Wanneer we in de natuur zijn en hopen, dat zij ons iets meer over zichzelf wil vertellen dan we zo direct kunnen waarnemen en denken, dan hopen we mogelijk ook dat we ons denken eenvoudigweg uit kunnen zetten en dat zij dan tot ons zal spreken. En mogelijk spreekt er ook 'iets' wanneer wij in een soort trance kunnen geraken.
Maar de moderne intellectueel kan en wil dit niet. Ook als er een moment aanbreekt, dat je met je intellectuele natuurkennis niet meer tevreden bent, en op zoek gaat naar wat er 'achter' de zintuiglijke wereld leeft, dan wil je het wetenschappelijke karakter van je nieuwe manier van kennen gewaarborgd zien. Daarom is anthroposofie de weg voor de intellectueel die spiritualiteit zoekt. Maar die moet dan wel heel goed begrijpen dat het niet de gewone intellectuele wetenschappelijke kennis meer zal zijn, die verkregen wordt. De houding van de onderzoeker zal wetenschappelijk kunnen blijven, maar het intellect moet toch worden overwonnen. Niet door een trancebewustzijn, maar door een bewustzijnstoestand die de wakkerheid van het intellectuele bewustzijn evenveel overstijgt als de trancetoestand daar onder glijdt.
Het gewaarworden van het zijn van een plant is een eerste stap. Het wordt duidelijk dat het zijn, wanneer je uitgaat van een bepaalde plant, hier en nu, geen algemeen zijn is, maar een heel specifiek zijn. En dat je kunt zeggen dat de andere kenmerken van de plant dit zijn zo gedifferentieerd maken. Ons waarnemen en denken is veel te globaal om in dat gebied 'achter' de zintuiglijk waarneembare wereld te schouwen. We willen vanuit een totaalindruk vat krijgen op een wezen. Maar het wezen is juist dit wezen, door de variëteit aan kenmerken. Kwaliteit, kwantiteit, relatie, plaats, tijd, positie, hebben, doen en lijden (activiteit en passiviteit). Kleur, geur, vorm, smaak, klank, zacht, hard, stijf, soepel...; aantal, grootte...; meer of minder, groter of kleiner, lichter of donkerder...; daar, hier, ver weg, dichtbij...; toen, nu, straks, lente, herfst, zomer, winter, vlug, langzaam...; staand, liggend, hangend, zittend...; de verhouding van het wezen tot al zijn kenmerken; actief, doen, werken, groeien...; passief, niets doen, verwelken... En nog veel meer. Het is afgelopen met het globale waarnemen en denken, de fijne details worden belangrijk, zoals ze het zijn van het 'ding' bepalen. Een kunst zal het worden...
Werkzaamheid door Mieke Mosmuller