Ik ga daarbij uit van de betekenis van het virus, zoals ik dat in mijn vorige tekst heb ontvouwd. Ik neem dus aan dat we in een pandemie verwikkeld zijn, op grond van een besmetting met een virus waartegen wij geen geneesmiddel hebben. Ik sluit dan aan bij mijn vorige beschouwingen over wat een virus is en dat we dit als een aanval op de essentie van het fysieke moeten opvatten, althans, het aangrijpingspunt ligt in het DNA/RNA en is daarmee vergelijkbaar met het aangrijpingspunt van kernkracht in de fysica, waar de atoomkern wordt aangegrepen.
Door Rudolf Steiner werden de bacterieen gezien als behorend tot het strijdmateriaal van Ahriman. Het virus (waarover hij nog niet sprak) zouden we moeten rekenen tot de derde klasse van wezens die zich tegen de rechtmatige ontwikkeling van de mensheid keren. In het boek Die Geheimwissenschaft im Umriss beschrijft Rudolf Steiner hoe het ‘ik’ van de mens zich als het ware bevattelijk maakt voor deze tegenmacht. Je moet dan wel meerdere plaatsen in het werk van Steiner tegelijk kunnen beschouwen, want hij noemt de naam van die tegenmacht hier nog niet, doet dat op andere plaatsen wel en het is duidelijk dat deze tegenmacht in onze tijd pas echt werkzaam begint te worden. Ik spreek mogelijk in raadsels, maar ik wil op deze plaats niet meer zeggen. De geïnteresseerde lezer kan dit heel goed zelf vervolgen. En ik zal het hier nog verder uitwerken.
In het betreffende deel in de Geheimwissenschaft over slaap en dood beschrijft Rudolf Steiner, dat zintuiglijke lust die door het fysieke lichaam wordt bevredigd toch altijd ook geest in zich draagt. In zoverre is die goed, deze lust. Maar wanneer het ik zijn mogelijkheden gebruikt om lust te cultiveren zoals bij fijnproeverij – maar je kunt je met gemak allerlei andere cultiveringen voorstellen – dan is daar een overschot aan fysieke lust die geen geest in zich draagt. Daardoor verarmt het ik en verliest tenslotte onherroepelijk delen van zichzelf.
Ik geloof dat ik toch wel mag zeggen dat deze cultivering van de lust een belangrijk kenmerk van onze samenleving is. Wanneer je dit met andere passages samenneemt, dan kun je zeggen dat er een woord bestaat om dit geheel mee uit te drukken en dat is frivoliteit. Het genot, waarbij het fysieke lichaam nodig is om tot een bevrediging te komen, maar waarbij het fysieke lichaam zelf dit eigenlijk helemaal niet nodig heeft. Daarnaast behoort daar een heel scala van psychisch genot toe, zoals spot met de waarden van het bestaan.
Een gelijkenis van deze lustcultivering en het misbruik van het lichaam zien we in het virus. En wat we nu maatschappelijk zien ontstaan, het overal afkondigen van de noodtoestand waardoor de democratische rechtsstaat tijdelijk wordt ‘uitgezet’ is een in het groot uitgebreide verzwakking van het zelfbewuste, zelfverantwoordelijke ik. Wat precies oorzaak is en wat gevolg laat ik vooralsnog buiten beschouwing.
We beleven een directe aanval op de menselijke essentie:
• Uitgaand van de mens zelf op zichzelf (frivoliteit).
• Uitgaand van een agens op de essentie in de celkern, waarbij niet het erfelijke materiaal wordt veranderd, maar wel de celstofwisseling.
• Uitgaand van de staten op het individu – voor een groot deel met toestemming van het individu.
Een interessante bijdrage voor de oordeelsvorming:
[LINK]: Coronavirus disease 2019 (COVID-19) :the harms of exaggerated information and non-evidence-based measures.
Vervolgens wil ik nog ingaan op andere oorzaken van het krijgen van een infectie dan alleen de besmetting (waarop nu alle maatregelen berusten), in de hoop dat we ons minder machteloos gaan voelen.