Weekspeuk 30 | Weekspeuk 23 | |
In het zonlicht van de ziel spruiten voor mij De rijpe vruchten van het denken. In zekerheid van het zelfbewustzijn Verandert al het voelen zich. Vreugdevol kan ik gewaarworden Het geestontwaken van de herfst: De winter zal in mij De zomer van de ziel wekken |
Herfstachtig vermindert zich Het bekorende streven van de zintuigen; In de openbaring van het licht Mengen zich de vage sluiers. Ik zelf schouw in ruimtewijdten De winterslaap van de herfst. De zomer heeft aan mij Zichzelf gegeven. |
|
Es spriessen mir im Seelensonnenlicht Des Denkens reife Früchte, In Selbstbewusstseins Sicherheit Verwandelt alles Fühlen sich. Empfinden kann ich freudevoll Des Herbstes Geisterwachen: Der Winter wird in mir Den Seelensommer wecken. |
Es dämpfet herbstlich sich Der Sinne Reizesstreben; In Lichtesoffenbarung mischen Der Nebel dumpfe Schleier sich. Ich selber schau in Raumesweiten Des Herbstes Winterschlaf Der Sommer hat an mich Sich selber hingegeben. |
De spreuk in de week van het Michaelfeest, nr. 26, is één van de omwentelingen in de weekspreuken. Hier stulpt de spreuk om, wat buiten was wordt binnen, wat binnen was wordt buiten. In deze dertigste week wordt dit heel duidelijk, wanneer we deze spreuk vergelijken met de spreuk nr. 23. We zouden heel precies moeten onderzoeken wat er gebeurt. In het begin van september werd onze blik gericht op het begin van de herfst in de natuur en de overgave van de zomer aan ons. Nu bereiken we een hoogtepunt daarin. In het licht van de ziel rijpen vruchten van het denken en ons gevoelsleven vormt zich om in de zekerheid van het zelfbewustzijn. Wat de herfst mij nu geeft is het ontwaken van de geest en het voorvoelen van de ziele-zomer die in de winter zal komen.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.
Weekspreuk 30, 27 oktober - 2 november door Mieke Mosmuller