogen in ontwikkeling kunt brengen, zodat het niet een passief ontvangen blijft, maar dat het een mogelijkheid wordt om alles, wat zich in het leven voordoet, zodanig actief mee te denken dat je daardoor voeling krijgt met hoe het werkelijk is. En wanneer je voeling krijgt met hoe het werkelijk is, dan krijg je daarmee ook voeling met de hindernissen die in de mens aanwezig zijn om alles wat je in gedachten, gevoelens en wensen met je draagt, om die als het ware te laten afvallen van de waarheid. Ik heb daarvoor raad gezocht bij grote meesters uit het verleden, te beginnen bij de grote meester Krishna, die een verhandeling voor zijn vriend houdt over de ontwikkeling van de ziel. Wat me daarin heel sterk raakt is dat Krishna erop wijst, dat je de wijsheid eigenlijk niet kunt vinden, omdat er een begeertewolk is die waarheid en wijsheid benevelen. Je kunt daar niet bij komen, omdat je met je persoonlijkheid vastzit in bepaalde wensen, in bepaalde gevoelens, in bepaalde begeerten. En daar heb ik eigenlijk het uitgangspunt genomen voor die twaalf oefeningen die dan uiteindelijk in de laatste oefening eindigen in een soort acrobatiek van het denken, wat je dan inmiddels ontwikkeld hebt, namelijk dat je een vermogen probeert te ontwikkelen om niet langs de gebaande paden te denken alleen, maar om ook je denken in omgekeerde richting te kunnen bewegen. Dat wil dus zeggen dat je bijvoorbeeld in staat bent om een liedje omgekeerd te zingen. Dan moet je het eerst gedacht hebben en dat is behoorlijk moeilijk. Maar dat kun je als mens, doordat je een heel palet aan voorafgaande oefeningen hebt gedaan. Dus dat is uiteindelijk mijn conclusie geweest, het heeft eigenlijk weinig zin om iedere keer alle ongerijmdheden waarmee we geconfronteerd worden recht te zetten, het heeft alleen maar zin dat wij, dat ieder mens, een ontwikkeling doormaakt, dat hij dat zelf kan. Dat hij zelf ziet wat klopt in de berichtgeving en wat niet. En dat betekent onder andere dat je heel, heel veel geduld moet leren beoefenen. En dat je niet bij elke informatie die je krijgt in de conclusies moet schieten, maar dat je moet verzamelen als het ware en heel langzamerhand door het volgen met een actief denken van wat er zich aan je voordoet, dat je weet: uiteindelijk wordt het mij duidelijk, hoe het allemaal in elkaar zit. En dat betekent ook dat je een vaardigheid moet ontwikkelen om niet alleen sterk te zijn in je eigen mening en oordeel, dat kunnen de meeste mensen best wel, maar ik heb de vorige keer al gezegd: Je denkt alleen maar dat het je eigen meningen en oordelen zijn, je hebt helemaal niet in de gaten dat dat erin gegoten is, maar goed we kunnen dat heel goed, sterk zijn in de eigen mening en het eigen oordeel.
Maar het oefenen om nu eens volledig tegengestelde meningen en oordelen te denken, alsof je het echt zo vindt, alsof je echt vindt dat dat waar is, dat is werkelijk wel een kunst in het denken en het is toch echt heel belangrijk. Dat betekent niet dat je van je standpunt moet afvallen, dan zou je ook geen standpunt meer kunnen vinden, maar het gaat erom dat je de beweeglijkheid in het denken leert kennen. En wanneer je altijd op je eigen standpunt blijft staan dan is dat in de allereerste plaats volslagen liefdeloos, want je kunt dan eigenlijk niet verwachten dat je iets kunt horen van wat een ander vindt. Wanneer je eenmaal begint met deze oefeningen om je te verplaatsen in mening en oordeel van anderen, dan zul je ontdekken dat daarin altijd heel veel waardevolle ideeën zich bevinden, in gedachten van andere mensen. Dus je kunt daardoor je denkvermogen versoepelen, maar dat betekent natuurlijk niet dat je vervolgens, laten we maar zeggen, twaalf standpunten hebt en niet meer weet wat het nou eigenlijk in werkelijkheid is. Je zekerheid met betrekking tot het waarachtige standpunt wordt pas gevonden, doordat je de moed gehad hebt om ook andere standpunten in te nemen dan die je zelf al had. Nou dat is natuurlijk een uitdaging nu, hè. Wanneer je absoluut ervan overtuigd bent dat het enige heil op het ogenblik is, dat je je laat vaccineren, dat je dan eens probeert te denken: Waarom, wat denken die mensen die iets heel anders vinden? Maar dat je dat echt serieus doet, dus niet zo’n beetje, laten we dat ook eens proberen, nee dat je je echt verplaatst in het standpunt van de ander. En dat geldt andersom natuurlijk ook.
