In het Parsival verhaal is Parsival de hoofdfiguur, die de personificatie is van de taak van de moderne mens. Hij is een gezonde mens, maar zijn geest is niet geheel wakker, hij heeft een dromend bewustzijn. In het begin maakt hij veel fouten door dit dromerige bewustzijn. Het proces van het ontwaken is nog maar net begonnen als hij de graalsburcht binnengaat. Daarom volgt hij weliswaar vol verwondering wat daar gebeurt, maar hij zwijgt - hoewel hij uitverkoren was om te vragen...
In de zoektocht van Parsival zien we de noodzaak om de weg van het midden te vinden, midden tussen de tegenstellingen. Vanuit zijn natuur zou hij beslist heel veel, teveel vragen hebben gesteld. Door de opvoeding tot ridder heeft hij geleerd te overwegen - en vraagt hij helemaal niet. Hij loopt zo zijn opgave mis. Hij heeft geen verlangen naar de graal, hij weet er helemaal niets van en heeft de burcht al helemaal niet gezocht. Maar al zocht hij niet, hij vindt die toch. Terwijl hij naar de graal kijkt is hij wel verwonderd, maar niet genoeg om naar de betekenis te vragen.
De zonde niet te hebben gevraagd maakt hem wakker. Hij wordt 'mindful', maar begint tevens over alles te twijfelen, zelfs over het bestaan van God. Hij moet vele omzwervingen maken, hij zou de burcht beslist niet opnieuw kunnen vinden.
Toch blijft zijn vermogen om op het juiste moment ook het juiste te doen bij hem. Hij overwint iedereen die hem bedreigt. Er is een prachtige passage in de vertelling van Wolfram von Eschenbach, waarin verteld wordt hoe Parsival geheel verzonken is in de aanschouwing van witte sneeuw met daarin een druppel bloed. Hij lijkt als in een betovering geraakt, heeft alles om zich heen vergeten, verzonken in gedachten aan zijn geliefde. Daar komt een vijand op hem af, en je verwacht dat die hem zal doden, nu hij zo in gedachten verzonken is. Maar op het juiste ogenblik wordt hij even 'wakker', geeft een goed gerichte slag - en stuurt de overwonnen vijand naar het kasteel van koning Arthur...
We kunnen veel leren van zo'n vertelling. Wel moeten we leren om door de beelden heen te schouwen naar de werkelijke betekenis. In Parsival komt een zuivere menselijke kwaliteit tot ontwikkeling, heel langzaam en geleidelijk. De fouten die hij maakte door zijn onwetendheid worden omgevormd in de hoogste menselijke eigenschap: Het medelijden. Medelijden wordt tot zijn kracht om te weten.
'Durch Mitleid wissend...' Wetend door medelijden. Dat staat in schril contrast met het weten met behulp van ons brein, ofwel ons verstand. Daarmee kunnen we weten zonder ook maar iets te voelen - en we zullen altijd twijfels houden, ja zelfs twijfels aan de menselijke mogelijkheid om de waarheid te vinden. Medelijden is geen hersenfunctie. Het is een fundamentele constitutie van de ziel - en het is een machtige idee dat het hart de mogelijkheid heeft om te weten - zonder welke twijfel dan ook. Maar het is tevens duidelijk dat deze aanleg niet van nature volkomen is. Deze moet worden ontwikkeld en dat is niet eenvoudig. Het vraagt veel zelfoverwinning.
Dit alles kan worden beleefd wanneer je de Parsival-sage leest en tracht om door de beelden heen te lezen wat hun betekenis is. In Parsival zien we een bepaalde vernieuwing van het 'geestelijke instinct': De instinctieve gewoonte om te weten door medelijden.

Parzival, geschilderd door Hermann Hendrich
'geestelijke instinct'
Vinden zonder te zoeken door Mieke Mosmuller