Wat zou dat een heilzame werking in de samenleving hebben. Dus ik zie deze pandemie niet als een sanitaire oefening. Maar ik zie het als een oefening voor ons mensen om tot een zelfstandige menings- en oordeelsvorming te komen. Dat vraagt dat we actief worden in het waarnemen en in het denken, dat je dus uit je slaapdroom wakker wordt en probeert om echt met engagement in het leven te staan. Dat je werkelijk, wanneer je iets hoort of ziet of leest, dat je er ook helemaal bij bent en dat je het naderhand kunt reproduceren, dat niet de helft eigenlijk vergeten is, waardoor je het dan misschien onbewust maar aanvult en dan eigenlijk helemaal niet meer zegt zoals het was. Je weet het, zo zijn de mensen, zo zijn we. Dat lijkt mij de oefening. Niet de vraag: Moet ik me wel of niet laten vaccineren, maar de vraag: Hoe kan ik met mijn denken de hele problematiek zo volgen, dat uit dat volgen, de activiteit daarvan, mij geopenbaard wordt zal ik maar zeggen, hoe het nu eigenlijk allemaal in elkaar zit. Dat lijkt mij de uitdaging en vanuit die conclusie heb ik dat kleine boekje geschreven. En dat zal ook nog een vervolg hebben, want het gaat natuurlijk niet alleen om het denken. We zijn ook voelende wezens en we handelen ook. En daar moet je ook de blik op laten vallen, zodat je zicht krijgt op wat je als mens allemaal tussen jou en de waarheid in verspreidt zal ik maar zeggen. Al die wolken van meningen en oordelen, maar ook van gevoelens van sympathie en antipathie, van verkeerde opvattingen over wat ‘doen’ eigenlijk is enzovoort, dat moeten we langzaamaan als mensen toch wel echt in de zelfkennis brengen, zodat je dat onder ogen brengt.
Ik ben ervan overtuigd dat wij als mensheid ons zo zullen ontwikkelen, niet alleen moeten, maar we zullen het ook, dat we ons bewegen naar het punt waarop het ideaal werkelijkheid wordt dat alle mensen broeders worden - en zusters.
U weet waarschijnlijk wel dat in de overgang van de 18e naar de 19e eeuw Friedrich Schiller geleefd heeft en dat die een groots gedicht geschreven heeft over de vreugde, een ode aan de vreugde, maar daarin hij is dan zeer bevlogen en daarin bezingt hij het vermogen van de mens om vriend met elkaar te zijn. En wanneer je jezelf bekijkt en je zou moeten zeggen: Ik heb geen vriend, dan moet je je eigenlijk maar uit de mensengemeenschap, dan moet je er maar uit glippen, want dan hoor je daar eigenlijk niet in. Het menselijke is de vriendschap, is de broederschap en van Schiller komen dan die woorden: Alle mensen worden broeders!
Dat heeft Beethoven geïnspireerd en hij heeft zijn negende symfonie zodanig vormgegeven dat daar dat gedicht van Schiller gezongen wordt. Dat is een fantastische muzikale prestatie, dat gedicht is het al, maar die muziek dat is iets, daar raak je zeer door ontroerd en juist dat lied is door de Europese Unie gekozen als, laat ik maar zeggen, volkslied, als hymne. Er is op youtube het een en ander te vinden. Wat altijd leuk is dat zijn de flashmobs, waar in een gewone alledaagse situatie opeens iets gebeurt wat de aandacht trekt, en zo is er, dat wil ik u aanraden, u kent het misschien allang, een flashmob voor de bank van Sabadell, waar die prachtige Spaanse mensen beginnen... Eerst is er éen musicus, maar er komen er steeds meer bij, en uiteindelijk blijkt in de omgeving van dat orkest dat zich daar vormt ook een koor te staan en die zingen dan in het Spaans; Alle mensen worden broeders.
Ja dat zijn dingen, daar moet je eigenlijk toch ook naar kijken, omdat je daardoor het vertrouwen terugvindt dat mensen eigenlijk al broeders zijn. Wanneer je zulke opnames ziet dan zie je: Ja, eigenlijk zijn we dat al, maar we moeten het ons wel nog zo duidelijk bewust worden en we moeten nog zoveel aan onszelf doen, dat we dat ook in de volle vrijheid bewust kunnen zijn: Daar gaan we toch naartoe, als mensheid. We gaan niet toe naar een scheiding tussen gevaccineerden en ongevaccineerden. Dat is belachelijk, dat heeft met de mens helemaal niets te maken. Dat heeft ook met leven en dood niets te maken, dat heeft met geneeskunde, met gezondheid allemaal niets te maken. Dat zijn beproevingen voor ons en wij als mensen zullen uiteindelijk zover komen, dat we dat inzien. Maar we moeten wel actief worden. En daarom probeer ik niet meer te beïnvloeden in het oordeel. Ik doe het natuurlijk wel, want je kan niet, je kan niks zeggen zonder dat je toch alweer iets gezegd hebt. Wanneer ik zeg: Alle mensen worden broeders, ja dan heb ik dus alweer iets gezegd. Maar ik kan hier natuurlijk ook niet gaan zitten zwijgen, dus ik probeer niet het oordeel van de kijkers te beïnvloeden maar de oordeelsvorming op gang te brengen. Dat is het eerste. Wanneer we in ons oordeelsvermogen sterk, waarachtig, wijs worden, dan hebben we de eerste stap naar een universele broederlijkheid gezet. Want in het denken, dat weet de mensheid al heel lang, leven de universalia. Dat zijn de universele begrippen en daarin zijn we al broeders en zusters.